Week 3 - Oefentoets Flashcards

1
Q

Welke druk binnen het Starling evenwicht zorgt voor resorptie van interstitieel vocht?

A

colloid osmotische druk in het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk gevolg heeft een toegenomen capillaire druk aan de veneuze kant?

A

Toename van capillaire filtratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In welke aterie wordt de bloeddruk gemeten?

A

A. Brachialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is geen functie van het lymfestelsel?

A

Zuivering van het bloed in het interstitium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk onderdeel van het lymfestelsel is het kleinst?

A

Lymfecapillairen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de functie van de lymfecapillairen?

A

Opanme van het overtollig interstitieel vocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een kenmerk van de precollectoren

A

Er is zowel sprake van kleppen als poriën tussen de endotheelcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen precollectoren en collectoren?

A

Procollectoren nemen vocht op uit het interstitium, collectoren niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In welke vena komt het lymfevocht weer terug de bloedbaan in?

A

vena subclavia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is geen functie van de lymfeknopen?

A

Productie van lymfevocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dysfunctie van de kleppen van het veneuze systeem kan leiden tot oedeem. Welke oorzaak ligt hieraan ten grondslag?

A

Hoog volume insufficientie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij een bepaald persoon is er sprake van een genetisch afwijking, waardoor het lymfestelsel zich niet goed ontwikkeld. Welke vorm van oedeem kan hierdoor ontstaan?

A

Primair lymfoedeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Corona phlebectatica paraplantaris is een verschijnsel van

A

Chronisch veneuze insufficientie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij welk soort oedeem kan ulcus crusis ontstaan?

A

Veneus oedeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Secundair lymfoedeem kan ontstaan als gevolg van…?

A

Een operatie waarbij 1 of meerdere lymfeknopen worden verwijderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Atrofie blanche is een verschijnsel dat voornamelijk kan ontstaan bij…?

A

Veneus oedeem

17
Q

Bij welk stadium van lipoedeem wordt hier beschreven: ‘ontstaan subcutane ‘ walnoot tot appel grote’. Induraties met een irregulair uiterlijk van de overliggende huid.

A

Stadium 2

18
Q

Welk verschijnsel hoort NIET bij veneus oedeem?

A

Fibrose

19
Q

Wanneer is er sprake van non-pitting oedeem?

A

Een te veel aan ‘niet-vrij’ weefselvocht, waardoor de huid niet meer ingedrukt kan worden

20
Q

Waarvan is het syndroom van Turner een voorbeeld?

A

Primair lymfoedeem