Week 2 - Oefentoets

Question 1

Waar is de arteria poplitea palpapel?

Answer 1

Knieholte

Question 2

Welke van de onderstaande bloedvaten hebben permeabele wanden?§

Answer 2

Capillairen

Question 3

Wat is de volgorde van klein naar groot van het arteriele systeem?

Answer 3

Capillairen, arteriolen, arterien

Question 4

Waaruit bestaat de tunica intima bloedvat?

Answer 4

Endotheel en collagene vezels

Question 5

Wat is de functie van de grote elastische arterien?

Answer 5

Transport van bloed

Question 6

De linker ventrikel pompt bloed in de (1) en de rechter ventrikel pompt bloed in de (2)

Answer 6

(1) aorta en (2) vena pulmonalis

Question 7

Wat is de impact van de adempomp?

Answer 7

tijdens inspiratie de druk in de thorax daalt, waardoor bloed aangezogen wordt naar het hart

Question 8

Hoe is de bloeddruk aan het eind van de capillairen in vergelijking aan het begin van de capillairen?

Answer 8

De bloeddruk is gelijk

Question 9

Wanneer is er sprake van hypertensie?

Answer 9

Bij 140mm Hg

Question 10

Bij welke vaten is de bloeddruk onder normale omstandigheden het laagst?

Answer 10

Vena cava inferior

Question 11

Hoe wordt de actiefase van het hart genoemd?

Answer 11

Systole

Question 12

Wat is de gemiddelde hartfrequentie van een gezond persoon in rust?

Answer 12

60 - 80

Question 13

Wat is een onderdeel dat geen mechanisme om de bloedstroom constant te houden?

Answer 13

Lymfepomp

Question 14

Waardoor kan chronisch veneuze insufficientie ontstaan?

Answer 14

Problemen in de afvoer van veneus bloed

Question 15

Wat is de enkel-arm index?

Answer 15

Een maat voor de arteriele bloeddoorstroming?

Question 16

Wat is een beschrijving van het Starling evenwicht?

Answer 16

Evenwicht van vochtverdeling tussen interstitium en capillairen

Question 17

Hoe wordt de druk van het bloed in het bloedvat op het interstitium genoemd?

Answer 17

Hydrostatische druk

Question 18

Wat gebeurd er als iemand veel zout heeft gegeten en daardoor meer vocht vasthoud?

Answer 18

Dan stijgt de hydrostatische druk

Question 19

Wat gebeurd er met het Starling effect als iemand zeer eiwitarm eet?

Answer 19

Een verminderde colloid osmotische druk in het bloed

Question 20

Bij een persoon met oedeem waarbij het lymfestelsel nog intact is, maar de lymfeproductie sterk verhoogd is er sprake van:…

Answer 20

High output insufficientie