5.1 – Counseling en coaching Flashcards

1
Q

Welke 2 wensen van werknemers worden opgevangen door coaching en counselling?

A
  1. Werken aan persoonlijke effectiviteit, zodat ze beter gaan presteren.
  2. Persoonlijke ontwikkeling, omdat zij stress ervaren of vast (dreigen te) lopen in hun werk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welk model zijn counseling en coaching gebaseerd? Waar gaat dat model vanuit?

A

Medische model

Er is sprake van disfunctioneren dat verholpen kan worden, waarbij klachtenreductie een bijkomend doel kan zijn.

Tegenwoordig richt coaching zich als een preventieve en ontwikkelingsgerichte interventie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de bakermat van counseling?

Door wie is het ontworpen?

A

Client-centered therapy

Carl Rogers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn drie basiselementen van de counselor?

A
  1. Onvoorwaardelijke acceptatie: de counselor accepteert de cliënt volledig en luistert accepterend en zonder oordeel.
  2. Empathie: de counselor verplaatst zich in de cliënt en toont begrip voor de innerlijke staat van de cliënt.
  3. Congruentie: de counselor doet zich niet anders voor dan hij is en uit zijn gevoelens naar de cliënt openlijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardoor kan een aanzienlijk deel van het succes van de therapie verklaard worden?

Welke 3 elementen maken daarbij het verschil?

A

Therapeutische relatie.

  1. Goede band tussen cliënt en therapeut
  2. Gemotiveerde cliënt
  3. Empatische therapeut.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de definitie van coaching van de International Coach Federation (ICF)?

A

Coaching is het creatieve proces waarbij de cliënt als partner wordt geïnspireerd en uitgedaagd om tot zijn of haar maximale persoonlijke en professionele potentieel te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het GROW-model geeft duidelijke handvatten hoe een coachingsessie vormgegeven kan worden. Waar staat GROW voor?

A
  1. Goal
  2. Reality
  3. Options
  4. Will
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kan een werknemer doen als hij onvoldoende gebaat is bij counseling of coaching?

A

Psychotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de vijf categorieën van digitalisering bij therapie?

A
  1. Geen digitalisering: de cliënten komen fysiek bij elkaar in groepen waar ze informatie uitwisselen en gezamenlijk werken aan het herstel.
  2. Digitalisering van de communicatie: er is de mogelijkheid tot online uitwisseling van informatie en het online stellen van vragen.
  3. Digitalisering van de trainer: een deel van de informatie die de trainers delen, wordt via online modules beschikbaar gesteld en stellen de cliënt in staat dit vanuit huis te volgen.
  4. Digitalisering van de cliënt: de cliënt heeft thuis de mogelijkheid om oefeningen te doen en vragenlijsten in te vullen.
  5. Autonome e-coach: taken van coach worden overgenomen door autonoom ICT-systeem en dataverzameling bij cliënt is geautomatiseerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een werkgever kan individuele interventies inrichten om medewerkers te faciliteren in hun ontwikkelwensen. Tegen welke 2 dimensies worden de verschillende interventievormen afgezet?

A
  1. Zwaarte van de casuïstiek
  2. Mate van tijdsinvestering van de begeleidingsprofessional
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de verschillende typen interventies van veel tijdsinvestering van de professional naar weinig tijdsinvestering bij lichte tot matige zwaarte van casuïstiek? 3x

A
  1. Coaching/counselling
  2. e-coaching/e-counselling
  3. Apps / portals
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke interventie wordt ingezet bij zware casuïstiek?

A

Er wordt dan doorverwezen naar reguliere zorg (bedrijfsarts of therapeut).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de definitie van counseling?

A

Kortdurende (1-8 uur aan sessies), individuele (1-op-1), psychosociale (gericht op psychisch functioneren) begeleiding (gespreksvoering) voor mensen die in emotionele problemen of sociale problemen zijn geraakt of dreigen te raken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer is coaching geschikt?

A

Bij een ontwikkelingswens zonder manifeste problematiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is er veel onderzoek gedaan naar coaching en counseling?

Naar welk veld zijn de meest gebruikte methoden van coaching en counseling terug te leiden?

A

Nee, het zijn jonge vakgebieden waardoor onderzoek nog in de kinderschoenen staat.

Psychotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn 8 vormen van psychotherapie?

A
  1. Gedragstherapie: gericht op veranderen en aanpassen van ongezond gedrag.
  2. Cognitieve therapie: gericht op het veranderen en aanpassen van disfunctionele gedachten
  3. Psychodynamische therapie: gericht op het zichbaar maken van onbewuste gedachten en vergeten ervaringen
  4. Schematherapie: gericht op het achterhalen en aanpassen van de oorsprong van gedragspatronen
  5. Interpersoonlijke therapie: gericht op begrijpen en veranderen van ongezonde interacties met anderen
  6. Cliëntgerichte therapie: gericht op inzicht en vergroten van persoonlijke kracht van cliënt
  7. Oplossingsgerichte therapie: gericht op sterke kanten en hulpbronnen van cliënt
  8. Acceptance & commitment therapy: context en waarden van cliënt staan centraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Bij het beoordelen van welke interventie het beste resultaat geeft, hangen onderzoekers 2 benaderingswijzen aan. Welke 2?

A
  1. Specifieke factoren: gaat ervan uit dat de effectiviteit van therapie wordt bepaald door de aanwezigheid van factoren die specifiek zijn voor de therapie.
  2. Generieke factoren: gaat ervan uit dat therapie vooral effectief is door factoren die in elke therapievorm terugkeren. Zolang de generieke factoren aanwezig zijn, maakt de vorm van de interventie dus niet uit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe worden de benaderingswijze van generieke factoren van interventies ook wel genoemd?

A

Dodo-effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn 3 generieke factoren van interventies?

A
  1. Motivatie en hoop: zonder de wil om te leren en te groeien, zal de therapie niet werken. cliënt moet geloven dat verandering mogelijk is.
  2. Therapeutische relatie: er is een empathische therapeut nodig die de therapie vormgeeft, consistent aanwezig is en gedurende het proces steun geeft.
  3. Therapeutische ingrediënten: het maakt niet uit wat de ingrediënten precies zijn en op welk onderdeel ze effect hebben, zolang ze gezond gedrag bewerkstellingen en de cliënt laten ervaren dat zijn klachten te duiden zijn en dat eraan te werken is.
20
Q

Soms gaat counseling uit van het biopsychosociale model. Wat houdt dit in?

A

Dan is het niet alleen gericht op psychisch functioneren, maar komt ook het lichamelijke stuk erbij (slaaptekort, spanning, overmatige stressreacties).

21
Q

De begeleiding bij counseling is gefocust op welke 3 elementen?

A
  1. Klachtenreductie
  2. Nieuwe inzichten opdoen dmv gesprekken
  3. Oefeningen/huiswerk
22
Q

Wat wordt meestal aan het einde van een counseling traject opgesteld?

A

Terugvalpreventieplan

23
Q

Wat staat bij cliëntgerichte therapie centraal?

A

Inzicht van de patiënt: de mens weet zelf het beste wat er aan de hand is en wat goed voor hem is.
Deze benadering heeft positieve effecten op de regie en motivatie van de clënt.

24
Q

Wat voor type relatie is er tussen coach en cliënt?

A

Gelijkwaardige (werk)relatie. Daarom wordt de term cliënt gebruikt.

25
Q

Wanneer brak coaching grootschalig door in het bedrijfsleven?

A

jaren ‘80

26
Q

Wat is een caochcultuur?

A

Organisatiecultuur waarbinnen het normaal is om coaching in te zetten bij de professionele ontwikkeling van medewerkers.

27
Q

Wat zijn 6 specialisaties binnen coaching?

A
  1. Executieve coaching: gericht op leiderschapsontwikkeling
  2. Performance coaching: gericht op prestatieverbetering
  3. Loopbaancoaching: gericht op carrière en loopbaanvraagstukken
  4. Teamcoaching: gericht op verbeteren samenwerking in teams
  5. Lifecoaching: gericht op persoonlijke ontwikkeling en groei
  6. Lifestylecoaching: gericht op realiseren van gezonde leefstijl
28
Q

Waarom zijn de meeste coaching specialisaties werkgerelateerd?

A

Omdat vooral bedrijven coaches inschalen.

29
Q

Wat is de top 5 van coach vragen?

A
  1. Werk-privé balans
  2. Zelfontplooiing
  3. Stress & burn-out
  4. Samenwerken met collega’s of functioneren in team
  5. Loopbaan
30
Q

Welk deel van de coachtrajecten wordt betaald door de werkgever?

A

2/3e
NB. kostbare interventievorm en wordt nauwelijks vergoed door verzekeraars. Sinds 2019 stelt de overheid op bescheiden schaal en voor specifieke doelgroepen subsidies beschikbaar voor loopbaancoachen en lifestylecoaching.

31
Q

Er is geen consensus over de definitie van coaching. Welke elementen komen in de definities terug? 4x

A
  1. Gestructureerd en doelgericht proces
  2. Gericht op groei en ontplooiing van de cliënt
  3. Gelijkwaardige relatie coach en cliënt
  4. Cliënt bepaalt eigen doelen
32
Q

Onderzoek naar coaching staat nog in de kinderschoenen. Wel zijn er enkele metastudies uitgevoerd. Studies die specifiek keken naar coaching op de werkvloer concludeerden dat het een positief effect heeft op…7x

A
  1. Versterken van de manier waarop iemand omgaat met problemen, stress en nare situaties (coping technieken)
  2. Verbeteren van de manier waarop iemand streeft naar het behalen van doelen (doelgerichte sturing)
  3. Verbetering van iemands houding tav werk (werkattitude)
  4. Vergroten van de motivatie
  5. Leren van nieuwe vaardigheden
  6. Verbeteren van prestaties op werk
  7. Vergroten van welzijn
33
Q

Wat is het belangrijkste element van coaching?

A

Het gesprek

34
Q

Welke gesprek gerelateerde competenties worden onderscheiden bij coaching? 5x

A
  1. Creëren van relatie
  2. Volledige aandacht
  3. Actief luisteren
  4. Effectieve vragen stellen
  5. Open communiceren
35
Q

Naast coaches die enkel gesprekken voeren, zijn er coaches die aanvullende hulpmiddelen inzetten. Welke? 6x

A
  1. Oefeningen
  2. Registratieopdrachten
  3. Vragenlijsten
  4. Assessments
  5. Kennisdeling
  6. Peers
36
Q

Wat is de looptijd van een coaching traject? Hoe lang duren de sessies?

A

20 weken met om de 2,5 week een sessie van 80 min. Dus 10 uur in totaal.

37
Q

Uit welke fasen bestaat een coaching traject? 3x

A
  1. Voorfase: intake (klik-gesprek)
  2. Hoofdfase: de sessies
  3. Afrondingsfase: afsluiten en evalueren
38
Q

Een manier om de hoofdfase van een coachingtraject vorm te geven is met welk model?

A

GROW model

39
Q

Er zijn situaties mogelijk waarbij een coachingstraject niet een 1-op-1 traject is, maar een drie-gesprek. In welk geval bijv.?

A

Coach, cliënt, opdrachtgever

40
Q

Welke 2 dimensies kunnen onderscheiden worden bij het digitaliseren van een begeleidingsproces?

A
  1. Mate van digitalisatie van coach
  2. Mate van digitalisering van cliënt
41
Q

Wat is de definitie van e-coaching?

A

Een niet-hiërarchisch ontwikkelingspartnerschap waarbij het leer- en relfectieproces zowel analoog als digitaal plaatsvindt en waarbij sprake is van fysieke afstand in communicatie. Er is sprake van een continu begeleidingsdiealoog waarbij de cliënt continu wordt uitgenodigd tot reflectie en (inter)actie.
Het realiseert een steile leercurve.

42
Q

Wat is synchrone vs asynchrone digitale communicatie?

A

Synchroon: gelijktijdig aanwezig (cliënt en coach)
Asynchroon: niet gelijktijdig aanwezig

43
Q

E-coaching die geschreven digitale berichten gebruikt kent 3 onderscheidende kenmerken tov traditionele coaching. Welke?

A
  1. Sociale anonimiteit (wat leidt tot het online disinhibition effect = minder sociaal wenselijk gedrag)
  2. Asynchroniciteit (leidt tot flexibiliteit, zelfredzaamheid en zelfmanagment)
  3. Schrijven (wat leidt to tstructureren van gedachten en bijdraagt aan cognitieve en emotionele verwerking van gebeurtenissen > meer zelfinzicht, optimisme, gevoel van eigenwaarde en gevoel van controle)
44
Q

Wat zijn 2 voorbeelden van programma’s waarbij geen coach betrokken is? (apps en platforms)

A
  1. Vaardigheden programma’s
  2. Klachtenreductie programma’s
45
Q

Welke belangrijke factor ontbreekt bij apps en onlineprogramma’s?

Wat is een oplossing daarvoor?

A

Therapeutische werkrelatie

Online stepped care model: bij algemene ontwikkelingsvraagstukken of lichte, beginnende problematiek eerst een kortdurende en kosteneffectieve interventie kiezen. Zo nodig, opschalen.

46
Q

Wat zijn ethische kwesties bij e-coaching, appse en online platfroms?

A
  1. Digitaal bewaren van info van cliënt (veiligheid & privacy)
  2. Inbreuk op leven van cliënt (integriteit) als hij continu door sensoren gemonitord wordt.