College 8: Sociaal-Emotioneel onderzoek I (vragenlijsten en gesprek) Flashcards

1
Q

Welke vaardigheden wil je in kaart brengen bij sociaal-emotioneel onderzoek?

A

Men wil weten waarom de sociaal-emotionele ontwikkeling niet gelijkloopt met de cognitieve ontwikkeling. Staat in verband met de hersenontwikkeling maar je wil specifieker zijn in waar het ‘misgaat’

  1. herkennen van gezichten, mensen en emoties op gezichten
  2. decoderen van sociale signalen in lichaamshouding
  3. stemintonatie
  4. inlevingsvermogen of mentaliseren

voor kinderen met een ontwikkelingsstoornis, ASS of VB vinden deze vaardigheden lastiger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kan er gezegd worden over emotieregulatie?

A

Emoties zijn fysiologische reacties en de daarbij behorende innerlijke belevingen en gedachten. Volledige emotieregulatie is niet mogelijk maar er moet voldoende emotieregulatie zijn om maatschappelijk te kunnen functioneren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het sociaal gedrag model van Swaab?

A

Sociaal-emotioneel functioneren in kaart te brengen, geeft ook een ontwikkelingslijn aan
1. snappen, sociale aandacht en betekenis geven aan gedrag en emotie
2. perspectief nemen, ToM, en empathie
3. Scripts, sociale regels en morele opvattingen
4. zelfregulatie, uitstellen en eigen emotie hanteren

het eerste niveau kan bij jonge kinderen in kaart gebracht worden en het 4e niveau pas bij pubers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op welke manier kan er gesproken worden over een vertraagde of afwijkende sociaal-emotionele ontwikkeling?

A

*VERTRAAGD
Er kan op verschillende domeinen sprake zijn van een achterstand. Dat wil niet zeggen dat er geen inhaalslag mogelijk is, bv. als de kansen niet geboden zijn om dit uberhaupt aan te leren.

*AFWIJKEND
als basale functies niet goed ontwikkelen is therapie soms niet voldoende maar moet er gewerkt worden met medicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zie je bij een goede sociaal-ontwikkeling

A

Het zorgt voor flexibiliteit in de omgang met dingen die iemand tegenkomt in zijn leven: hoe adaptief is het functioneren? Cognitie is hier ook voor nodig, maar sociaal-emotionele ontwikkeling is hier belangrijker in.

diagnostisch wordt er dan ook de vraag gesteld:
“is het gedrag van het kind aangepast aan de eisen die de omgeving stelt”
–> cultuursafhankelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de definitie van emotional display rules?

A

het gebruik van sociale regels over wanneer en hoe emoties geuit dienen te worden.

Is ook weer cultuur en context afhankelijk/specifiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn emoties?

A
  1. fysiologische respons dat aangeboren/reflexief is
  2. subjectieve ervaring
  3. gedrag- of expressieve respons

emoties zijn patronen van chemische en neurale reacties op externe stimuli of situaties.

gevoelens zijn bewuste registraties van de psychische en lichamelijke veranderingen die veroorzaakt worden door het meer algemene emotionele systeem

men kan bij deze registraties komen door taal, maar soms lukt dat ook niet… ook het herkennen is niet voor iedereen even makkelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk onderscheid kan er gemaakt worden tussen emoties

A

primair = boosheid, angst, blijheid en verdriet. Bij jonge kinderen al te zien

secundair = jaloezie, trots, schuld, schaamte en minachting. Komen vaak later en staan in relatie tot een ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vanuit welke benaderingen zien Freud en Darwin emoties?

A

Freud beschrijft emoties vanuit een psycho-analytische benadering waarbij emoties eigenlijk als dysfunctioneel worden beschouwd want het verstoord het rationeel denken en dus gereguleerd zouden moeten worden.

Darwin beschrijft emoties vanuit een fysiologische benadering en stelt dat emoties functies hebben en hielpen bij zelfbehoud.

voorbeelden van functies
boosheid: krijgen wat je wil, grenzen aangeven
verdriet: acceptatie, bereiken eigen doelen
angst: belangrijk voor zelfbehoud
afkeer: belangrijk voor het voorkomen van ziekte
schaamte: behoud van zelfrespect, en respect naar anderen
schuld: belangrijk voor het voldoen aan de eigen waarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar zorgen het sympatische en parasympatische zenuwstelsel voor?

A

sympatisch = vechten/vluchten
parasympatisch = rust na heftige reactie

kan verstoord zijn bij mensen met PTSS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is mentaliseren?

A

cognitieve empathie - het analyseren en inschatten van emoties, gedachten en intenties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is empathie en onder welke 3 componenten kan dit verdeeld worden?

A

het ervaren van emoties die voortvloeien uit het begrijpen van belevingen van anderen, waarbij eigen emoties resoneren met hoe de ander zich voelt.

  1. emotionele reactie op anderen. Emotionele resonantie (meehuilen/lachen) vanaf 6 maanden
  2. begrip van emoties: 2-3 jaar
  3. emotieregulatievaardigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ziet de ontwikkeling van emoties bij kinderen eruit?

A

1 maand: reflexmatig lachen en algemene distress
drie maanden: intentioneel glimlachen, sociale reacties. Boosheid en frustratie ontstaan
6 maanden + : meer initiatief, angst voor onbekenden
3 tot 5 jaar + : betere beheersing emoties en kind heeft meer manieren om er mee om te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de sociale ontwikkeling?

A

omvat sociaal gedrag = alle gedragingen gericht op anderen.
En sociale cognitie = ToM, sociale informatieverwerking, morele ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe ziet de emotieregulatie eruit?

A

begint autonoom (geen invloed) en wordt steeds cognitiever.

< 3maanden, verzorger is regulator
3-6 maanden, ontwikkeling basale aandachtsregulatie en motoriek
ouder dan 12 maanden overgang naar actieve zelfregulatie
18+ maanden regulatie door verplaatsen aandacht
24+ taal en regulatiefuncties

interne factoren: genen en aanleg kunnen zorgen voor kwetsbaarheid
externe factoren: opvoeding en contact met leeftijdsgenoten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is arousal?

A

vuren van emotiegebieden. Kan op twee manieren worden getest:
1. subjectief: vragen naar gevoelens/observeren
2. fysiologische data

11
Q

Wat kan er gezegd worden over informanten?

A

van belang vanwege:
- situatie, gedrag is soms situatiespecifiek
- probleemgedrag: symptomen zijn niet altijd observeerbaar

rekening houden met
- over/onderrapportage
- culturele verschillen
- invullen vanuit bepaald referentiekader
- beperkte reflectie bij zelfrapportage
- kenmerken van informanten

11
Q

Wat is het multilevel model van Leary?

A

Hiermee wordt de sociaal-emotionele beleving in kaart gebracht:

hoe nemen anderen het kind waar? observatie
hoe neemt het kind zichzelf waar? zelfperceptie
onbewuste processen van het kind? Projectiemateriaal