week 7 HC1 pathofysiologie van astma Flashcards

1
Q

hebben vrouwen of mannen een hoger risico op astma?

A

vanaf 15 jaar hebben vrouwen vaker astma dan mannen (voor 15 jaar andersom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar is astma bronchiale een ziekte van?

A

de geleidende luchtwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat heb je nodig voor astma?

A

aanleg + prikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe ontstaat bronchiale hyperreactiviteit?

A

luchtwegepitheel wordt beschadigd waardoor zenuwen bloot komen te liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

op welke twee manieren kun je bronchiale hyperreactiviteit aantonen en wat zijn de bijbehorende waardes?

A
  • met histamine/methacholine: als afname FEV1 met >20% na oplopende dosis
  • spirometrie: als er een toename van FEV1 met 12% en >200 mL is na SABA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het verschil tussen astma en COPD?

A
  • astma: allergenen leiden tot bronchoconstrictie en hyperreactiviteit wat leidt tot luchtwegobstructie
  • COPD: sigaretten rook leidt tot stenose van de kleine luchtwegen en alveolaire destructie wat leidt tot luchtwegobstructie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de genetica van astma?

A
  • astma zelf is niet erfelijk, de aanleg wel
  • familiaire component
  • multifactorieel
  • 25 genen betrokken bij astma
  • gerelateerd aan immuunsysteem of inflammatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de verschillende astma groepen en wat houden deze in?

A
  • fenotype: groep met gemeenschappelijke klinische kenmerken ontstaan vanuit interactie en omgeving
  • endotype: biologisch mechanisme dat tot een observeerbare eigenschap leidt
  • biomarker: signaalstof/cel die weergave is van onderliggend ziekteproces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat houdt Th1 in?

A

virus infectie, tuberculose, COPD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat houdt Th2 in?

A

allergisch astma, atopische dermatitis, worminfecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

is eosinofiel astma een Th2 respons?

A

eosinofiel astma is een klassieke Th2 respons, maar er is ook T2-hoog astma, een samenwerking tussen Th2 cellen en ILC2s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe meet je T2-inflammatie in de praktijk, wat zijn de voordelen en waarmee heeft dit een goede correlatie?

A
  • FeNo en bloed eosinofielen
  • eenvoudig, snel en gevoelig
  • complementair aan spirometrie

goede correlatie met:
- eosinofiele ontsteking luchtwegen
- ziekteactiviteit
- voorspellen acute exacerbaties
- klinische respons behandeling

type 2 inflammatie is aanwezig bij 50/70% van patiënten met astma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat meet je met een FeNo meting?

A

een hoog FeNo voorspelt longfunctieverlies

staat voor de hoeveelheid stikstofmonoxide (NO) in uitgeademde lucht, de hoeveelheid NO is groter als er een ontsteking in de luchtwegen zit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waaruit bestaat de astmacontrole?

A

huidige controle (symptomen, rescue medicatie, activiteiten, longfunctie) + toekomstig risico (instabiliteit, exacerbaties, longfunctie verlies, gebruik OCS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe meten we de astmacontrole?

A
  • ACQ, gevalideerde vragenlijst met 7 items: klachten, gebruik medicatie en longfunctie (FEV1)
  • range is 0-6, verandering van 0,5 punten is klinisch relevant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

op welke twee manieren werkt de astma medicatie?

A

luchtwegverwijdend
ontstekingsremmend

17
Q

wat werkt goed op T2-inflammatie?

A

corticosteroïden

18
Q

waarom hebben veel astmapatiënten een slechte controle ondanks ICS of ICS/LABA?

A
  • verkeerde diagnose
  • bronchiale prikkels
  • therapie ontrouw
  • inhalatie problemen
  • co-morbiditeit
  • ander endotype zoals T2-laag astma; Th17 cellen en neutrofielen