Practicum 2 &WG 4 Flashcards

1
Q

Stappen voor het verkrijgen van een coupe

A
  1. weefsel verkrijgen
  2. weefsel fixeren (FORMA-ALDEHYDE)
  3. weefsel inbedden (stevigheid tijdens snijden)
  4. weefsel snijden (dikte LM is 3-5 micrometer, EM is 80nm nog kleiner)
  5. verwijderen inbedmiddel
  6. weefsel kleuren (met HE bij LM en bij EM zware metalen)
  7. Afdekken met afdekglas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt EM voorbereid?

A

De coupe op dezelfde manier behalve dat de coupe gekleurd wordt met zware metalen. De elektronenbundels die afgeschoten worden, worden op bepaalde manier afgestoten. En daarna met koperglaasje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat valt waar te nemen met LM en EM?

A

LM: weefsel en rangschikking van cellen, celkernen en structuren erin, cytoplasma en structurering. Hierbij is zure structuren met HE paars of roze door fosfaatgroep. Celkern is paars en cytoplasma is roze door DNA en RNA.
EM: alle celorganellen, membranen, eiwitcomplexen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doet een SEM (scanning elektronenmicroscoop)?

A

Gebruikt elektronenbundels om oppervlak te scannen, dat gecoat is met zwaar metaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat maakt een ijkpunt in LM betrouwbaarder dan EM?

A

Ijkpunt heeft meestal zelfde grootte en gebruikt ter vergelijking. In LM zijn de coupes dikker dan EM waardoor ze betrouwbaarder zijn. Nucleoli hangt af waar je doorheen snijdt, dit verschilt in doorsnede.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is er fout gegaan bij de i-cell ziekte?

A

Dit is autosomaal recessief aandoening. Er is mutatie in GNPTAB-gen. Hierdoor wordt UDP-N-acetylglucosamine-1-fosfotransferase niet aangemaakt. Dit zorgt normaal voor dat eiwitten die naar lysosomen gaan een fosfaatgroep aan mannose gebonden krijgen. Als gevolg wordt eiwit uit cel gebracht naar andere lysosomen. Ook is er lysosomale ophoping door afvalstoffen. Dus in i-cel blijven toxische stoffen ophoping en gaat cel dood.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn symptomen van i-cell?

A

uitpuilende ogen, dikke tong, misvormde skelet, uitgezette organen, dwerggroei, verhoogde kans op longinfecties. Behandeling is symptomatisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is er fout gegaan bij familiaire hyperchlosterolemie (FH)?

A

Dit is autosomaal dominant ziekte waarbij deze mensen een hoge cholesterolgehalte in het bloed hebben. Normaal maakt lever en verwerkt cholesterol en filtreert het slecht LDL-cholesterol. Mensen met afwijking kan het lever niet goed cholesterol filtreren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Door welke 3 genen wordt FH veroorzaakt?

A
  • LDLR-gen: codeert voor LDL-receptoren. heterozygoten hebben nog werkende en homozygoten niet.
  • ApoB-gen: dit codeer voor een ligand, hierdoor wordt LDL niet herkend en kan niet binden aan receptor.
  • PCSK9-gen: deze enzym zorgt normaal voor remming van recycling van LDL-receptor maar nu nog meer.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt FH gedeeltelijk opgelost door de lichaam?

A

Er is ophoping van LDL met cholesterol in bloed omdat het niet kan binden aan de receptor. Cel gaan zelf cholesterol aanmaken door het enzym HMG-CoA.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt normaal gesproken LDL gemaakt in de lever?

A

Lever maakt eerst VLDL (very low density lipoproteins), daarna IDL (intermediate density protein) en dan LDL (low protein density lipoprotein). LDL wordt gebonden aan transporteiwit en vervoerd naar cellen. LDL-receptor bindt hieraan en er wordt vesikel gevormd met clatherine coating. Vesikel fuseert met endosoom en dan lysosoom. LDL-receptor wordt gercycled. Lysosoom breekt dit af en cholesterol komt vrij in de cel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 5 klassen van mutatie in FH?

A
  1. fout bij synthese van LDL-receptor
  2. Fout bij vouwing van receptor
  3. Verstoring van LDL binding (ligand mist door ApoB)
  4. verstoring internalisatie LDL-receptor
  5. LDL laat niet los van LDL receptor in endosoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn sympotomen en behandeling?

A
  • sympotomen zijn xanthomen (vetophoping hand en pees), witte ring rondom ogen en atherosclerose (aderverklaing).
  • behandeling is chlosterol verlagende middelen, gezonde leefstijl, statines (remmen HMG-CoA) en Ezetimide (verlaagt opname van cholesterol in darmen).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er bij cystic fibrose (CF)?

A

Dit is erfelijke ziekte die epitheelcellen aantast die slijm, verteringssappen en zweet produceren. Hierdoor is er schade aan long, verteringsstelsel en andere organen. Dit heet ook wel taaislijmvlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de pathologie achter CF?

A

Er is mutatie in CFTR-gen waardoor CFTR-eiwit niet zijn werk kan doen. Dit vormt een kanaal dat zorgt voor transport van chloride-ionen in en uit de cel om slijm dun te houden, dit is ATP vereiste.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke gevolgen heeft het CFTR eiwit op epitheelcellen als die geen CL kan transporteren?

A
  • zweetklieren: Na en Cl kunnen niet opgenomen worden, er zijn geen cl-kanalen. Dus zweet ruikt sterk en is zoutig.
  • longepitheel: Cl-ionen kunnen de cel niet uit. Dit trekt water en zout aan en hierdoor wordt slijm in de longen dik.
  • alvleesklier: Door de dikke slijm wordt afvoerbuis van pancreas geblokkeerd. verteringsenzymen kunnen niet bij het eten.
17
Q

Wat zijn de symptomen van CF?

A
  • veel hoest
  • dikke slijm
  • verstopping
  • hoog zout in zweet
  • verhoogde kans op longontsteking, afvalstoffen worden niet vervoerd
  • COPD
  • pancreatitis
18
Q

De 6 klassen van CF

A

KLASSE:
1. ergste vorm, defecte mRNA
2. meest voorkomend, vouwing en modificatie van eiwit gaat fout
3. kanaal gaat niet goed open
4. toegang van Cl-ionen is beperkt
5. minder eiwitten aangemaakt
6. CFTR eiwit wordt te snel afgebroken

19
Q

Behandelings van CF

A
  • potentiators: middelen om kanaal open te houden
  • correcters: eiwit goed vouwen
  • amplifiers: stimuleren aanmaak van meer eiwitten
  • slijmverdunners en bronchodilatie
20
Q

Wat is de ziekte van Pompe?

A

Dit is autosomaal recessief ziekte. Net als i-cell is er hier ook lysosomale ophoping. GAA-gen maakt alfa-glucosidase dat zorgt voor omzetting glycogeen naar glucose. Hierdoor is ophoping van glycogeen in lysosomen en leids tot celdood in spiercelen. Symptomen zijn hypotonie, verminderde spierkracht, moeite met ademhalen, horen eten en ptosis.

21
Q

Wat is behandeling voor ziekte van Pompe?

A

er wordt dmv een infuus alfa-glucosidase enzymen geïnjecteerd in cellen. Deze hebben een mannose-6fosfaat waardoor ze naar lysosomen gaan en hun werk doen.

22
Q

welke 2 vormen van pompe is er?

A
  • infantiel: dodelijk
  • late on-set: later achter komen