5 - Supraventriculaire tachycardie Flashcards
1
Q
Wat zijn de differentiaaldiagnosen bij een regelmatige supraventriculaire tachycardie met 1:1 geleiding?
A
- Ectopische AT met 1:1 geleiding
- Atriale flutter met 1:1 geleiding
- Orthodrome AVRT
- AVNRT
2
Q
Wat zijn de differentiaaldiagnosen bij een regelmatige supraventriculaire tachycardie met a > v?
A
- Atriale flutter (2:1, 3:1,…)
- Ectopische AT (2:1, 3:1,…)
3
Q
Hoe kan je de doorgeleiding bepalen bij een atriale flutter?
A
Aan de hand van de hartfrequentie:
- 1:1 doorgeleiding: 300bpm
- 2:1 doorgeleiding: 150 bpm
- 3:1 doorgeleiding: 100 bpm
- 4:1 doorgeleiding: 75bpm
4
Q
Hoe kan je een AVNRT onderscheiden van de andere supraventriculaire tachycardieën?
A
Meestal is de P-top niet te zien.