TWT P5 AK Flashcards

1
Q

Wat is akkerbouw

A

het verbouwen van voedingsgewassen en niet eetbare gewassen op stukken grond. (akkers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is arbeidsextensief

A

bedrijf dat weinig arbeid nodig heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is arbeidsintensief

A

bedrijf dat veel arbeid nodig heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is archipel

A

eilandengroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

assemblage

A

het in elkaar zetten van iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

beroepsbevolking

A

mensen die betaald werk doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bevolkingsdichtheid

A

gemiddelde aantal mensen per vierkante meter inw/km²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bosbouw

A

het kweken van bomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

breedteligging

A

de afstand van een plaats tot de evenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

commerciële dienstverlening

A

dienstverlening met als doel om geld te winnen, handel, banken, transport, winkels etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

cultuur

A

alles wat je hebt geleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

cultuurgebied

A

gebied met overeenkomst in cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

diffusie

A

de verspreiding van cultuur elementen van het ene naar de andere cultuurgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

dimensie

A

de invalshoek van waaruit je een bepaald onderwerp bekijkt: economisch, technisch, demografisch, etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

etnische groep

A

deel van een volk dat in een ander land bij elkaar woont

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

evenaar

A

lijn dat de aarde in twee stukken verdeelt: noordelijk halfrond en zuidelijk halfrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

geboorteoverschot

A

als er meer kinderen geboren worden dan dat mensen sterven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

informele sector

A

ongeschoold, slechtbetaald werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

irrigatie

A

het kunstmatig nathouden van landbouwgronden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

kapitaalintensief

A

als een bedrijf dure kapitaal goederen nodig heeft om te kunnen produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

kolonie

A

gebied in een ander werelddeel dat in bezit is van (meestal) een Europees land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

krottenwijk

A

een zelfbouwwijk met slechte huizen, weinig voorzieningen en onzekerheid voor de bewoners of ze er mogen blijven wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

kunstmatige grens

A

een grens dat door mensen is bepaald en weergegeven door borden en grenspalen

24
Q

landbouw

A

het houden van dieren of het verbouwen van gewassen voor menselijk gebruikt

25
Q

lingua franca

A

taal die op grote schaal door mensen met een andere moedertaal gesproken wordt.

26
Q

mechanisatie

A

vervangen van menselijk arbeid door machines

27
Q

megalopolis

A

een aantal aaneengesloten stedelijke gebieden met meerdere centrale steden die ieder meer dan 1 miljoen inwoners hebben

28
Q

monocultuur

A

verbouwen van één product

29
Q

multicultureel

A

mensen uit verschillende culturen die met elkaar samenleven

30
Q

natie

A

een volk dat in één staat woont

31
Q

natievolk

A

een staat waar één volk in woont

32
Q

natuurlijke bevolkingsgroei

A

bevolkingsgroei of bevolkingsafname door het aantal geboortes en het aantal mensen gestorven

33
Q

natuurlijke grens

A

een grens langs een natuurlijk obstakel zoals een rivier of gebergtes

34
Q

overbevolking

A

als er in een gebied te veel mensen heeft dan dat de middelen van bestaan toe laten

35
Q

plantage

A

landbouwonderneming waar op grote schaal één bepaald gewas wordt verbouwd

36
Q

primaire sector

A

werk waarbij producten regelrecht uit de natuur worden gehaald

37
Q

Zeg definitie luid op voordat je het antwoord bekijkt

primate city

prie-maa-te sit-ie

Iedereen doet zijn handel vaak in de primate city

A

een stad die veel groter en belangrijker is dan elke andere stad in het land

38
Q

quartaire sector

A

niet commerciële diensten zoals: gezondheidszorg, onderwijs, rechtsspraak etc

39
Q

ruraal-urbane migratie

A

de migratie van het platteland naar de stad

40
Q

sawa

A

rijstakker die door irrigatie onder water staat

41
Q

secundaire sector

A

werk waarbij producten uit de primaire sector worden bewerkt

42
Q

sociale bevolkingsgroei

A

verandering van bevolkingsaantal door vestigingen en vertrekkingen

43
Q

schiereiland

A

een gebied dat door drie kanten omringd is door zee

44
Q

staat

A

een gebied met duidelijke grenzen en een bestuur dat eigen baas is

45
Q

stijgingsregen

A

regen dat ontstaat door de opwarming van de lucht, waardoor die lucht gaat stijgen en afkoelen

46
Q

tertiaire sector

A

alle bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten, in het bijzonder commerciële dienstverlening.

47
Q

tropen

A

warme luchtstreek bij de evenaar tussen 23,5 noordelijk halfrond en 23,5 zuidelijke half rond

48
Q

tropisch klimaat

A

warme, vochtige klimaat met een gemiddelde temp die altijd hoger is dan 18

49
Q

tropisch regenwoud

A

dicht ondoordringbaar bos in de warme, vochtige tropen

50
Q

tuinbouw

A

een vorm van akkerbouw, met speciale tuinbouwgewassen zoals groente, fruit en bloemen

51
Q

urbanisatiegraad

A

het percentage stedelingen in een land

52
Q

urbanisatietempo

A

de snelheid waarmee de urbanisatiegraad toeneemt

53
Q

veeteelt

A

het houden van dieren voor bepaalde producten

54
Q

verstedelijking

A

stijging van het percentage mensen dat in een stad woont

55
Q

volk

A

een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont en dezelfde cultuur heeft.