Basis 1 Flashcards

1
Q

Wat is stofwisseling

A

Alle omzettingen van de ene stof in de andere stof in een organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Negen levenskenmerken

A

Stofwisseling, ademhaling, voeding, uitscheiding, groei en ontwikkeling, reageren op prikkels, waaronder beweging en voortplanting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Baby

A

0-1,5 jaar oud: groeispurt, leert zitten, reageert op andere mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Peuter

A

1,5 tot 4 jaar: praten, lopen, torentje bouwen, met een lepel eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kleuter

A

4 tot 6 jaar: fietsen, beeldscherm gebruiken, samenspelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Schoolkind

A

6 tot 12 jaar: lezen, schrijven en rekenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Puber

A

12 tot 18 jaar: ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Adolescent

A

18 tot 21 jaar: zelfstandig worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Volwassen

A

21 tot 65 jaar: werken en kinderen krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Oudere

A

65 jaar en ouder: lichamelijke problemen en soms ook geestelijke problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ademhaling

A

Opname van zuurstof en afgifte van koolstofdioxide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beweging

A

Verplaatsing van het lichaam of delen daarvan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geestelijke groei en ontwikkeling

A

Veranderen van de manier van denken, leren en voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Groei

A

Groter en zwaarder worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Levensfase

A

Periode in het leven van een mens, met eigen kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Levenskenmerk

A

Verschijnsel dat aangeeft dat iets leeft

17
Q

Lichamelijke groei en ontwikkeling

A

Veranderen van grote en vorm van het lichaam

18
Q

Ontwikkeling

A

Verandering in de bouw van een organisme

19
Q

Organisme

A

Levend wezen

20
Q

Reageren op prikkels

A

Activeren van spieren of klieren na een waarneming

21
Q

Stofwisseling

A

Omzetting van stoffen in het lichaam van een organisme in andere stoffen

22
Q

Uitscheiding

A

Afvoer van afvalstoffen uit het lichaam

23
Q

Voeding

A

Opname van energierijke stoffen

24
Q

Voortplanting

A

Nakomelingen krijgen