Les 25 Flashcards

1
Q

De onvoltooid verleden van onregelmatige werkwoorden

A

Als je sommige werkwoorden in de verleden tijd zet, verandert de klank. Voor deze onregelmatige werkwoorden bestaan er geen regels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de spelling van de persoonsvorm in de verleden tijd in het enkelvoud

A

Stam + T of stam + D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de spelling van de persoonsvorm in de verleden tijd in het meervoud

A

Stam + ten of stam + den

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer moet je te(n)

A

Wanneer de derde laatste letter van de infinitief een medeklinker is van ‘t ex-kofschip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer moet je de(n)

A

Wanneer de laatste letter van de infinitief GEEN medeklinker is van ‘t ex-kofschip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly