Hoorcollege 12

Question 1

tijdens de cursus hersenen en gedrag gaan we ervan uit dar;

Answer 1

het CZS gedrag produceert dat belonend is of gericht op het reduceren van aversieve ervaringen

Question 2

de hersenen hebben;

Answer 2

stimulate nodig; verveling is aversief

Question 3

Innate releasing mechanism

Answer 3

specifiek gedrag tripleren dat onze overlevingskans vergroot

Question 4

gedrag bestaat volgens Darwin omdat

Answer 4

het adaptief was en daardoor gunstig voor de overleving

Question 5

Preparedness

Answer 5

omgevingsinvloeden interactieren met een brein dat is. voorgeprogrammeerd om op een bepaalde manier te reageren

Question 6

smaak aversie

Answer 6

aangeleerde associatie tussen smaak/geur en ziekte

Question 7

reuk (olfaction)

Answer 7

400 soorten geur receptoren in het olfactorische epitheel reageren op chemische signalen
(we zouden meer geuren moeten kunnen onderscheiden maar we hebben hier de taal niet voor)

Question 8

Olfactorische receptoren

Answer 8

regenereren ongeveer iedere 60 dagen
(auditief, visueel en somatosensorische doen dit niet)

Question 9

Primaire pad (reuk)

Answer 9

naar pyriforme cortex en amygdala

Question 10

secundaire pad (reuk)

Answer 10

richting obitofrontale cortex via thalamus

Question 11

rond het 20e levensjaar

Answer 11

hebben mensen ongeveer 50% van hun smaakreceptoren verloren

Question 12

2 paden voor smaak richting het brein

Answer 12

• via thalamus naar S1 en primaire smaakcortex
• naar hypothalamus en amygdala

Question 13

gemotiveerd gedrag

Answer 13

gedrag dat een bepaal doel (lijkt) te vervullen

belangrijkste betrokken hersengebieden
- hypothalamus + hypofyse
- limbisch systeem
- frontaalkwabben

Question 14

Regulerend gedrag

Answer 14

• noodzakelijk voor de overleving
• gereguleerd door interne stimuli -> homeostatisch mechanisme
• gecontroleerd door hypothalamus -> beïnvloed zowel het endocriene systeem als autonome zenuwstelsel

Question 15

niet-regulerend gedrag

Answer 15

• niet noodzakelijk voor overleving van individu
• sterk beïnvloed door externe stimuli -> input via sensorische systemen
• gecontroleerd door prefrontale cortex, limbisch systeem en hypothalamus

Question 16

Hypofyse achterkwam

Answer 16

ontvangt hormonen via axonen en hypothalamus

Question 17

Hypofyse voorkwab

Answer 17

ontvangt ‘Releasing hormonen’ van hypothalamus via kleine haarvaten.
maakt vervolgens zelf hormonen aan

Question 18

Hormoon-regulerende activiteit in hypothalamus wordt gecontroleerd door

Answer 18

feedback lope = homeostase
neurale regulatie = sensorische stimulatie
eerdere ervaringen = neurale plasticiteit

Question 19

Appraisal theorie

Answer 19

dat emoties worden geëxtraheerd uit onze evaluaties van gebeurtenissen die specifieke reacties bij verschillende mensen veroorzaken.

Question 20

Subjectieve gevoelens (emotie)

Answer 20

angst, woede, liefde etc.
-> amygdala

Question 21

Fysiologische repsonse (emotie)

Answer 21

autonome lichamelijke reacties
-> hypothalamus

Question 22

Cognitie (emotie)

Answer 22

evaluatie van stimulus, gedachte aan ervaring
-> cerebrale cortex

Question 23

Gyrus cinguli

Answer 23

evaluatie van beloning en straf

Question 24

Organisatie limbisch circuit

Answer 24

hippocampus, amygdala en prefrontale cortex verbinden allemaal met de hypothalamus

-> de corps mammilaria projecteren naar de thalamus, die vervolgens projecteren naar de gyrus cinguli -> weer terug naar de hippocampus, amygdala en prefrontale cortex

Question 25

de frontaalkwab =

Answer 25

rationele rem op emotioneel gedrag