Probleem 5: Flashcards
integraal veiligheidsbeleid
het systematisch en samenhangend werken aan behoud of verbetering van de lokale veiligheid in al haar facetten onder regie van het bestuur
horizontale sturingsvormen
minder duidelijk onderscheid in onderlinge verhoudingen en verantwoordelijkheden dan traditionele sturingsmodellen
groepscriminaliteit
anderen beschouwen de jongeren als een groep en de jongeren beschouwen zichzelf als een groep en zijn betrokken bij delinquent gedrag
differentiele associatiotheorie
Deze theorie stelt dat delinquent gedrag wordt aangeleerd in groepen. Als een jongere meer met opvattingen in aanraking komt die positief staan ten opzichte van het plegen van strafbare feiten dan met opvattingen die dat gedrag afkeuren, zal de jongere (uiteindelijk) ook delinquent gedrag vertonen.
buurtsurveillance
groepen burgers die in de eigen wijk de straat op gaan, verdachte personen en onveilige situaties signaleren en rapporteren, bewoners voorlichten over veiligheidskwesties en in sommige gevallen overlastgevende over hinderlijke jongeren actief aanspreken op hun gedrag.
relationele controle
burgers gebruiken hun netwerken om informele controle uit te oefenen