1A2 week 9 HC 1 & 2 Darmmotoriek Flashcards

(32 cards)

1
Q

Waaruit is de darmwand opgebouwd?

A

Mucosa
Submucosa (vaten en bindweefsel)
Muscularis externa (circulair en longitudinaal)
Serosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit is de mucosa opgebouwd?

A

Epitheel
Lamina propia
Lamina muscularis mucosae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaan villii?

A

Intestinale stamcel
Slijmbeker cel
Epitheel cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werkt de Ca2+ stijging in gladde spiercellen?

A

Agonist bindt aan GPCR
Pip2 splitst in IP3 en DAG
IP3 bindt aan SR
Ca2+ uit SR naar cytoplasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werken slow waves?

A
  1. Ca2+ kanalen openen
  2. Actie potentiaal
  3. Ca2+ in cel stijgt
  4. Ca2+ afhankelijke Cl- kanalen openen
  5. Hyperpolarisatie
  6. Ca2+ kanalen dicht, Ca2+ neemt af
  7. Cl- kanalen dicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Uit welke lagen bestaat de plexus entericus?

A

Mucosal
Submucosal (Meissner)
Myenterisch (Auerbach)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de functies van het spijsverteringkanaal?

A

Motoriek, secretie, digestie, resorptie, productie faeces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe werkt de contractie van gladde spiercellen?

A

Ca2+ bindt aan calmoduline
Calmoduline activeert MLCK
MLCK fosforyleert myosine
ATP wordt gehydrolyseert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor gaat peristaltiek door zonder innervatie?

A

Pacemaker cellen die slow waves produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke soorten elektrische activiteit is er in gladde spiercellen?

A

Spike
Plateau
Slow waves

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk deel van de hypothalamus zorgt voor de eetlust?

A

Nucleus arcuatis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke type neuronen zorgen voor wel of geen honger?

A

Geen honger: anorexigene neuronen

Wel honger: orixigene neuronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke hormonen verminderen het hongergevoel?

A

Insuline (snel en kort)

Leptine (langzaam en lang)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk hormoon stimuleert het hongergevoel?

A

Ghreline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe heet de structuur die de luchtbuis afsluit?

A

Epiglottus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke cellen vinden we in de maag en wat produceren ze?

A

Hoofdcellen: pepsinogeen
Wandcellen: HCl
Halsslijmcellen/maagslijmcellen: slijm

17
Q

Hoe noemen we slikklachten en wat kan hierdoor ontstaan?

A

Dysfagie

Uitrekken van de oesophagus (achalasie)

18
Q

Welke fases onderscheiden we in de regeling van de spijsvertering?

A

Cefale fase: hersenen
Gastrische fase: maag
Intestinale fase: duodenum

19
Q

Wat gebeurt er bij een te lage pH?

A
Stimulering somastostatine
Remming gastrine (pepsinogeen) en histamine (HCl)
20
Q

Wat doet secretine?

A

HCl productie remmen

21
Q

Wat doen vetzuren?

A

Pepsinogeen productie remmen

22
Q

Uit welke fasen bestaat de maag peralstiek?

A

Voorstuwen
Malen in antrum
Terugstromen

23
Q

Welke invloed heeft de n. vagus op de maag?

A

Relaxatie -> uitrekken

24
Q

Wat gebeurt er met de interne sphincter bij rekking en hoe heet dit?

A

Ontspant bij rekking

Recto-anale inhiberende reflex

25
Wat zorgt voor continentie?
Externe sphincter (m. sphincter ani externus) die onder invloed van wil staat
26
Hoe heet de volledige leging van de maag waarbij ook grote objecten de maag verlaten?
Migrerend motorisch complex
27
Waaruit bestaat de dunne darm motoriek?
``` Segmentale insnoeringen Pendelbewegingen Rimpeling slijmvlies Darmvlokbewegingen Peristaltische golven ```
28
Waardoor is de oesophagus geinnerveerd?
Vagus
29
Welke spieren zorgen voor voorstuwen van de bolus?
Circulaire gladde spieren
30
Waar komt informatie over rekking en pH etc binnen?
Nucleus tractus solitarius
31
Wat innerveert de nucleus arcuatis?
Verzadigingscentrum en hongercentrum
32
Uit welke fasen bestaat het slikken?
Orale fase Faryngeale fase Oesophageale fase