6. Spijsvertering ✔ Flashcards

1
Q

Info mond

A

mond
=> kauwen
=> speekselklieren met amylase (afbraak hoolhydraten)

tong
=> smaakpapillen

keelholte
=> slikreflex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Info slokdarm

A

transport bolus mond naar maag
=> adhv peristaltiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Info & opbouw maag

A

Bolus wordt gekneed & gemengd met maagsappen

maagpylorus (klep)
=> voedsel gecontroleerd aan dunne darm doorgeven

eten spendeert 4u in de maag
= afhankelijk vaan soort eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Maag:
Geproduceerde stoffen

A

wandcellen
=> maagzuur (HCl): denaturatie

hoofdcellen
=> pepsine

nekcellen
=> slijmproductie (bescherming maag)

G-cellen
=> gastrine (signaal van verzadiging geven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Snelheid maaglediging

A

hangt af van inhoud
=> koolhydraten gaan sneller dan vetten

vetlaag rond bolus?
=> vetragende werking verteringsenymen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dunne darm functie

A
  • grootste deel vertering
  • opname voedingsstoffen
  • bestaande uit 3 delen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dunne darm:
Duodenum

A

eerste deel (= twaalfvingerige darm)

-pancreassap
=> NaHCO (neutralisatie zuurtegraad)
=> enzymen

  • galblaas
    => gal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dunne darm:
Jejunum

A

tweede deel

  • bolus wordt verder verteerd
  • absorptie voedingsstoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dunne darm:
Ilieum

A

derde deel

  • vocht & galzouten opnemen in lever
  • Hepatische cholesterol cyclus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De lever

A
  • aan vena porta (poortader)
  • bloed van darmen zuiveren
  • controle van glycemie, ewitgehalte, vetgehalte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De lever:
Opslag

A

Opslag van
=> vitamine A, D, E
=> gedeelte glycogeen
=> aminozuren & vetten

productie van
=> galsap (nodig voor vetopname)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Pancreas:
Endocriene functie

A

= hormoonstelsel

Eilandjes van Langerhans
=> insuline (glucose opslagen)
=> glucagon (glucose vrijmaken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Pancreas:
Exocriene functie

A

= excretie

pancreassap
=> water & slijm

=> enzymen: amylase + lipase + trypsinogeen

=> NaHCO3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Dikke darm

A

- slijm produceren
=> bescherming darmwand
=> uitdroging bolus voorkomen

- indikken voedselresten (vocht onttrekken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Endeldarm

A

bewaren bolus
=> 12-24u

defecatiereflex (automatisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Afbraakproces eiwitten

A

- maag (HCl)
=> denaturatie

- maag (pepsine)
=> eiwitten afbreken tot AZ

- dunne darm
=> afbraak AZ + vetering/opname

17
Q

Geen vertering / opname eiwitten?

A

= afbraak in dikke darm door bacteriën
=> vrijkomen zuivelwaterstof!

18
Q

Afbraakproces vetten

A

dunne darm (pancreassap met lipasen)
=> vetten splitsen

darmen
=> alle vetzuren opnemen

ze komen niet in ontlasting terecht

19
Q

Afbraakproces koolhydraten

A

speeksel in mond (met amylase)
=> koolhydraten afbreken tot glucose

dunne darm (pancreassap met amylase)
=> koolhydraten afbreken tot glucose

20
Q

Problemen spijsverteringsstelsel & sporten:
Waarom & klachten?

A

Waarom?
=> voeding: wat, wanneer, hoeveel, …
=> inspanningsduur: vooral klachten bij duursporters

  • *Mogelijke klachten**
  • buikpijn
  • diarree
  • darmkrampen
21
Q

Oorzaken klachten door problemen spijsvertering:
Mechanische shockbeweging

A

op en neergaande bewegingen
=> mechanische belasting

=> last maag-en darmkanaal + spijsverteringsorganen

toepassing: lopen

22
Q

Oorzaken klachten door problemen spijsvertering:
Verminderde doorbloeding

A

Normaal
=> 40% bloed naar spijsverteringsstelsel

Tijdens sport
=> licht: 12% bloed naar spijsverteringsstelsel
=> zwaar: 3% bloed naar spijsverteringsstelsel

Minder energie & zuurstof naar spijsvertering
=> verminderde darmfunctie
=> bij lange duur afsterven darmcellen = bloederige diarree

23
Q

Oorzaken klachten door problemen spijsvertering:
Vertraagde maaglediging en verminderde absorptie

A

Vetten & eiwitten
=> Voeding rijk hieraan best vermijden

Koolhydraten (belangrijk tijdens duursport)
- te hoge inname
=> darm passeren en niet opgenomen worden
=> gasvorming, darmkrampen, misselijk, pijn in de zij…

24
Q

Oorzaken klachten door problemen spijsvertering:
Type voeding

A

Alle macronutriënten
=> kunnen maaglediging beïnvloeden

Voedingsvezels
=> meer kans op klachten

Vloeibaar voedsel
=> minste klachten

25
Q

Oorzaken klachten door problemen spijsvertering:
Veranderde maag-darmmotoriek & hormonale factoren

A

Sporten
=> veranderingen motoriek duodenum

kan maag-/darmklachten geven bij langdurige inspanningen

26
Q

Voedingsadviezen

A
  • Laatste maaltijd 3-4u voor inspanning
  • Laatste maaltijd sporten = licht verteerbare
  • Vermijdt gasvormende voedingsmiddelen: ajuin, bonen, kolen etc
  • Geen koolzuurhoudende dranken voor/tijdens inspanning
  • Drink voldoende grote hoeveelheden zodat de vloeistof kort in de maag blijft
  • Vul glycogeenvoorraden tijdens inspanning aan via dranken met KH
  • Test uit of je vast voedsel kan verdragen tijdens inspanning
  • Test het gebruik van dranken
  • Sportdrank niet te warm/ te koud
  • Vermijd producten met een hoog gehalte aan eiwitten, vetten en
    vezels tijdens de inspanning
  • Verander je voedingspatroon niet plots voor een wedstrijd, maar
    doe dit reeds bij de training