1.4 Tijd

Question 1

Spanning

Answer 1

Spanning wordt opgeroepen door alles wat maakt dat je verder wilt lezen. Bijvoorbeeld open plekken, vooruitwijzingen of een andere vorm van a-chronologie, wisseling van perspectief of een onbetrouwbaar perspectief.

Question 2

Sovjet-Unie

Answer 2

De Sovjet-Unie of USSR (Unie van Socialistische Sovjetrepublieken) bestond uit het huidige Rusland en een groot aantal andere staten. Na het uiteenvallen van de Unie in 1991 werden de staten onafhankelijk.

Question 3

Golfoorlog

Answer 3

Tijdens de Eerste of Perzische Golfoorlog (1990-1991) viel Irak onder leiding van Saddam Hoessein buurland Koeweit binnen. Later werden de Iraakse troepen door een internationale coalitie, geleid door de VS, weer uit Koeweit verdreven.

Question 4

Vertelheden

Answer 4

Het ‘nu’ in het verhaal.

Question 5

Flashback

Answer 5

Terugblik of herinnering. De verteller vertelt over iets wat in het verleden heeft plaatsgevonden. Flashbacks zijn altijd belangrijk: ze verhelderen iets wat van belang is voor het verhaal.

Question 6

A-chronologie

Answer 6

Verstoring van de chronologie; de gebeurtenissen worden niet in de chronologische volgorde beschreven.

Question 7

Vooruitwijzing

Answer 7

Je leest iets over wat er nog gaat gebeuren, vaak zonder dat je weet wat er precies gaat gebeuren. Daardoor dragen vooruitwijzingen bij aan de spanning van het verhaal.

Question 8

Vertraging

Answer 8

De gebeurtenissen worden ‘langzaam’ verteld, bijvoorbeeld doordat ze worden onderbroken door beschrijvingen.

Question 9

Open plekken

Answer 9

Vragen die het verhaal oproept. Soms wordt een open plek al na een paar regels ingevuld, maar het komt ook voor dat een open plek pas helemaal aan het einde van het verhaal (of helemaal niet) worden ingevuld.

Question 10

Cliffhanger

Answer 10

Het verhaal wordt onderbroken op een spannend moment.