Pathologie: Bot en steunweefsel

Question 1

Functie osteoid:

Answer 1

Bind aan calcium waardoor je hydroxyapetite krijgt

Question 2

Binnenste cortex: en buitenste cortex:

Answer 2

Binnen: compacte (bloedvaten) en binnen: spongieuze zone (bot/kalk en osteonen)

Question 3

Osteon =

Answer 3

een eenheid die rondom een bloedvat ligt door vertakkingen die stoffen afgeeft

Question 4

Osteoprogenitorcellen:

Answer 4

Zijn afgeleid van mesenchymale cellen en worden getransformeerd tot osteoblasten

Question 5

Osteoblasten:

Answer 5

Zijn hele actieve cellen, via vacuolen met calcium en fosfaat wordt osteoid geproduceerd

Question 6

Osteocyten:

Answer 6

Maken contact met de bloedvaten voor transportatie naar andere osteocyten om het bot te onderhouden

Question 7

Osteoclasten:

Answer 7

Maken hydrolytische enzymen vrij waardoor de zure omgeving wordt afgebroken en calcium en fosfaat weer vrijkomt

Question 8

PTH wordt uitgescheden bij:

Answer 8

een lage bloed-calcium gehalte, dit stimuleert de osteoclasten

Question 9

Vitamine D zorgt voor:

Answer 9

stimulatie van botmineralisatie zodat calcium wordt opgenomen

Question 10

Calcitonine wordt uitgescheden bij:

Answer 10

een hoge bloed-calcium waarde, dit onderdrukt de werking van osteoclasten

Question 11

Noem de 3 stappen van botfractuur herstel

Answer 11

1. Periosteum wordt verbroken
2. Aanmaakt granulatieweefsel –> bevat veel osteoblasten
3. Kraakbeen wordt aangemaakt en remodellering begint

Question 12

Osteogenesis imperfecta =

Answer 12

Broze botten ziekte, hier breken botten heel snel af door deficientie in collageen type 1

Question 13

Osteoporose =

Answer 13

Afname van botmassa door ontkalking

Question 14

RANK =

Answer 14

de receptor voor botafbraak, hoe meer RANK, hoe meer afbraak!

Question 15

Osteomalacie =

Answer 15

Onvoldoende botmineralisatie door onvoldoende inname van vitamine D

Question 16

Ziekte van Paget =

Answer 16

Excessieve boterosie door grote abnormale osteoclasten, dit leidt tot respons van osteoblasten

Question 17

Hyperparathyroidism =

Answer 17

Excessieve PTH secretie waardoor je osteoporose krijgt

Question 18

Jicht =

Answer 18

Wanneer je teveel urinezuur aanmaakt, hierdoor krijg je kristallen

Question 19

Noem 5 bottumoren

Answer 19

Osteom, osteoid osteom, osteoblastoom, osteosarcoom, en Ewing’s sarcoom