2 - Stoornissen in het sinusritme Flashcards

1
Q

Wat zijn de kenmerken van een sinus arrest?

A

Er is een pauze in het ECG dat geen exact veelvoud is van het PP-interval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe zien de P-toppen eruit bij een rechter voorkamerhypertrofie?

A
  • Geen toename duur
  • In II en aVF: hoge spitse T-toppen of toename amplitude (> 0.25mV)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe zien de P-toppen eruit bij een linker voorkamerhypertrofie?

A
  • Ze worden langer (> 120ms)
  • In I, II, aVL en V6: gehaakte P-top
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het belangrijkste ECG-kenmerk voor een rechter kamerhypertrofie?

A

De R in V1 is groter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de ECG-kenmerken van een linker kamerhypertrofie?

A
  • V1-V2: diepe S + concave ST-elevatie
  • V5-V6: hoge R + convexe ST-depressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly