VO.2 - Symptoompalliatie bij longkanker

Question 1

Waar moet naar gekeken worden tijdens een pleura punctie/thoracocentese?

Answer 1

Aspect van het vocht:
A) helder: transsudaat (kan komen door overvulling door hartproblemen)
B) geel/oranje: eiwitrijk exsudaat door een plaatselijke oorzaak zoals een ontsteking

Question 2

Wat willen we verzamelen bij een pleurapunctie/thoracentese?

Answer 2

Pleuravocht opzuigen

Question 3

Wat is belangrijk bij een pleurapunctie/thoracentese?

Answer 3

• transcutaan aanprikken vocht
• patiënt rechtop (vocht zakt naar beneden)
• 1e intercostaal ruimte onder niveau van de demping prikken
• in de bovenrand van de rib loodrecht op de thoraxwand prikken
• bij ontlastende puncties gebruiken van een dunne katheter

Question 4

Hoeveel mag er tijdens een ontlastende punctie maximaal worden afgenomen? Waarom?

Answer 4

1500 ml
Anders kan patient flauwvallen door vochtverlies door hemodynamische instabiliteit

Question 5

Wat zijn complicaties van een pleurapunctie/thoracentese?

Answer 5

• flauwvallen door vochtverlies
• bloeding
• infectie
• pneumothorax

Question 6

Wat zijn contra-indicaties voor pleurapuncties?

Answer 6

1. bloedverdunners
2. lage trombo’s (tgv bvb chemo)

Question 7

wat is het verschil tussen exsudaat en transsudaat?

Answer 7

Beiden: uittredend vocht met daarin opgelost materiaal

Exsudaat: ontstaat door een plaatselijke oorzaak, zoals een ontsteking

Transsudaat: ontstaat door oorzaken elders, zoals verschillen in hydrostatische druk of osmotische druk (bevatten minder eiwit)

Question 8

Hoe kunnen we exsudaat onderscheiden van transsudaat?

Answer 8

Met de light criteria
Als aan 1 dan = exsudaat
Transsudaat = allemaal negatief

1. Pleural Total Protein/Serum Total Protein ratio > 0.5
2. Pleural LDH/Serum LDH ratio > 0.6
3. Pleural LDH > 2/3 boven het limiet van normaal serum LDH

Question 9

Wat kunnen twee directe effecten zin van een ontlastende punctie?

Answer 9

1. Hoesten: pleurabladen tegen elkaar aanwrijven en al ziek geeft meer irritatie
2. Minder kortademig

Question 10

Wat kan worden gedaan als een pleura punctie niet heeft geholpen?

Answer 10

Pleurodese (na een pleura punctie)

Question 11

Wat is het principe van de pleurodese?

Answer 11

Pleurapladen worden via een thoracoscopie mbv talk aan elkaar geplakt –> hierdoor ontstekingsreactie waardoor aan elkaar blijven zitten

Kan ook tetracycline of bleomycine gebruiken

Question 12

Wat 4 indicaties voor een pleurodese?

Answer 12

1. snel recidiverend en symptomatisch pleuravocht
2. ontlastende punctie heeft verlichting van de dyspnoe gegeven (de long is goed ontplooid en de patient is opgeknapt)
3. relatief goede levensverwachting (> 3 mnd)
4. bewezen maligne vocht

Question 13

Wat zijn 4 contra indicaties voor een pleurodese?

Answer 13

1. stollingsstoornis
2. andere oorzaken van dyspnoe
3. laag glucose (< 3 mmol/L) of een lage PH van het vocht (<7,3): relatieve CI
4. patient geen aanliggende long

Question 14

Waarom wordt voor een pleurodese gekozen?
Hoe vaak slaagt dit?

Answer 14

• diuretica zullen niet werken omdat er geen sprake is van hartfalen
• pleurectomie is te ingrijpend

1/3 van de gevallen slaagt het

Question 15

Noem vier complicaties van een pleurodese?

Answer 15

1. koorts
2. pijn
3. respiratoir falen (zeldzaam)
4. infecties

Question 16

Wat kan bij recidiverend vocht na een pleurapunctie en een pleurodese gedaan worden? Wat is de enige indicatie hiervoor?

Answer 16

Getunnelde pleura catheter
Stukje getunneld onder de huid –> patient kan hiermee naar huis

Moet maligne pleuravocht zijn

Question 17

Wat zijn drie schalen om de pijn van een patient weer te geven?

Answer 17

1. NRS (numerieke rating scale)
   0-4: licht
   5-7: medium
   8-10: ernstig
2. Verbale schaal:
   licht
   matig
   hoog
   ernstig
3. VAS = visuele analoge schaal
   op een lijn aangeven hoeveel pijn

Question 18

Welke pijnscore schaal wordt het meest gebruikt?
Waar heeft het invloed op?

Answer 18

NRS
Invloed op functioneren en dus op kwaliteit van leven

Question 19

Wat zijn de vier typen pijn?

Answer 19

1. onderliggend aan de kanker (85%)
2. behandeling geïndiceerd (17%)
3. kanker gerelateerde complicatie (9%)
4. Niet kanker gerelateerde complicatie (9%)

Mensen hebben vaker last van meerderen
39% van 2
31% van 3

Question 20

Wat is de prevalentie van kanker gerelateerde pijn (matig tot ernstig)?

Answer 20

bij diagnose: 30-40%
Terminale fase: 70-90%
Inadequaat behandeld: 40-75%

Question 21

Wat zijn de verschillende soorten pijn?

Answer 21

1. nociceptieve pijn: ontstekingsreactie door weefselschade
2. neuropathische pijn: tgv beschadiging van zenuwstelsel (bvb door chemokuur)

Vaak in mengbeelden voorkomen

Question 22

Hoe bestrijden we pijn volgens de WHO ladder?

Answer 22

Stap 1: NSAID en PCM
Stap 2: zwak opioid met NSAID of PCM
Stap 3: Sterk opioid met NSAID of PCM
Stap 4: sterk opioid parental

Question 23

Welke stap van pijn bestrijding wordt bij oncologische patienten vaak overgeslagen en waarom?

Answer 23

Stap 2
Omdat het meestal de pijn niet verligt en het wel meer bijwerkingen geeft

Question 24

Welke sterke opioiden gebruiken we in Nederland?

Answer 24

1. morfine
2. fentanyl
3. methadon
4. oxycodon
5. buprenorfine
6. hydromorfon

Question 25

Wat zijn patient gerelateerde misverstanden onder morfine?
En bij de zorgverlener?

Answer 25

angst voor:
- verslaving
- gewenning
- injecties
- bijwerkingen
- progressieve ziekte

• fatalisme
• goede patient willen zijn
• morfine is het begin van het einde

Zorgverlener:
- onvoldoende erkenning pijn
- terughoudendheid voorschrijven
- terughoudend om iets te geven wat niet herkennen

Question 26

Welke soort preparaten worden vaak gegeven bij pijn bestrijding? Wat is het alternatief en waarvoor wordt dat gebruikt? Is er een maximale dosis?

Answer 26

Slow release (24h)

Immediate release: doorbraakpijn

Geen maximale dosis

Question 27

Wat zijn bijwerkingen van morfine/opioiden?

Answer 27

1. obstipatie: ALTIJD LAXANTIA ERBIJ
2. sufheid
3. misselijkheid en braken
4. droge mond
5. verwardheid/delier
6. overmatig transpireren
7. ademdepressie
8. myclonien (spierschokjes)
9. urineretentie

Question 28

Waarop kan verminderd ademgeruis duiden?

Answer 28

• vocht achter de longen (hierbij kan ook demping passen)
• atelectase

Onderscheid door echo

Question 29

Wat is in de terminale fase een grote angst voor veel mensen en wat kunnen we daartegen doen?

Answer 29

Bang dat ze stikken
(is heel zeldzaam)

• morfine
  Als iemand stervend is en niets helpt tegen het angstige gevoel dan kan iemand in slaap gebracht worden

Question 30

Wat kan morfine doen voor mensen met een longcarcinoom?

Answer 30

• verminderd dyspnoe
• verminderde evt pijnklachten

Question 31

Wanneer geven we wel of geen zuurstof erbij?

Answer 31

Lage saturatie (85%) dan wel
Hoge saturatie (95%) dan niet

Question 32

Welk onderzoek is de gouden standaard bij rugpijn (ihkv vermoeden metastasen)?

Answer 32

MRI
Subcutaan morfine toedienen zodat minder pijn en patient stiller kan blijven liggen

Question 33

Hoe noemen we pijn bij het staan?

Answer 33

Verticalisatie pijn

Question 34

Waardoor kan kracht in de benen afnemen?

Answer 34

Als tumor doorgroeit in het myelum –> onderzoeken

Question 35

Hoe kunnen we een wervel meta behandelen? Wat geven we hierbij?

Answer 35

Met RT
Dexamethason geven omdat:
Door RT zwelling van laesie en als in de buurt van myelum kan hier druk op komen –> dexamethason laat zwelling afnemen

Question 36

Wat voor stridor hoor je bij astma?

Answer 36

Expiratoir!!

Question 37

Een patient komt met ingroei van een oesophagus tumor in de trachea (al stent in oesophagus). Het lumen wordt voor meer dan 50% afgesloten. Wat kan hieraan gedaan worden?

Answer 37

Scopie: zien
- Debulking: afpellen
- Stent in trachea: bij uitwendige druk
- laser/coagulatie: lijn van tumor te polijsten na debulking
- uitwendig RT

Question 38

Hoe plaatsen we een stent in de luchtweg?

Answer 38

Onder narcose

Een siliconen stent

Question 39

Wat is een voordeel en een nadeel voor een stent in de trachea?
Waarom is het een hoog risico ingreep?

Answer 39

Voordeel: acute verlichting

Nadeel:
- vreemd voorwerp in de luchtwegen waardoor hoestklachten kunnen optreden
- sputum kan minder goed opgehoest worden –> vernevelaar bij geven (met fysiologische zoutoplossing) waardoor slijm dunner wordt zodat weer doorheen kan

Hoog risico:
- hoog risico populatie
- ingreep in de luchtwegen

Question 40

Wat is het risico van slijm stase?

Answer 40

voedingsbodem voor bacteriën en virussen

Question 41

Wat is een complicatie wat kan optreden bij het plaatsen van eens tent in de trachea?

Answer 41

Perforatie van de trachea of oesophagus bij het gebruik van de laser om de tumor te polijsten

Question 42

Wat is een indicatie voor een stent in de trachea?

Answer 42

Patienten in de laatste levensfasen om de klachten te verminderen