WC05 - Stamcellen Flashcards

1
Q

Wat is de functie van stamcellen in een weefsel, en hoe kunnen ze deze functie uitvoeren?

A

Stamcellen zijn totipotent, en later pluripotent. Ze zijn nodig omdat alle weefsels nog gevormd moeten worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kun je doen met stamcellen? Wat is het nadeel hiervan?

A

Je kan blessures of degeneratieve processen behandelen.
Dit is echter niet optimaal, want hierdoor wordt de oorzaak niet opgelost. De beschadiging zal dan terug blijven komen, waardoor je het steeds zal moeten blijven boosten om het te verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij celdeling verkorten de telomeren. Een cel kan niet meer delen als de telomeren zo kort zijn geworden dat de chromosomen instabiel worden. Een dergelijke cel zal in apoptose gaan. De lengte van de telomeren bepaalt dus de levensduur van een delende populatie cellen. Verklaar dit verloop.

A

Bij elke deling kan niet alles worden gerepliceerd. Het telomeer is een herhaalde sequentie dus is niet per se nodig. Uiteindelijk valt de primer er af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe zou dit schema verlopen als het gaat om stamcellen?

A

Dat zou een horizontale lijn zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er met telomerase-activiteit bij kanker?

A

Kankercellen activeren het enzym telomerase. Telomerase herstelt de telomeren na elke deling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Teken een diagram over hoe de telomeerlengte zich verhoudt tot het aantal delingen dat een kankercel ondergaat.

A

De kankercel zal gelijk blijven in telomeerlengte vanaf het punt dat de normale cel een kankercel wordt. Het eerste deel van de lijn gaat dus naar beneden, waarna de lijn horizontaal verder gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Darmepitheel is een zeer dynamisch weefsel dat zichzelf snel en onafgebroken vernieuwt. Door de geplooide structuur wordt de absorptiecapaciteit van de darm vergroot. In de bodem van de crypten in dunne en dikke darm bevindt zich een klein groepje stamcellen dat continu deelt en zo aanleiding geeft tot proliferatieve cellen. Deze proliferatieve cellen hebben een grote delingscapaciteit en op hun beurt differentiëren ze tijdens hun migratie langs de crypte en villus as tot de verschillende functionele celtypen van de darm (zie onderstaande figuur). De gedifferentieerde cellen aan het puntje van de villus (in dunne darm) of de top van de crypte (in dikke darm) verdwijnen via mechanische slijtage of na beschadiging via apoptose. Het totale darmepitheel wordt op deze wijze iedere 5 tot 10 dagen geheel vernieuwd.
Benoem de 5 celtypen in fig 1B en geef hun positie in het epitheel (in fig A) aan.

A
  1. Absorptie cel
  2. Gobletcel
  3. Entero endocriene cel (hormoon productie)
  4. Paneth cel (scheidt materialen als peptidoses en lysosymen uit; schadelijk voor bacteriën)
  5. Stamcel

1 = blauw
2 = groen
3 = donker paars (tussen de paarse)
4 = donkergroen
5 = oranje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef globaal aan op welke wijze de proliferatie van cellen in darmepitheel wordt gereguleerd.

A

Stamcellen maken cellen aan en drukken de rest omhoog. Door ligand-receptor communicatie weten ze welk celtype gevormd moet worden (bijv. apoptose geeft signaal af, buurcellen geven signaal af).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sommige virussen - bijvoorbeeld parvovirussen – gebruiken de snel delende cellen van de darm om zichzelf in te repliceren. Hierdoor gaan de cellen in de crypten dood. Wat voor klinische verschijnselen zou je verwachten?

A
  • Verlies van cellen (minder cellen kunnen maken dan dat er dood gaan)
  • Villi gaan verkorten (minder oppervlakte, dus minder opname, minder voedingsstoffen, water tekort en dus ernstige diarree)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar komen al deze verschillende bloedcellen vandaan?

A

Hematopoëtische stamcellen (uit het beenmerg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Eén van de belangrijkste ziekten binnen de hematologie is leukemie. Leukemie wordt gekenmerkt door ontregelde groei van (abnormale) witte bloedcellen in het beenmerg, en in een later stadium in het bloed. Leukemie is dus een vorm van kanker en kan worden behandeld met cytostatica (chemotherapie). Welk effect heeft dit type medicijn op de kankercellen? En op normale cellen? En op het darmepitheel in bovenstaande opdracht?

A

De groei van de kankercellen wordt beperkt door beperking van de mitose. Chemotherapie pakt de delende cellen aan. Het maakt echter geen onderscheidt tussen cellen, dus alle delende cellen worden aangepakt. Darmepitheel is sneldelend, en dus worden er veel delende darmcellen gedood.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De beste behandelresultaten worden verkregen door na behandeling met cytostatica een beenmergtransplantatie uit te voeren. Wat is het principe van een beenmergtransplantatie?

A

Sneldelende cellen gaan na de chemo dood, en die cellen moeten worden teruggebracht. Het lichaam kan dat zelf oplossen, maar dat duurt soms te lang. Om dit te versnellen kun je gebruik maken van transplantatie van beenmerg om zo aan nieuwe hematopoëtische stamcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly