29 Flashcards

(29 cards)

0
Q

I enjoy my rest

A

Ik geniet van mijn rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

What does free time mean for you?

A

Wat betekent vrije tijd voor jou?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

I undertake all sort of activities

A

Ik onderneem allerlei activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

I am Very active in my free time

A

Ik ben erg actief in mijn vrije tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

I am busier than at my work

A

Ik heb ‘t drukker dan op m’n werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

It determines the way in which i spend my free time

A

Dat bepaalt de manier waarop ik mijn vrije tijd besteed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

I have influence on it

A

Ik heb daar invloed op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

I know what is going on

A

Ik weet wat er te doen is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Do you spend, generally speaking, more time for something cultural or for sport

A

Besteed je normaal gesproken meer tijd aan iets cultureels of aan sport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

I have interest for both

A

Ik heb voor allebei belangstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

For culture as much as for sport

A

Zowel voor cultuur als voor sport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sometimes i go to museum

A

Ik kom wel eens in een museum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

More over i like jazz enormeously

A

Verder hou ik enorm van jazz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

I go regularly to jazzconcert

A

Ik ga regelmatig naar een jazzconcert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

When you do sports, do you do it at openair?

A

Als je sport, doe je dat in de buitenlucht?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Primary i do it alone

A

Ik doe dat bij voorkeur in mijn eentje

16
Q

I walk a lot, it the best with others

A

Ik wandel graag, ‘t liefst met anderen

17
Q

I go almost every satterdayevening

A

Ik ga vrijwel elke zaterdagavond

18
Q

In this way I get even more exercise

A

Op die manier krijg ik nog meer beweging

19
Q

I rather invite guests in my house

A

Ik nodig liever gasten bij mij thuis uit

20
Q

I cook extra delicious

A

Ik kook extra lekker

21
Q

With what do you fill in general your free time when you stay home?

A

Waarmee vul je in het algemeen je vrije tijd als je thuis blijft

22
Q

I am at my computer

A

Ik zit achter mijn computer

23
Q

I watch een goeie film

A

Ik kijk een goeie film

24
Exciting football match
Een spannende voetbalwedstrijd
25
I have mentioned it
Ik heb dat genoemd
26
For example
Bij voorbeeld
27
It depends in if you dance art called
Het hangt ervan af of je dansen kunst noemt
28
In the past
In het verleden