1C1 - W1 - HC2 Anatomie van de TD1 Flashcards

(39 cards)

1
Q

Waar zit de arcus palatoglossus (voorste tongboog) aan vast?

A

Aan de tong.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar zit de arcus palatopharyngeus (achterste tongboog) aan vast?

A

Aan de pharynx.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar zit de uvula aan vast?

A

Aan de arcus palatopharyngeus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waartussen ligt de oropharynx?

A

Tussen de naso- en laryngopharynx.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Functie van kauwen?

A
  1. Kleinere brokken
  2. Voedsel oppervlak vergroot.
  3. Wordt vermengd met speeksel & enzymen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het voorste uitsteeksel van de mandibula?

A

Processus coronoideus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doet de m. pterygoideus lateralis?

A

Brengt de kaak bij aanspanning naar voren: protactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar loopt en wat doet de m. pterygoideus medialis?

A

Loopt aan de binnenzijde van de mandibula.

Trekt de kaak omhoog en naar achteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar loopt de m. temporalis tussen? En welke beweging veroorzaakt hij?

A

Tussen de os temporale en de proc. coronoideus.

Zorgt voor het sluiten van de mond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar loopt de m. masseter over, waar hecht hij aan en wat is zijn functie?

A

Loopt over mandibula.
Hecht aan jukbeen.
Sluit de mond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke spieren zorgen voor depressie (+ protractie)?

A
  • 2 Infrahyoidale spieren.
  • m. pterygoideus lateralis.
  • Fz
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke spieren zorgen voor elevatie?

A
  • m. masseter
  • m. temporalis
  • m. pterygoideus medialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke spieren zorgen voor protactie en retractie?

A
  • m. pterygoideus lateralis en medialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke zenuw innerveert de kauwspieren?

A

n. mandibularis (= 3de tak van de n. trigeminus (n. V3).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Door welke zenuw wordt de buccinator geinnerveerd? En wat is zijn functie?

A

Door de n. facialis (n. VII).

Is een mimische spier die ervoor zorgt dat er voedsel vanuit de wangzak in de mond terecht komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 3 grote speekselklieren zijn er in de mond?

A
  • Glandula parotidea
  • Glandula submanidbularis
  • Glandula sublingualis
17
Q

Wat is de glandula parotidea en waar loopt zijn ductus?

A

= Oorspeekselklier
Afvoergang: ductus parotideus, loopt over de m. masseter via de m. buccinator in de mondholte en komt uit in de papilla ductus parotideus.

18
Q

Waar voert de glandula submandibularis zijn speeksel naar af?

A

Via de ductus submandibularis, die uitkomt in de caruncula sublingualis (= 2 kleine verhevenheden aan weeerzijden van het frenulum linguae).

19
Q

Welke zenuw innerveert de glandula parotides?

A

n. glossopharyngeus

20
Q

Welke zenuw innerveert de glandula submandibularis?

21
Q

Welke zenuw innerveert de glandula sublingualis?

22
Q

Waar voert de glandula sublingualis zijn speeksel naar af?

A

Via de ducti sublingualis minores

23
Q

Hoe worden smaak en gevoel geïnnerveerd in het posteriore (achterste 1/3e deel)?

A

Door de n. glossopharyngeus

24
Q

Hoe worden smaak en gevoel geïnnerveerd in het anteriore (voorste 2/3e deel)?

A
  • Gevoel: n. lingualis (n. mandibularis).

- Smaak: n. facialis (VII), via chorda tympani

25
Wat zijn de intrinsieke spieren en waar zorgen ze voor?
Vorm - m. longitudinales superior/inferior; - m. transversus linguae - m. verticalis linguae.
26
Wat zijn de extrinsieke spieren en waar zorgen ze voor?
Beweging - m. genioglossus - m. palatoglossus - m. styloglossus - m. hyoglossus.
27
Wat is de functie van suprahyoidale spieren?
Actief opentrekken van de onderkaak. | Lopen van onderkaak > hyoid.
28
Door welke zenuwen worden de suprahyoidale spieren geinnerveerd?
- n. facialis - n. mandibularis - zenuwen uit C1
29
Waarbij spelen de hyoidale spieren een rol?
Bij het heffen van de keelzak bij (actief) slikken
30
Door welke zenuwen worden de infrahyoidale spieren geinnerveerd?
Door de cervicale zenuwen uit C1 t/m C3
31
Welke spieren innerveert de n. mandibularis?
- Kauwspieren | - Suprahyoidale spieren
32
Welke spieren innerveert de n. hypoglossus?
- Alle tongspieren behalve de m. palatoglossus (door n. vagus)
33
Wat sluit de nasopharynx af tijdens het slikken?
Palatum molle (en uvula) door m. veli palatini tensor (trekt palatum molle naar achteren)
34
Wat doet de m. veli palatini levator?
Tilt palatum molle naar boven
35
Wat doet de m. stylopharyngeus?
Heft de keelzak op.
36
Wat doet de m. veli palatini tensor?
Trekt palatum molle naar achteren.
37
Welke spier heft de drukverschillen in de buis van Eustachius op?
m. salpingopharyngeus
38
Waar wordt het slikcentrum geregeld?
In de medulla oblongata in het verlengde ruggenmerg/de hersenstam.
39
Waar kan een corpus alienum in blijven steken?
- in de pharynx ter hoogte van de schildklier - aftakking linker bronchus - arcus aortae - diafragma