C7 Acute buikpijn Flashcards

1
Q

Viscerale pijn en pariëtale pijn

A

Viscerale pijn:

  • vaag gelokaliseerd
  • lijkt centraal in de buik
  • later duidelijker te lokaliseren vanwege meedoen pariëtaal peritoneum.

Pariëtale pijn:

  • scherp te lokaliseren
  • gevoeld op de plaats van oorzaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Koliekpijn

definitie, welke organen, kenmerken

A

= pijn geprovoceerd doordat een hol orgaan contraheert tegen een weerstand in

Mogelijk bij 3 organen:

  • darm
  • galblaas
  • nierbekken/ureter
Kenmerken 
\+ hevige pijn
\+ acuut begin + einde
\+ pijnvrij interval -> komt in aanvallen
\+ bewegingsdrang
\+ Alarmsymptoom: verdwijnen pijnvrij interval -> ook wanneer orgaan niet contraheert is er een probleem (bijv. ontsteking of ischemie) --> SPOED
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Peritonitis (algemeen)

A

= ontsteking van het peritoneum.
Geeft parietale prikkeling –> tekenen van ontstoken peritoneaalbladen.
-> minimale bewegingen doen pijn –> vervoerspijn, loslaatpijn, drukpijn
-> foetushouding verlicht de pijn -> minder spanning op het peritoneum.

Lokaal of gegeneraliseerd

Peritonitis vereist ontstekingsreactie, dus een werkend immuunsysteem!

Peritoneum is groot oppervlak –> bij ontsteking ontstaat zwelling –> geeft hypovolemie –> vocht onttrokken uit circulatie –> shock
+ cytokinen veroorzaken een algemeen ziekzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Peritonitis (oorzaken)

A
  • primair: bacterie, gebeurd niet vaak (vaker bij asplenie)
  • ontsteking orgaan: peritoneum ligt eromheen en gaat meedoen
  • perforatie orgaan: meestal organen die gecontamineerd zijn
  • necrose: in principe steriel, maar als orgaan aan de binnenkant gecontamineerd is kunnen bacteriën door de wand heen, voordat er een perforatie ontstaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Peritonitis (klachten/symptomen)

A
  • Peritoneale prikkeling:
  • —-vervoerspijn
  • —-pijn bij bewegen, hoesten
  • —-percussiepijn
  • —-drukpijn
  • —-defense musculair (reflex, lokaal of gegeneraliseerd)
  • —-actief spierverzet (pt kan bij geruststelling of afleiding loslaten)
  • —-loslaatpijn? –> niet sensitiever of specifieker dan percussie/drukpijn wel pijnlijker voor pt.

Percussie/drukpijn is over heel de buik maar met een punt maximum contralateraal (dus dezelfde plek doet steeds het meeste pijn ondanks waar je drukt)

  • —algemene ziekteverschijnselen
  • —shock
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Angine abdominale = angina abdominalis

definitie en mechanisme

A

= plotselinge, heftige buikpijn (na eten) door vernauwing of afsluiting van een arterie.
Voeding zet organen aan de gang –> zuurstof vraag gaat omhoog –> lichaam kan dit niet aanvoeren –> ischemische pijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

(Funtionele) Obstipatie

definitie, klachten en behandeling

A

= weinig frequent met moeite produceren van ontlasting. Meestal is de ontlasting hard. Wanneer dit geen onderliggende somatische oorzaak heeft dan is het functionele obstipatie.

Klachten: buikpijn of anorectale pijn, anorexie, opgezette buik, misselijkheid, braken, flatulentie, vol gevoel, moeilijke/pijnlijke of incomplete defecatie, harde feces en frequente aandrang tot defeceren.

Behandeling: niet medicamenteus beleid (voeding, beweging)
Medicatie:
- volumegvergrotend laxans: psylliumzaad, sterculiagom
- osmotisch werkend laxans: lactulose, macrogol (met elektrolyten)
- contactlaxans: bisacodyl, sennosiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Onderliggende symptomen obstipatie

+ kenmerken

A
  • maligniteit: malaise, onverklaard gewichtsverlies, rectaal bloedverlies, veranderd defecatiepatroon
  • ileus: veel buikpijn, braken, forse distensie abdomen, afwezige peristaltiek of gootsteengeluiden
  • gebruik van medicatie: opioden, anticholinergica, anti-epileptica, calciumantagonisten, NSAIDs, diuretica en aluminiumbevattende antacida
  • bekkenbodempathologie: vagina en/of rectumprolaps
  • ziekte van Hirschsprung: meconiumlozing > 48u, bloederige diarree, gallig braken, faillure to thrive, koorts
  • andere onderliggende ziekten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Proctolgia fugax

definitie

A

= heftige, vluchtige pijn in de anus zonder aanleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

IBS/PDS (irratable bowel syndrome, prikkelbare darm syndroom)
criteria + beleid

A
  • minstens 3 dagen/maand klachten de afgelopen 3 maanden
  • klachten 6 maanden voor diagnose begonnen
  • tenminste 2 van de volgende criteria:
    - afname klachten na defaecatie
    - klachten geassocieerd met verandering frequentie def.
    - klachten geassocieerd met verandering consistentie ontlasting

Afwezigheid van kenmerken die een somatische aandoening waarschijnlijker maken

Beleid PDS:

  • uitleg/geruststellen: lastig, maar niet ernstig
  • eten (voldoende vezels), bepaalde soort eten?
  • voldoende beweging
  • zo min mogelijk stress
  • bij hoofdklacht obstipatie -> evt. metamucil = psylliumvezels of macrogol
  • bij hoofdklacht diarree -> evt. metamucil of loperamide
  • bij hoofdklacht pijn -> pcm of NSAID en butylscopolamine (weinig bewijs)
  • bij medicatie –> na 2 wkn evaluatie

(2e lijn soms: duspatal (tegen darmkrampen, op gezette buik, verstopping of diarree) of pepermuntolie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Anamnese buikpijn (7 dimensies hoofdklacht)

A
  1. waar?
  2. Aard van de pijn?
  3. Hoe vaak?
  4. Begin/beloop?
  5. omstandigheden
  6. Factoren van invloed?
  7. Begeleidende verschijnselen?

Verder?

  • ontlastingspatroon
  • mictieklachten
  • SOA anamnese
  • gynaecologische anamnese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

SOLK = somatisch onverklaarde lichamelijke klachten

definitie, criteria (DSM5), klachtenclusters

A

= lichamelijke klachten die langer dan enkele weken duren en waar bij adequaat medisch onderzoek geen somatische aandoening wordt gevonden die de klacht voldoende verklaard.

criteria DSM5
- een of meer lichamelijke klachten die dagelijks leven significant verstoren
- disfunctioneel omgaan met klachten
- excessieve gedachten/gevoelens of gedrag samenhangend met lichamelijke klachten
+ disproportionele gedachten over ernst klachten
+ persisterende hoge mate van angst over gezondheid
+ excessief veel tijd en energie aan deze klachten besteden

klachtenclusters

  • gastro-intestinaal
  • cardiopulmonaal
  • bewegingsapparaat
  • aspecifiek (moe, hoofdpijn, duizelig, geheugen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cholecystitis

symptomen, pathogenese, beleid

A

= ontsteking galblaas
Continue pijn rechtsboven in de buik (evt. uitstraling re schouderblad) + koorts

  • pathogenese: galstenen –> stilstaand vocht (gal) –> bacteriën in afgesloten holte.
  • lokale peritonitis
  • galblaas zit achter lever dus moeilijk te palperen
    • -> Murphy’s sign = hand onder ribbenboog, pt laten inademen –> ontstoken galblaas stoot tegen de vingers

Beleid
acute cholecystitis: (laparoscopische) cholecystectomie (< 72u)
AB alleen bij hoog risico cholecystitis (sepsis, perforatie, immuundeficientie, ASA III/IV)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cholecystolithiasis

symptomen, beleid

A

(=galsteenlijden, waarbij glastenen in ductus cysticus)
symptomatische cholecystolithiasis: biliaire kolieken re boven in de buik of epigastrio, evt. met uitstraling naar re schouderblad. Vaak uitgelokt door maaltijden (vet eten). Gepaard met bewegingsdrang, misselijkheid, braken.

Beleid: pijnstilling, electieve (laparoscopische) cholecystectomie (gepland)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Choledocholithiasis

symptomen, beleid

A

(= galsteenlijden in de ductus choledochus)
symptomen: pijn re bovenbuik en tekenen van cholestase: ontkleurde ontlasting, donkere urine, icterus

Beleid:
ERCP <24u) met papillotomie (insnijden in papil van Vater -> uitmonding groter maken, om steen daarna te kunnen verwijderen) en steenextractie gevolgd door (laparoscopische) cholecystectomie (bij voorkeur <72u na ERCP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cholangitis

symptomen, beleid

A

= galwegontsteking
symptomen: tekenen van cholestase en koorts of sepsis

Beleid: breed spectrum AB, ERCP met papillotomie en steenextractie <24u.

17
Q

Fissura ani

A

= oppervlakkige ulceratie van de anus (=anuskloofje)
Geeft (scherpe) pijn bij/na ontlasting vaak met wat bloedverlies.

Behandeling:
verschillende mogelijk
- aanpassing dieet
- bloedvatverwijdende en spierverslappende zalf
- botox-injectie
- operatie (LIS) = via klein operatiewondje naast de anus wordt het binnenste deel van de sluitspier aan de zijkant ingeknipt. Doel van de operatie is verhoogde spanning in een deel van de sluitspier verminderen.

18
Q

Dysmenorroe

A
Pijn tijdens menstruatie.
primair --> fysiologisch 
secundair --> ineens klachten na dit jaren niet te hebben gehad --> vaker afwijkingen
- endometriose
- adenomyose
- hematometrum
- Asherman
- Uterus myomatosus
- IUD

ontstaan pijn?
na ovulatie –> corpus luteum in regressie –> progesteron dalen –> aanmaak prostaglandines –> endometrium komt los met niet-ritmische contracties –> uterus contraheert.
Vanuit a. uterina lopen er kleine vaten door de spierwanden, bij contractie worden deze dichtgeknepen –> ischemie.

Behandeling:

  • niet ovuleren -> anticonceptie pil
  • aangrijpen prostaglandine synthese -> ibuprofen
  • endometrium niet laten afscheiden -> IUD
19
Q

Endometriose

waar?, ontstaanswijze?, klachten?, ondezoek?, diagnostiek?, behandeling?

A
  • buiten cavum uteri endometrium
  • peritoneale implants
  • blaaskoepe, fossa ovarica, douglas
  • maar ook diafragma, long, navel, buikwand

Ontstaanswijze niet duidelijk.
Theorie: Sampson: bij elke menstruatie komt retrograad endometrium in de buik dat daar kan implanteren. Maar ook lymfogene en hematogene versleping.

Klachten:

  • buikpijn
  • dysmenorroe
  • dyspareunie
  • dyschezie: pijn bij poepen
  • rectaal bloedverlies -> tijdens menstruatie
  • hematurie -> tijdens menstruatie
  • subfertiliteit

onderzoek:
vaak niets. Als wel wat: ingroei in organen of fibrose door chronische ontstekingen die je vindt of voelt. Bij speculum: blauw doorschemerende noduli in fornix posterior.
Pijnlijk onderzoek. Stugge sacro-uteriene ligamenten. Afwijkingen septum rectovaginale.

Diagnostiek: lo, echo, laproscopie, MRI

behandeling: medicamenteus: pijnstilling, OAC continue, progestativa continu, GnRH analogen, mirena.
3 pijlers:
1. goede pijnstilling --> soms morfine
2. hormonaal onderdrukken
3. opereren

endometriose interna = adenomyose -> alleen in de baarmoeder
endometriose externa -> ook buiten de baarmoeder afzettingen van het endometriose

20
Q

Appendicitis acuta
Klassiek vs niet-klassiek: presentatie.
Aanvullend onderzoek, beeldvormend onderzoek, behandeling

A

= ontsteking van gehele wand van de appendix. Betrokken bacterien behoren tot normale colonflora. Meest frequente oorzaak: obstructie van het lumen van de blinde darm door zwelling van omliggend weefsel of fecoliet.
–> Retentie van mucus + distensie van de weinig elastische serosa –> vasculaire congestie.

klinische symptomen
koliekachtige pijn rond de navel icm afgenomen eetlust; ook misselijkheid en braken. Daarna afzakken pijn naar ROB en meer continu en heviger van karakter.
klassiek: druk- en loslaatpijn thv punt van McBurney, ook bewegings- en vervoerspijn.

Aanvullend onderzoek: lab kan ondersteunend zijn, maar uitslagen kunnen (nog) nagenoeg volledig normaal zijn.

  • lichte tot matige leukocytose
  • CRP matig verhoogd

beeldvormend onderzoek: echo. Bij niet-negatief dan wel inconclusief ook CT.
Zwangere vrouw: aanvullend MRI.

Behandeling: primair chirurgisch

Niet-klassiek: appendix niet intraperitoneaal maar retrocoecaal.
Klinische presentatie: geen prikkeling van peritoneum parietale. GEEN defense musculair, GEEN loslaatpijn, GEEN percussiepijn. Vaak wel directe prikkeling van de musculus psoas waardoor een psoasfenomeen optreedt: pijn bij het heffen van het been.

21
Q

Acute pancreatitis

Klinische verschijnselen, oorzaken, diagnostiek

A

Klinische verschijnselen: aanhoudende, niet-koliekachtige pijn in epigastrio, welke na enige uren uitstraalt naar rug, borst of li schouder en minder wordt bij foetushouding. Eten verergert de pijn. Vaak braken. Buik drukpijnlijk maar geen defense (vanwege retroperitoneale ligging).
Paralytische ileus kan ontstaan door opgezette pancreaskop –> braken, opzetten buik, hoge koorts, tachycardie en enorme vochtverschuiving -> shock, dan ook pleuravocht li en icterus, ascites. Soms blauwe verkleuring huid in de flanken (Grey-Turner) en/of rond de navel (teken van Cullen) –> door intra-abdominale bloedingen. In ergste gevallen respiratoire insufficientie.

Oorzaken: Belangrijkste oorzaken: alcoholgebruik, galstenen, idiopathisc

Diagnostiek: serumamylase- en serumlipasegehalte verhoogd (vooral eerste dagen)
Bij ernstige vormen: hypoalbuminemie, hypocalciemie, leukocytose, CRP-stijging en hyperglykemie.
Meestal is pancreas vergroot en ontstoken (echo, CT-scan).
Beeldvorming: X-BOZ, X-thorax, MRI, MRCP

22
Q

Dunne darmobstructie

A

Oorzaken (meest frequent naar minst in westerse wereld): strengileus, colorectaal carcinoom, beklemde hernia, faecesimpactie, poliep.
Kinderen: invaginatie.