3. MEG Flashcards

(10 cards)

1
Q

ERP componenten vallen onder twee catagorien, exogenous en endogenous, wat zijn dit?

A

Exogenoes, componenten die afhankelijk zijn op de fyzieke elementen van een stimulus
Endogenous, zijn afhankelijk van de eigenschappen van de taak (wat iemand er mee moet doen)
Kan gezien worden als een continuum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het inverse problem?

A

De moeilijkheid om de exacte locatie van de electrische puls te achterhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het dipole modeling?

A

Wordt gebruikt om het inverse probleem op te lossen
Schatten hoeveel dipoles er betrokken zijn bij het signaal dat aan de hoofdhuid wordt gemeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is magnetoeencephalography, MEG?

A

Een niet invasieve manier om magnetische velden aan de schedel te meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het grote voordeel van MEG ten opzichte van EEG?

A

Het heeft een veel betere ruimtelijke resolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen structurele imaging en functionele imaging?

A

Structurele, het idee dat verschillende soorten weefsel, verschillende fyzieke functies hebben
Functionele, dat neurale activiteit locale fysiologische veranderingen veroorzaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de meest bekende stucturele scans?

A

CT en MRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn computerised thomography scans, CT?

A

De mate van X-ray abosrptie verschillende weefsels hebben. Botten (wit) het meeste en vloeistof het minste (zwart), hiervoor moet een radioactieve stof voor worden genomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen CT en MRI?

A

CT kan geen onderscheid maken tussen witte en grijze stof.
En kan niet worden gebruikt voor functionele beelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke voordelen kent MRI ten opzichte van CT?

A

Het gebruikt geen radioactieve stof
Betere ruimtelijke resolutie
Beter onderscheid tussen witten en grijze stof
Het kan aangepast worden naar functionele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly