Week 2 Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de vervaardigingsprijs?

A
  • Verkrijgingsprijs: inkoopprijs incl. bijkomende kosten
  • Vervaardigingsprijs: aanschafkosten van de gebruikte grond- of hulpstoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent impairment?

A

als boekwaarde (=balans) hoger is dan de bedrijfswaarde en de directe opbrengstwaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de oplossing als je te maken krijgt met impairment?

A

je pakt het hoogste bedrag van de directe opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde en zet die waarde op de balans. Het verschil met de boekwaarde boek je af op de RR.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen een categorale en een functionele winst- en verliesrekening?

A
  • Categoraal: alle kosten opnemen die je krijgt gegeven. Bovenaan zet je mutatie voorraad gereed product.
  • Functioneel: alleen overige kosten opnemen die je krijgt gegeven. Bovenaan ze je kostprijs van de omzet (hier zitten dan al je directe kosten in)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 2 manieren van voorraadwaardering zijn er en wat houden ze in?

A
  • Historische kostenstelsel: voorraad waarderen met daadwerkelijke aanschafprijs
  • Vervangingswaarderingsstelsel: voorraad waarderen tegen actuele inkoopprijs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe bereken je de netto toegevoegde waarde?

A

opbrengst- inkoop- afschrijvingen
–> je houdt dus de waarde over die jij hebt toegevoegd aan het goed/ dienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe bereken je de netto toegevoegde waarde?

A

opbrengst- inkoop- afschrijvingen
–> je houdt dus de waarde over die jij hebt toegevoegd aan het goed/ dienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is rentabiliteit?

A

verhouding van de gemaakte winst t.o.v. het geïnvesteerde vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is solvabiliteit?

A

verhouding EV t.o.v. VV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is liquiditeit?

A

mate waarin kortlopende schulden kunnen worden betaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn 2 voordelen van rekenen met ratio’s?

A
  • Het wordt veel gebruikt, daardoor kun je makkelijk vergelijken
  • Je kunt het berekenen met gepubliceerde jaarcijfers en hebt geen verdere interne info nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn 2 nadelen van rekenen met ratio’s?

A
  • Er zijn geen vastgestelde normen voor de uitkomsten
  • Ratio’s zijn een momentopname en zeggen niks over de ontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent EBIT?

A

Earnings before interest and taxes
Winst voor aftrek van intrest en belasting (Bruto winst)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke rentabiliteitsratio’s zijn er?

A
  • Bruto winstmarge
  • RTV
  • RVV
  • REV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe bereken je het bruto winstmarge en onder welke soort ratio hoort dit?

A

Hoort bij rentabiliteitsratio
EBIT/ omzet x 100%
Hoe hoger je bruto winstmarge, hoe groter het percentage winst t.o.v. de omzet, dus hoe beter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke solvabiliteitsratio’s zijn er?

A
  • ETAR
  • Debt ratio
  • Rentedekkingsfactor
15
Q

Hoe bereken je ETAR en waar staat de afkorting voor?
Bij welk soort ratio hoort dit?

A

Solvabiliteitsratio
Equality to total asset ratio
EV/ TV
Als ETAR stijgt, verbetert de solvabiliteit

16
Q

Hoe bereken je het debt ratio?
Bij welk soort ratio hoort dit?

A

Solvabiliteitsratio
VV/TV
Als de debt ratio daalt, verbetert de solvabiliteit

17
Q

Hoe bereken je de rente dekkingsfactor?
Bij welk soort ratio hoort dit?

A

Solvabiliteitsratio
EBIT/ interestlast
Het geeft aan hoeveel keer de onderneming de intrestlasten verdient

18
Q

Welke liquiditeitsratio’s zijn er?

A
  • NWK
  • Current ratio
  • Quick ratio
19
Q

Hoe bereken je het NWK?
Bij welke soort ratio hoort dit?
Waar staat de afkorting NWK voor?

A

Netto werk kapitaal- Liquiditeitsratio
VLA- KVV
of: EV + LVV - VA
Dit is het bedrag dat het bedrijf nodig heeft om aan zijn dagelijkse financiële verplichtingen te voldoen

20
Q

Hoe bereken je de current ratio?
Bij welke soort ratio hoort dit?

A

Liquiditeitsratio
VLA/ KVV
Hoe hoger, hoe beter bedrijf aan betaling van kortlopende schulden kan voldoen

21
Q

Hoe bereken je de quick ratio?
Bij welke soort ratio hoort dit?

A

Liquiditeitsratio
VLA- voorraden / KVV
Hoe hoger, hoe beter bedrijf aan betaling kortlopende schulden kan voldoen

22
Q

Wat betekent window dressing?

A

Schuiven op de balans en/ of RR met als doel de jaarcijfers er zo mooi mogelijk uit te laten zien

23
Q

Wat houdt elasticiteit in?

A

mate waarin de onderneming de financiële structuur kan aanpassen aan gewijzigde omstandigheden

24
Q

Wanneer is er sprake van een hefboomeffect?

A

Als de RTV groter is dan de RVV. Dus je verhoogt je winst als je meer VV gebruikt.

25
Q

Wanneer zeggen ratio’s pas wat?

A

Als je ze vergelijkt met andere bedrijven of voorgaande jaren