schouderanatomie Flashcards

1
Q

Schouder

hoe stabiel is die?

wat zorgt voor passieve stabiliteit?

wat zorgt voor actieve stabiliteit?

A

Schouder gewricht is geen stabiel gewricht, omdat het een bolgewricht is en de kop erg klein is

passieve stabiliteit= benige architectuur, kapsels en banden

actieve stabiliteit= spieren

vnl de spieren zijn erg belangrijk!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benige structuur van de schoudergordel

collum chirurgicum

collum anatomicum

A

Bestaat uit clavicula, sternum en scapula en humerus

Het collum anatonicum is het deel waar de schouder kom ophoudt, het collum anatomicum zit iets lager, hier breekt de humerus het vaakste ook heeft dit invloed op de behandelindicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is er speciaal aan het coracoacromiale ligament

A

Het overspant geen gewricht, omdat het acromion en het coracoideus allebei onderdeel zijn van de scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

labrum glenoidale

A

Kom waar humeruskop in zit is niet diep en maar een klein stukje, pezen en vnl spieren houden het gewricht bij elkaar.

labrum glenoidalis zorgt ervoor dat de kop/kom structuur beter op elkaar past en dat de bewegelijkheid groter wordt. Het bestaat uit kraakbeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

spieren romp–> schouderblad

m. trapezius

A

m. trapezius= origo wervelkolom en insertie vnl spina van scapula
Functie= schouderblad optillen (zorgt dat die op zn plek blijft als je iets zwaars tilt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

spiern romp–> schouderblad

m. serratus anterior

A

orgigo= ribben

insertie= margo medialis (scapula)

functie= zorgt dat scapula op zn plek blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

romp–> schouderblad

m. rhomboideus & levator scapulae

A

origo= wervelkolom

insertie= margo medialis (scapula)

functie= scapula op zn plek houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

romp –> schouderblad

m. pectoralis minor

A

origo= ribben

insertie= proc. coracoideus

functie= houdt schouderdak naar beneden en is een ademhalingsspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

schouder–> arm

m. supraspinatus, infraspinatus en teres minor en subscapularis

rotator cuff

A

rotator cuff= supraspinatus, infraspinatus, teres minor (achterkant) en subscapularis (voorkant)

belangrijkste functie= stabiliteit schouder, ze fixeren de kop tegen de kop

zorgen niet echt voor beweging omdat ze klein zijn en de kracht is hierdoor niet groot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

schouder –> arm

m. deltoideus

A

3 verschillende origo’s= pars clavicularis, pars acromialis en pars spinalis

insertie= tuberositas deltoideum

functie= bewegelijkheid en vnl abductie, maar ook anteflexie en retroflexie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

innervatie schoudergordel

naamgeving fasciculi

wat is bijzonder aan de n.medianus

A

vanuit de plexus brachialis, wortels gaa over in trunci en dezel herverdelen zich naar fasciculi en deze vertakken zich weer in de perfifere zenuwen.

fasciculi hebben hun naam gekregen ahv de positie ten opzichte van de arterie.

n. medianus is de enige zenuw die uit 2 vasculi wordt gevormd= de fasciculi lateralis en medialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly