probleem 6: overworked gevolgen Flashcards

1
Q

Informatieproces (gedragsconsequenties)

A
  • Chronische stress heeft invloed op geheugen, reactietijd, accuraatheid en prestatie.
  • Door de gelimiteerde cognitieve bronnen, verslechteren stressvolle situaties die zulke bronnen beperken het vermogen om met de taak om te gaan. Stress is ook gerelateerd aan lagere creativiteit en slechtere keuzes maken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

prestatie (gedragsconsequenties)

A
  • Arousal en prestatie hebben een omgekeerde-U relatie; als arousal (of stress) stijgt, stijgt prestatie, maar tot een bepaald punt. Als arousal te hoog is, zal prestatie afnemen. Lage levels van arousal (verveling) en hoge levels van arousal (extreme stress) resulteren in lage prestatie. Gemiddelde arousal kan leiden tot hoge motivatie, energie en alertheid (eustress).
  • Kritiek: er zijn meer factoren die werkprestatie kunnen beïnvloeden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

counterproductief werkgedrag

A

Spector en Fox maakten een stressor-emotie model die stressoren linkte met counter productieve werkgedragingen. Stressoren van de werkomgeving lieten percepties van stress stijgen die kunnen leiden tot negatieve emoties en eventueel counter productieve werkgedragingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Fysieke gevolgen overworked

A

 stressvolle situatie  overactiviteit sympathisch zenuwstelsel. Afzwakking immuunsysteem, maagproblemen, moeheid, hoofdpijn, hyperventilatie, slaaptekort, geen eetlust, rugklachten, lage bloeddruk, hogere hartslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Psychologische gevolgen overworked

A

 Depressie, burn-out, angst/anxiety, teleurgesteld/ontevreden, boos, minder zelfvertrouwen, omdat je gaat twijfelen aan je eigen kunnen. Chronische stress  negetief effect op geheugen, aandacht, reactietijd, nauwkeurigheid, minder creatief en kleine foutjes maken. Kan ook leiden tot alcohol- en drugsmisbruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

burnout + 3 componenten

A

extreme staat van psychologische strain door een lange reactie op een chronische stressor op het werk. Dit is zo heftig dat de persoon er niet mee kan omgaan.  patroon is in veel landen hetzelfde.
3 componenten:
* Emotionele uitputting: leid tot onder andere afwezigheid en vermoeiing.
* Depersonalisatie/cynisme: kan leiden tot behandeling van klanten en patiënten als objecten of vijhandig worden.
* Lage persoonlijke accomplishment: mensen hebben het idee dat ze weinig bereiken op werk en verliezen hierdoor hun motivatie en presteren minder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voorkomen/ verminderen burnout

A
  • Pauze nemen van werk  vakantie of tijdens vrije uren niet aan werk denken. Effecten zijn van korte duur.
  • Organisaties kunnen hun managers aanmoedigen om emotionele steun te verzorgen voor medewerkers door hen positieve feedback te geven en hen mee te nemen in discussies.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Demand-Control model

A

 Model voorspelt het risico op stress-gerelateerde ziektes en actieve/passieve gedragscorrelaties van werk.
 Er zijn twee factoren die meespelen bij het veroorzaken van stress.
1. Job demands: werklading en intellectuele vereisten van het werk (psychologische druk).
2. Job desicion latitude: combi van job control en skill use. Job control: autonomie van het werk. Skill use: capaciteiten van persoon benutten.
 De hoogte van deze twee factoren bepaalt of er stress zal zijn op het werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

4 soorten werk volgens dcm

A
  • High-strain jobs: banen met hoge vereisten en weinig latitude.
  • Actieve banen: banen met hoge eisen en veel latitude (manager).
  • Passieve banen: banen met lage eisen en weinig latitude (conciërge).  Niet motiverend en je leert weinig.
  • Low-strain jobs: banen met lage eisen en veel latitude (architect).
     High-strain jobs leiden tot stress, depressie, uitputting en weinig voldoening. Ook is er een hogere kans op ziekte. Actieve banen  stimulerend en goed voor gezondheid.

Volgens theorie leiden hoge eisen van het werk alleen tot stress als de werknemer weinig controle heeft. het hebben van controle kan dan ook de negatieve effecten van de hogen eisen verminderen  soort stress buffer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

2 hypotheses

A
  • Job strain hypothesis: de meest negatieve reacties van psychologische strain (vermoeiing, anxiety, depressie) treden op als de psychologische eisen van het werk hoog zijn en de decision latitude van de werknemer laag is.
     vb eisen: gevaar, mentale arousal, lastige coördinatie. Een bepaalde hvh eisen is nodig  nieuwe dingen leren en effectieve prestaties. Te hoog -> omgekeerde U.
  • Active learning hypothesis: een baan zorgt voor leren en groeien als de controle hoog is en als de psychologische eisen ook hoog zijn, maar niet te hoog.  als persoon een keuze maakt om met een bepaalde stressor om te gaan en dit blijkt effectief  coping strategie geleerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly