Probleem 2: Hoe krachtig is de vrije wil? Flashcards
paradigma
kader van theorieen, een samenhangende denkwijze. overkoepelende theorie
jurisprudentie
verzameling van uitspraken van de rechter in gelijkmatige zaken
natuurlijk straffen
straf moet passen bij de misdaad
utilitarianisme
wetten moeten zich richten op de meeste mensen in de maatschappij
pleasure-pain principe
het idee dat menselijk gedrag erop gericht is om zoveel mogelijk pleasure en zo min mogelijk pain te ervaren
panopticon
een ronde gevangenis met een toren voor de bewakers in het midden. Zo konden bewakers alle gevangenen observeren.
neoclassicisme
gaat er ook vanuit dat mensen rationele denkers zijn, maar maakt onderscheid naar leeftijd en mentaal vermogen.
fysionomie
menselijke kenmerken van het gezicht voorspellen crimineel gedrag
frenologie
kenmerken van de scheldel voorspellen crimineel gedrag
atavistische visie
mens vertoont kenmerken van vorige generaties, achteruitlopende evolutie
determinisme
gaat ervan uit dat de mens geen vrije wil heeft en door externe factoren een misdaad pleegt.
amygdala
strafcentrum
nucleus accumbens
beloningscentrum
verbinding neocortex en limbisch systeem
blijkt belangrijk te zijn voor gevoelens als empathie, spijt en schaamte
bounded rationality
gedrag is wel rationeel maar wel gebonden aan een aantal beperkingen.