1B2 week 7 Flashcards
(47 cards)
Reversibele astma (FEV1)
Als de FEV1 na toediening van salbutamol meer dan 12% en 200 ml toeneemt
Bronchiale hyperactiviteit
Als de FEV1 met meer dan 20% afneemt na toediening van een oplopende dosis histamine of metacholine
Overmatige reactie van de luchtwegen op aspecifieke prikkels. Door ontsteking scheiden eosinofielen substance P uit, wat de prikkelbaarheid van de zenuwen in de luchtwegen verhoogt
Waar bevindt astma zich
In de geleidende luchtwegen
Waar bevindt COPD zich
In de alveolaire septa
Eosinofiele astma
Kenmerkend door Th2 respons
- Bloed eosinofielen en FeNO
Een allergeen komt in de distale luchtwegen, een dendritische cel in het longslijmvlies herkent het allergeen, wordt een APC en gaat het allergeen presenteren aan de T-cellen. T-lymfocyten produceren cytokines die de eosinofiele ontsteking in gang zetten en een ontsteking van het slijmvlies veroorzaken
Niet eosinofiele astma
Kenmerkend door Th17 respons
Heilige drie-eenheid van astma controle
- ACQ (vragenlijst over symptomen)
- Exacerbaties voorgaande jaren
- FEV1 / FVC
Medicatie astma
- Inhaltatiecorticosteroiden
- Eventueel SABA/LAMA
- Bij ernstige astma biological
Type 2 astma
- Allergenen gemedieerd astma
- Late onset eosinofiel astma
Niet type 2 astma
- Obesitas en roken gerelateerde astma
Tiffeneau index (wanneer is er sprake van een obstructie)
FEV1 / VC < 0,7
Volledige reversibiliteit astma
Na toediening medicatie verbetert FEV1 meer dan 12% en 200ml en valt de FEV1 waarde weer binnen de LLN (-1,64 tot + 1,64)
Partiele reversibiliteit astma
Na toediening medicatie verbetert FEV1 meer dan 12% en 200ml maar valt de FEV1 waarde niet binnen de LLN (-1,64 tot + 1,64)
2 manieren om bronchiale hyperreactiviteit te meten?
- Directe provocatietest: met histamine
- Indirecte provocatietest: met inspanning
Ontsteking aantonen in uitademingslucht met inflammometrie
- FeNO: wordt in het epitheel van de bronchus gemaakt als daar een ontsteking is
NO is een goede marker voor eosinofiele luchtwegontsteking
COPD
Progressieve, irreversibele ontstekingsreactie van de longwegen als gevolg van prikkels van buitenaf
GOLD criteria
I: mild
II: matig
III: ernstig
IV: heel ernstig
Air trapping
Er blijft steeds meer lucht in de longen achter doordat het lichaam begint met inademen voordat alle lucht uit de longen is geademd dit komt door verlies van elasticiteit
Hyperinflatie
De patient ademt niet goed uit waardoor de longen steeds verder uitzetten, na een tijdje kan de patient hierdoor geen ademexcursies meer maken, dit komt door verlies van elasticiteit waardoor er onvoldoende tijd is om volledig uit te ademen
3 aandachtspunten behandeling COPD
- Stoppen met roken
- Inflammatie: zorgen voor relaxatie door of b2-agonisten of anticholinergica
- Ventilatie in de alveoli
Type 1 respiratoire insufficientie (longfalen)
Partiele respiratoire insufficientie
- pO2 daalt, pCO2 niet of nauwelijks aangedaan
- pO2 onder 60 mmHg
- Oorzaken: ventilatie-perfusie mismatch, shunt of dode ruimte
Type 2 respiratoire insufficientie (pompfalen)
Complete respiratoire insufficientie
- pO2 daalt en pCO2 stijgt
- pCO2 boven 50 mmHg
- Alveolaire hypoventilatie met hypoxemie
- Oorzaken: toegenomen koolzuurproductie, hypoventilatie, toegenomen dode ruimte ventilatie
Gevolg hypoxie en hypercapnie
Pulmonale vaatweerstand
Bepaald door:
1. Anatomisch vaatbedverlies
2. Vasoconstrictie
3. Polyglobulie
Cor pulmonale
Overbelasting van de rechter harthelft ten gevolge van longafwijkingen