Hoorcollege 7

Question 1

Hemorragisch CVA

Answer 1

hersenbloeding

Question 2

Meningioom

Answer 2

hersentumor

Question 3

Ischemisch CVA

Answer 3

herseninfarct

Question 4

Glioom

Answer 4

tumor in de gliacellen

Question 5

spatiele resolutie

Answer 5

hoe gedetailleerd hersentoestanden worden weergegeven (vergelijkbaar met megapixel van foto)

Question 6

Temporele resolutie

Answer 6

hoe nauwkeurig is de meting in de tijd

Question 7

invasiteit

Answer 7

is het mogelijk vanaf de buitenkant (non invasie) of moet het hersenweefsel worden binnengedrongen?

Question 8

Stereotactisch apparaat

Answer 8

bepaald heel nauwkeurig een precieze locatie van de hersenen
- psychochirurgie
- deel brain stimulation

Question 9

Irriversible lease technieken; elektrolytisch

Answer 9

wegbranden van weefstel met stroom door elektroden

Question 10

Irriversible lease technieken; neurotoxisch

Answer 10

vergiftigen van weefsel via infuus met neurotoxische stof

Question 11

Irriversible lease technieken; High intensity focused ultra’s HIFU

Answer 11

opwarmen van weefsel met hoge intensiteits geluidsgolven
(kan leiden tot compensatie neuroplasticiteit)

Question 12

Reversible lease technieken

Answer 12

regionale koeling
lokale toediening GABA agonist

Question 13

Deep brain stimulation (DBS)

Answer 13

elektroden worden geïmplementeerd in de hersenen en stimuleren een specifiek gebied met continue laagspanningsimpulsen van elektrische stroom om gedrag te faciliteren

Question 14

Optogenetica

Answer 14

manipuleren en meten van neurale activiteit in ‘natuurlijk bewegende dieren’

Question 15

Transcraniele magnetische stimulatie TMS

Answer 15

magnetische boven het hoofd, mei die interacteerd met de hersenen in aangrenzend gebied

Question 16

Singe-cel recordings (actiepotentialen

Answer 16

extracellulair = meten elektrische activiteit meerdere neuronen
Inracellulair = meten elektrische activiteit van een neuron

Nadeel; vooral geschikt voor kweekneuronen of levende coupes (dunne plakjes hersenweefsel)
- psychoschirugie vereist (invasief) indien toegepast op levend wezen

Question 17

Electro-encofarografie (EEG)

Answer 17

graduele potentiale
meter graduele potentiale (EPSP en IPSP) op neuronen met gelijke oriëntatie die tegelijk actief zijn
- goedkoop
- non-invasive
- hoge temporele resolutie
nadeel;
- lage spatiele resolutie
- bron van activiteit moeilijk te achterhalen

Question 18

Waarom kan een EEG geen actiepotentialen meten?

Answer 18

Actiepotentialen zijn alleen op de huis meetbaar wanneer ze in grote clusters neuronen voorkomen

Question 19

Event-related potentials (ERP)

Answer 19

neurotoxisch -> reductie
autisme -> geen reductie

Question 20

Magneto-encefalografie (MEG)

Answer 20

magnetische tegenhanger van de EEG
Minder verstoringen door de magneet.
- non-invasief
- hoge temporele resolutie
- hoge spatiele resolutie
nadelen;
- veel duurder
- bron activiteit moeilijk te achterhalen

Question 21

Bron lokaliseren bij EEG en MEG

Answer 21

eerst activiteit meten, dan pas verklaren wat de bron was.
inverse probleem -> geen unieke oplossing voor waargenomen activiteit (meerdere oorzaken)

Question 22

Histologie

Answer 22

kleuren van dunnen plakjes hersenweefsel post mortem, ex vivo of in vitro

Question 23

Computed Tomography (CT)

Answer 23

• hoge spatiele resolutie
• relatief goedkoop
  nadelen;
• lage temporele resolutie
• maakt gebruikt van röntgenstralen, kan DNA beschadigen

-> geschikt voor lokatie van botbreuken, hersentumoren of leasies

Question 24

CT kan geen onderscheid maken tussen;

Answer 24

witte stof en grijze stof

Question 25

Magnetic resonance imaging (MRI)

Answer 25

magnetische tegenhanger van de CT
- hoge spatiele resolutie
- grijze en witte stof te onderscheiden
- non-invasief (onschadelijk)
Nadelen;
- lang stilliggen in nauwe ruimte
- lage temporele resolutie

Question 26

Waterstofatomen (MRI)

Answer 26

gedragen zich als spinnende staafmagneten bij magnetisch veld. veel waterstof = donker weinig = licht. geschikt om hersenweefsel in detail te onderzoeken.

Question 27

Diffusion tensor imaging (DTI)

Answer 27

methode MRI die stroomrichting van watermoleculen detecteert.
- water kan relatief vrij bewegen in axonen, minder vrij in cellichamen
- gebruikt om (virtuele) afbeeldingen te maken van zenuwbundels in het CZS en om verandering in myelinisatie van axonen te monitoren

Question 28

Magnetic resonance angiography (MRA)

Answer 28

MRI voor imaging van bloedvaten

Question 29

Functionele imaging technieken (FMRI)

Answer 29

Functionele MRI
- hoge spationele resolutie
- non invasief
nadeel;
- lage temporele resolutie

FMRI meet verandering in hersenactiviteit door relatieve verschillen in bloedtoevoer of stoffen in het bloed te meten

“zuurstofrijk bloed is minder magnetisch dan zuurstofarm”

Question 30

Blood-oxygen-level-dependent imaging (BOLD)

Answer 30

Functional near-infrared spectroscopy (fNRIS)
= vorm van optische tomo-grafie
- goedkoop
- redelijke temporale resolutie
- redelijke spatiele resolutie
Nadeel;
- maximale diepte = 2 cm, beperkte oppervlakte

• gebruikt de mate van gereflecteerd infrarood licht om activiteit van hersenweefsel te bepalen.
  (fMRI maar dan oppervlakkig)

Question 31

Postron emission tomography (PET)

Answer 31

• redelijke hoge spatiele resolutie
  nadelen;
• lage temporele resolutie
• vereiste injectie van kleine hoeveelheid water met radioactieve moleculen (=duur)
• gebruikt om metabolische activiteit van hersenweefsel te bestuderen

Question 32

Gecombineerde technieken

Answer 32

EEG en fNRIS = hoge temporele en spatiele resolutie (beperkte oppervlak lagen)

EEG en fMRI = hoge temporele en spatiele resolutie (vereist compatibele EEG versterkers = duur