2. gen omgevings interactie Flashcards

(13 cards)

1
Q

Wat is de unshared en de shared environment?

A

De unshared is de proportie dat kan worden toegeschreven aan omgevingsgebeurtenissen

De shared is de variantie die beide tweelingen hetzelfde beinvloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke twee psychologische stoornissen hebben de grootste herritabillity?

A

ADHD de hoogste met .7

Schizofrenie de tweede met .62

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Om herritabillity te vetalen naar een individue moeten metingen gedaan worden, Wat is de genotype first methode ?

A

Een analyse waarin verschillende genotype (allelen) worden onderzocht naar fenotypische verschillen, het voordeel is dat een specifiek gen wordt onderzocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de fenotype first methode?

A

Verschillende fenotype worden onderzocht naar hun genetische verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de genome wide assiociation study?

A

Hiermee wordt gekeken of een bepaald fenotype overeenkomt ergens op de genen bij mensen die dezelfde fenotype hebben.

Het genoom wordt opgesplitst en statistisch onderzocht naar de kans op overeenkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 3 mechanismes zijn er voor de wisselwerking tussen genen en omgeving?

A

Epigenetica, gen omgevings correlaties, gen omgevings interacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is Orofacial dyspraxie?

A

verminderde vaardigheid om de gecoördineerde bewegingen te maken die nodig zijn om te praten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een Transcripon factor?

A

een gen dat de functie van andere genen beïnvloedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is epigenetica?

A

De genetische opmaak kan beinvloed worden door omgevingsfactoren. De genen worden geblokeerd door een chemische marker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn gen omgevings correlaties?

A

Genetische verschillen doordat mensen in een andere omgeving leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het evocatieve en het passieve proces van een gen omgevingscorrelatie?

A

Evocatief, als een kinds gedrag zorgt voor een strengere opvoedstijl

Passief, een risico voor negatief gedrag wordt genetische overgedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een gen omgevings interactie?

A

Als een eigenschap wordt gevormd door een specifieke interactie door een gen en een bepaale omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een voorbeeld van een gen omgevingsinteractie met het COMT gene?

A

COMT gene en canabis gebruik kan leiden tot schizofrenie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly