Hoofdstuk 11: sexual disorders and gender variations Flashcards

1
Q

categorieën in DSM-5 voor seksualiteit

A
  • seksuele dysfunctie
  • parafilie stoornissen
  • gender dysforie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

seksuele dysfunctie

A

een persistente onmogelijkheid om normaal te functioneren op een bepaald gebied van de seksuele respons cyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

parafilie stoornis

A

repetitieve en intense seksuele drangen en fantasien in reactie tot objecten of situaties die de samenleving als innapropriate ziet. En handelen hier misschien ook op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gender dysforie

A

het continue gevoel dat je als de verkeerde seks geboren bent. identificeren met het andere gender en hier ook stress en impairment door ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer kun je iemand diagnosticeren met seksuele dysfunctie

A

problemen moeten
- minstens 6 maanden aanwezig zijn
- significante stress en impairment veroorzaken
- niet aan een ander nonseksueel psychiatrisch probleem toe te schrijven kunnen zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de seksuele respons cyclus

A
  • verlangen = fantasieën
  • opwinding = lichamelijke reactie
  • plateau fase = hoog, maar stabiel level van opwinding
  • orgasme fase
  • resolutie fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

manier van seksuele dysfunctie clusteren

A
  • levenslang = vanaf eerste seksuele ervaring
  • verworven = eerst wel normaal
  • globaal = dysfunctie is aanwezig bij alle seksuele situaties
  • situatief = alleen aanwezig in bepaalde situaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stoornissen in de verlangen fase

A
  • male hypoactive sexual desire disorder
  • female sexual interest/arousal disorder

lage interesse in sex en weinig opwinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stoornissen in de verlangen fase

A
  • male hypoactive sexual desire disorder
  • female sexual interest/arousal disorder

lage interesse in sex en weinig opwinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

biologische oorzaken van laag seksueel verlangen

A
  • hormonen
  • chronische ziekte (indirect resultaat van stress, pijn, depressie door de ziekte)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

psychologische oorzaken voor laag seksueel verlangen

A

angst, depressie of boosheid. angstige gevoelens over seks zorgen voor minder verlangen, of stoornissen zoals depressie en OCD.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

socioculturele oorzaken laag seksueel verlangen

A

attitudes, angsten en psychologische stoornissen vinden plaats in een sociale context dus kunnen socioculturele factoren ook gelinkt worden aan lage verlangens.
- situationele druk
- relatieporblemen
- culturele standaarden
- trauma
- leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stoornissen in de opwindingsfase

A

bij vrouwen kan dysfunctie in opwinding horen bij de seksuele interest/fantasie fase. bij mannen kan het ook in de fysieke opwindingsfase zijn los van de voorgaande fase. -> erectile dysfunction

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

erectile dysfunctie oorzaken

A
  • hormonen
  • bloedtoevoer (onderzoeken door erecties tijdens rem-slaap)
  • performance anxiety
  • spectator role
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

orgasme disorders

A
  • premature ejaculation
  • delayed ejaculation
  • female orgasmic disorder = geen, laag intens of verlaat orgasme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

oorzaken orgasme stoornissen

A
  • biologische oorzaken
  • stress over seksuele activiteit en negatieve gedachten (psychologisch)
  • sociocultureel - onderdrukking van seksuele uiting bij vrouwen.
17
Q

geneto-pelvic pain/penetration disorder

A

discomfort en pijn bij intercourse; vaginismus of dyspareunia bij mannen

18
Q

behandeling voor seksuele dysfunctie algemeen

A

stappen sex therapie
- probleem vaststellen en conceptualiseren
- gedeelde verantwoordelijkheid
- educatie over seksualiteit
- identificatie emoties
- attitude verandering
- eliminatie performance anxiety en spectator rol
- seksuele en communicatie skills verhogen
- destructieve levensstijl en koppel interacties veranderen
- fysieke en medische factoren aankaarten

19
Q

parafilies

A

patronen van intens seksuele neigingen, fantasiën of gedragingen mbt objecten of situaties buiten de seksuele norm.

geen uitleg voor en geen behandelingen

20
Q

parafilies:

A
  • fetishistic disorder
  • transvestic disorder
  • exhibitionistic disorder (laten zien)
  • voyeuristic disorder
  • frotteuristic disorder
  • pedophilic disorder
  • sexual masochism disorder (pijn krijgen)
  • sexual sadism disorder (pijn toedoen)
21
Q

gender dysforie

A

als iemand zich niet het gender voelt wat hen is toegeschreven bij geboorte.

22
Q

mogelijke oorzaak van gender dysforie

A
  • biologische aanleg; tweelingstudies, andere hersenstructuren en reactie op hormonengeur (zweet)
  • transgenders hebben een uniek brein, niet dat van man of vrouw.
23
Q

behandelingen gender dysforie (transgender)

A
  • psychologisch: opbouwen kennis over benodigdheden en gevoelens, minderen angst/depressie/boosheid
  • biologisch: genderveranderingen; hormonen en surgery
  • cognitive-behavioral: educatie en support