3A1 week 6

Question 1

wat is de volgorde van groot naar klein van delingscapaciteit van stamcellen?

Answer 1

totipotent
pluripotent
multipotent
unipotent

Question 2

wat is de betekenis van epigenetica?

Answer 2

studie van omkeerbare erfelijke veranderingen in genfunctie die optreden zonder wijzigen in de sequentie van het DNA

Question 3

welke wijzigingen kunnen er plaatsvinden in een histon?

Answer 3

fosforylering, acetylering of methylering

Question 4

wat is DNA-methylering en CpG-eilanden?

Answer 4

DNA komt dichter bij elkaar te liggen waardoor transcriptiefactoren niet kunnen binden.

vaak bij cytosine die voor guanine ligt (CpGs). CpG-eilanden zijn stukken DNA met hoge dichtheid van deze CpGs

Question 5

wat is histonmodificatie?

Answer 5

staart van histon gemodificeerd, vaak methylering. compacter DNA om histon is DNA minder actief, en vice versa.

Question 6

wanneer en waar vinden er resets plaats van alle epigenetische veranderingen?

Answer 6

voor de bevruchting (naieve cellen nodig voor de embryogenese)

na de bevruchting

de veranderingen die via imprinting zijn aangebracht worden niet verwijderd

Question 7

wat is het probleem van klonen?

Answer 7

plaatsing somatische cel in eicel. er vindt maar 1 epigenetische reset plaats.

(niet levensvatbaar, eerder sterven, meer ziekten)

Question 8

wat is imprinting?

Answer 8

van elk gen is er kopie van vader en moeder. bij normale expressie van genen staan ze beide aan. bij geimprinte genen alleen maternaal of paternaal

vindt plaats tijdens de gametogenese

Question 9

wat is het AVE (anterior visceral endoderm)?

Answer 9

groepje cellen in embryo in het midden van de hypoblast rond week 3 die stimulerende signaalmoleculen produceert

Question 10

wat is de primitiefknoop?

Answer 10

knoop van Hensen, het meest craniale gedeelte van de primitiefstreek. bepaald de lichaamsas van de embryo

Question 11

wat zijn somieten?

Answer 11

gesegmenteerde structuren die al vroeg opsplitsen in sclerotoom, myotoom en dermatoom. hier uit ontstaan de wervels, spieren en onderhuids weefsel.

2 somieten vormen 1 wervel (5 en 6 C1 en 6 en 7 C2)

Question 12

wat betekent colinear?

Answer 12

de volgorder waarmee de HOM-C genen voorkomen op het chromosoom overeenkomt met de segmentale expressie op het embryo van craniaal naar caudaal

(bij zoogdieren zijn HOM-c genen Hox-genen)

Question 13

wat is er speciaal aan Hox-genen met hetzelfde nummer?

Answer 13

ze lijken op elkaar en kunnen elkaar functie overnemen

Question 14

wanneer spreek je van een miskraam?

Answer 14

een zwangerschap die onbedoeld eindigt voor de 16de week

Question 15

wat is de dd bij bloedverlies tijdens een zwangerschap?

Answer 15

• ongerelateerd aan de zwangerschap: cervixpathologie of infectie
  -niet-specifiek vaginaal bloedverlies (innestelingsbloeding)
• niet intacte zwangerschap (miskraam)
• extra-uteriene graviditeit

Question 16

welke onderzoeken doe je bij een miskraam?

Answer 16

• hf en bd
• lab: Hb, ht, hCG, rhesus
• vaginaal toucher en speculumonderzoek
• echoscopie

Question 17

wat is het syndroom van Asherman?

Answer 17

aanwezigheid van intra-uteriene adhesies a.g.v. trauma of lokale infectie waar er verklevingen zijn door verlittekening

Question 18

welke hemodynamische veranderingen vinden er plaats tijdens de zwangerschap?

Answer 18

• cardiac output: +40-50%
• totaal bloedvolume: +40%
• systemische vaatweerstand: -20-30%
• nierperfusie: +50-60%

Question 19

welke vormen van hypertensie in de zwangerschap zijn er?

Answer 19

• zwangerschapshypertensie (zonder proteinurie)
• pre-eclampsie (met proteinurie)
• gesuperponeerde pre-eclampsie (bestaande hypertensie + de novo proteinurie)
• HELLP-syndroom (hemolyse, elevated liver enzymes, low platelets)

Question 20

wat is het beleid bij chronische hypertensie en zwangerschapshypertensie?

Answer 20

extra controles tijdens de zwangerschap door risico pre-eclampsie en IUGR.
inleiding gepland week 37-39. foetus heeft maximale groei bereikt en pre-eclampsie risico neemt toe
week 34 bij gevaarlijk dreigende pre-eclampsie

Question 21

wat zijn de diagnostische criteria voor pre-eclampsie?

Answer 21

hypertensie samen met 1 van de volgende:
- proteinurie (> 300 mg/24 uur), met eiwit:creatinine > 30
- afwijkingen in bloedbeeld
- neurologische schade
- groeivertraging van de foetus (IUGR)

Question 22

wat is de meest gevreesde complicatie van een pre-eclampsie?

Answer 22

tonisch-clonisch insult

Question 23

waardoor ontstaat pre-eclampsie?

Answer 23

spiraalarterien in de placenta worden niet trechtervormig genoeg waardoor er minder bloed naar de placenta gaat. tijdens tweede trimester ontstaat er intervilleuze hypoxie. oxidatieve stress leidt tot endotheeldisfunctie waardoor vaatspasmen en pre-eclampsie

(dus verminderde doorbloeding van de placenta)
alle bloedvaten doen mee dus alle orgaansystemen kunnen worden aangetast

Question 24

wanneer spreek je van ernstige pre-eclampsie?

Answer 24

• diastolisch BD > 110 enof systolisch > 160
• proteinurie > 5g/24 uur
• oligurie < 500ml/24 uur
• tekenen van orgaanfalen, cerebrale of visuele stoornissen, longoedeem etc.

Question 25

wat zijn de risicofactoren voor pre-eclampsieen bij wie moet je preventie doen?

Answer 25

• pre-eclampsie/IUGR in de VG
• hypertensie
• DM
• BMI > 30
• antifosfolipidensyndroom
• hogere leeftijd vrouw
• auto-immuunziekten
• nierziekten
• eerste zwangerschap
• relatie korter dan 6 maanden

Question 26

welke effecten vinden er plaats in de maatschappij na legalisering abortus?

Answer 26

• daling abortuscijfer
• de abortussen worden veiliger uitgevoerd
• de abortusproblematiek wordt transparanter
• mogelijkheid tot goede nazorg
• anticonceptie wordt bespreekbaar gemaakt

Question 27

hoe zit het met minderjarigen en abortus?

Answer 27

< 16 jaar toestemming ouders/voogd nodig, zonder toestemming eerst naar FIOM.

2 situaties geen toestemming nodig:
- als het nodig is om ernstig nadeel van de minderjarige vrouw te voorkomen
- als de minderjarige vrouw na weigering ouders de abortus weloverwogen blijft wensen

Question 28

wanneer mag je wel abortus plegen na 24 weken?

Answer 28

categorie 1: afwijkingen die niet met leven verenigbaar zijn
categorie 2: afwijkingen die leiden tot uitzichtloos lijden (strafbaar). beoordeelt door officier van justitie of aanleiding tot strafvervolging

Question 29

wat is de medicamenteuze vorm van abortus?

Answer 29

• dag 0 mifepriston (200-600mg oraal)
  
  • werking progesteron tegen, omgeving ongeschikt voor zwangerschap en verweking cervix
• dag 1, 2 of 3 misoprostol (400-800mg vaginaal)
  
  • samentrekken uterus en rijping cervix

Question 30

welke hormonen produceert de placenta?

Answer 30

o.a.: oestradiol, progesteron, hCG, prolactine, groeihormoon, cortisol, vasopressine, HPL, PAPP-A en PTHrp

Question 31

welke veranderingen treden er op rond de schildklier tijdens de zwangerschap?

Answer 31

• stijging thyroxine bindend globuline
• distributie van schildklierhormoon van moeder naar kind
• productie van placentaal type 3 deiodinase (waardoor inactivatie schildklierhormoon)

Question 32

wat gebeurt er met schildklierhormoon tijdens de zwangerschap?

Answer 32

hoort te dalen, maar hCG lijkt op TSH (kan binden op TSHr). stijging concentratie vrij T4,waardoor fysiologisch opgelost, wel een daling van TSH

Question 33

wat zijn de risico’s van het niet behandelen van een hypothyreoidie in de zwangerschap?

Answer 33

meer risico op:
- miskraam
- pre-eclampsie
- vroeggeboorte
- suboptimale hersenontwikkeling foetus

Question 34

wat is diabetes gravidarum?en wat zijn de risicofactoren?

Answer 34

hyperglycemie tijdens de zwangerschap (6%)
diagnose met OGTT
risicofactoren:
- eerdere diabetes gravidarum
- obesitas
- zwanger van tweeling
- PCOS
- etniciteit
- VG met macrosomie (groot kind)

Question 35

wat zijn de gevolgen van een te hoog glucose tijdens de zwangerschap?

Answer 35

moeder: vaatschade (pre-eclampsie, vroeggeboorte), diabetes na de zwangerschap
kind: macrosomie, schouderdystocie, neonatale hypoglykemie

Question 36

waarom en hoe verlopen de eerste 8 weken van de embryonale ontwikkeling onder lage zuurstofspanning?

Answer 36

de spiraalarterien zijn verstopt door cytotrofoblastproppen. voedingsstoffen bereiken de embryo via diffusie vanuit endometrium naar de chorionholte

Question 37

welke 4 cellagen zitten er tussen het maternale en embryonale bloed?

Answer 37

• syncytiotrofoblast
• de cytotrofoblastcellen
• bindweefsel
• endotheelcellen van het embryonale bloedvat

Question 38

waardoor reageert het immuunsysteem van de moeder niet op de ‘lichaamsvreemde foetus’?

Answer 38

• de leukocyten in het endometrium produceren IL-2 wat de afweer tegen de vrucht remt
• de syncytiotrofoblast en cytotrofoblast presenteren geen HLA (deze lagen komen in contact met het maternale bloed)
• het afweersysteem van de moeder wordt onderdrukt door progesteron
• de decidua cellen vormen een immunologische barriere

Question 39

welke kenmerken horen bij een normale bevalling?

Answer 39

• amenorroe 37 - 42 weken
• foetus in hoofdligging
• spontaan begin van de weeën
• ontsluiting en uitdrijving zonder medische interventies
• geboorte complete placenta en vliezen binnen één uur na geboorte van het kind
• totaal bloedverlies < 1000ml
• gaaf perineum óf 1e/2e – graad ruptuur óf episiotomie
• apgarscore > 7 na 5 min, neonaat behoeft geen directe zorg

Question 40

wat is de uitwendige spildraai?

Answer 40

nadat het hoofd van de baby geboren is moeten de schouders gedraaid worden (gaat vaak vanzelf?) om makkelijkere passage te geven. vrouw hoeft niet meer te persen

Question 41

Waar wordt naar gekeken met de Apgar-score?

Answer 41

Ademhaling, spierspanning, reflexen, huidskleur, hartslag

Question 42

waarom wordt er in Nederland na de geboorte oxytocine toegediend?

Answer 42

zorgt ervoor dat de placenta sneller geboren wordt en zorgt voor minder bloedverlies

Question 43

waar kunnen rupturen ontstaan tijdens de baring?

Answer 43

• labia minora en majora
• vaginawand
• perineum
• sfincter ani
• rectumslijmvlies