Het humane genoom en analyse van genexpressie met microarrays en NGS Flashcards

1
Q

2 typen DNA in humane genoom

A

o Mitochondriaal DNA: 16.5kb, maximaal 1000 kopieën per cel, omvat <1% van de totale hoeveelheid DNA, is circulair: zijn cirkeltjes waarop genen liggen

o Kern DNA: bij haploïde cel 3 miljard baseparen, 50-250Mb per chromosoom (1.7-8.5cm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bepalen sequentie humane genoom

A
  1. Isoleren van het DNA
  2. Kloneren van het DNA (met behulp van bacteriën)
  3. Delen van het DNA ordenen op de plek van het chromosoom
  4. Een specifiek deel van het DNA in kleine stukjes knippen
  5. Sequencen van de kleine stukjes DNA, waarna deze weer in de goede volgorde gezet worden (door een overlap op de strengen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

genomisch DNA en shotgun sequencing

A

Genomisch DNA uit humane cellen–> stukjes in bacs gekloneerd–> bepaald op welke volgorde die kleine stukken langs een chromosoom liggen–> van individuele sukjes maak je kleine stukjes van die ook weer gekloneerd worden–> zo in goede volgorde gezet door overlap op de strengen

Shotgun sequencing: alle stukjes meerdere keren bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoeveel eiwit coderende genen en RNA only genen

wat zijn RNA only genen

hoe groot is proteoom

A
  • Er zijn 20.440 eiwit coderende genen in het humane genoom
  • Er zijn 23.995 RNA-only genen die niet voor eiwitten maar voor RNA coderen
    o RNA-only genen: op ribosomen en tRNA, dit wordt niet gebruikt om eiwitten van te maken, rol van deze niet-coderende genen is nog niet goed onderzocht
  • Het proteoom (volledige set eiwitten gecodeerd door het humane genoom) is veeeeeeel meer dan 20.440
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoeveel % exonen

hoeveel van genoom wordt getranscribeerd

hoeveel van genoom bestaat uit hoog repetitief DNA

A
  • Maar 1,5% van het humane genoom bestaat uit coderende sequenties (exonen)
  • Tenminste 1/3e deel van het genoom wordt getranscribeerd, door veel en grote intronen
  • Ongeveer 50% van het genoom beestaat uit hoog repetitief DNA van transposable elementen
    o Hoog repetitief DNA: komt op veel plekken op hele chromosoom voor, komt van transposabele elementen, deze elementen hebben hun transposon activiteit vrijwel geheel verloren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

DNA verschil 2 mensen vs mens en chimpanzee

A
  • DNA verschil tussen 2 mensen: 1 versch/1000 basen (SNP)=0,1%, totaal ong 3mil versch basen
  • DNA verschil mens en chimp: 1 versch/100 basen (SNP)=1%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer HGS

A
  • HGS kan gebruikt worden bij:
    o Identificeren en kloneren ziektegenen, incl genen betrokken bij ontstaan kanker (BRCA2 en XLP)
    o Identificeren nieuwe genen die verwant zijn aan bekende drug targets–> nieuwe/ beter farmaco’s
    o Vinden mutaties die overgevoeligheid voor medicijnen veroorzaken–> dosis goed en bijwerkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

homologe DNA-reparatiegenen in gist

A

Van alle humane DNA-reparatiegenen bestaan er homologe DNA-reparatiegenen in gist, hierin kan makkelijk het fenotype bestudeerd worden waardoor uitgezocht kan worden wat de functie is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cDNA microarrays

A

door het maken van combinaties van bepaalde regulatie-eiwitten met cellen, kunnen verschillende soorten celtypen ontstaan. Deze zijn te onderscheiden door te kijken naar de genexpressie in de verschillende celtypen (in onco handig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

cDNA microarrays in onco

A

In onco wordt RNA uit de tumor en uit gezond weefsel geïsoleerd om te vergelijken: labels aan het RNA opgehangen–> worden geanalyseerd met microarray analyse, 3 opties:

  • Geen oplichting: de genen komen niet tot expressie
  • Gele uitslag: de genen komen even hard tot expressie in beide weefsels
  • Rode of groene uitslag: genen komen in ene weefsel meer tot expressie dan andere
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe data cDNA microarrays analyseren

A

De data kan geanalyseerd met bioinformatica, validering met western blot / PCR–> inzicht genen en moleculaire processen–> diagnose, prognose en individuele behandeling beter en gen analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

toepassing cDNA microarrays

A

De toepassing is belangrijk voor DLBCL (diffuse large B-cell lymphoma): door cDNA microarrays kan je onderscheid maken tussen GC B-like DLBCL en activated B-like DLBCL (agressiever), hebben een heel andere prognose dan de ander–> behandeling anders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat kan je doen met referentiegenoom

A
  • Varianten in eiwit coderende exonen die genexpressie beïnvloeden en genduplicaties, kleine deleties en inversies kunnen in kaart gebracht worden bij vergelijking met referentiegenoom
    o Kan in kliniek voor voorspellen eigenschappen: ziekterisico en verslaving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

dekking

A

elke base gemiddeld x keer gesequenced in hele genoomsequentie–> hoger/ vaker = nauwkeuriger = dieper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly