2B3 Flashcards

(54 cards)

1
Q

Wat zijn de meest voorkomende verwekkers van subacute endocarditis?

A

Vergroenende streptococcen (Viridans groep streptococcen) en Enterococcus faecalis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is PR3 in de context van GPA?

A

PR3 is ANCA en is voor stellen diagnose GPA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat veroorzaakt acute ischemische opticus neuropathie (AION)?

A

Infarct van de oogzenuw door arteria temporalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is flebitis en hoe wordt het behandeld?

A

Oppervlakkige vaatontsteking door bijvoorbeeld infuus. Behandeling: bloedkweek en starten met flucloxacilline.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de behandeling voor influenza A?

A

Oseltamivir.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de ziekte van Behçet?

A

Een aandoening die vaker voorkomt bij Iraniërs dan bij Japanners, met uveitis als een van de classificatiecriteria.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mazelen

A

 Verwekker
* Paromyxovirus
 Kenteken
* Koplik vlekken
o Witte vlekjes in de mond  mazelen
 Meldingsplicht
* Binnen 24 uur
o Ook bij verdenking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Roodvonk

A

 Verwekker
* Groep A streptokok
 Kenmerken
* Flinke keelontsteking
* Aardbeientong
* Cervicale lymfezwelling
* Vervelling
* Narcosekopje (om de mond niks)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rode hond

A

 Verwekker
* Rubella virus
 Kenmerken
* Kleine rode vlekjes op palatum molle
* Rubelliforme maculopapuleus exantheem
 Meldplicht <24 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vijfde ziekte

A

Humaan parvovirus B19
* Rood erytheem op de wangen
* Morbilloform exantheem op de strekzijde

  • Gevaarlijk voor zwangeren
    o Intra-uteriene vruchtdood/spontane abortus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zesde ziekte

A

humaan herpesvirus type 6A+B

hoge koorts  gaat weg  exantheem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waterpokken

A
  • varicella zoster
     patroon
  • altijd: vlekjes  blaasje  korstje
     risico
  • open krabben  infectie
  • zwangere vrouwen
    o congenitale varicella syndroom CVS
  • nattende blaasjes?  mag niet vliegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe erg verhoogt de kans op non-Hodgkin lymfoom bij patiënten met het syndroom van Sjögren?

A

20x verhoogde kans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de rol van C5a bij het immuunsysteem?

A

Stimuleert neutrofiele granulocyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het eerste teken van een Lyme infectie?

A

Een huidafwijking met een schietschijfaspect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de behandeling voor impetigo bullosa?

A

Systemische antibiotica.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een belangrijke cytokine betrokken bij psoriasis?

A

TNF-alfa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een klassieke kenmerk van mazelen

A

Koplikvlekken op mondslijmvlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat betekent een relatieve bradycardie?

A

Een dissociatie tussen temperatuur en hartslagfrequentie bij koorts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de meest voorkomende virale verwekkers van pneumonie?

A

Influenza A/B, SARS-CoV-2, Parainfluenzavirus, en Adenovirus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de meest voorkomende bacteriële verwekker van pneumonie?

A

Streptococcus pneumoniae en Haemophilus influenzae.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de behandeling van pneumocystis jiroveci pneumonie (PJP) bij HIV?

A

Trimethoprim-sulfamethoxazol (TMP-SMX) en corticosteroïden.

23
Q

Wat is een belangrijke infectie die kan optreden na het toedienen van antibiotica bij EBV?

24
Q

Wat is een bekende bijwerking van gentamicine?

A

Nefrotoxiciteit.

25
Wat is het filaggrine-gen geassocieerd met?
Eczeem
26
Wat is een behandeling voor tetanus?
IVIG en wondzorg.
27
Wat zijn symptomen van systemische sclerose?
Immuncel activatie, endotheeldysfunctie, en fibrosering
28
Wat zijn de kenmerken van rosacea?
Roodheid, bultjes, en zichtbare bloedvaatjes in het gezicht
29
Wat is de behandeling voor hepatitis C
Antivirale middelen en regelmatige controles vanwege het risico op leverkanker
30
Wat zijn de meest voorkomende veroorzakers van parasitaire worminfecties?
Ascaris lumbricoides en Strongyloides stercoralis.
31
Wat is een kenmerk van systemische sclerose bij de longen?
Interstitiële longziekte.
32
Wat zijn belangrijke behandelingsopties voor psoriasis?
Anti-TNF-alfa, anti-IL-17, en anti-IL-23.
33
Wat veroorzaakt erysipelas?
Infectie door streptokokken.
34
Wat is de behandeling van malaria tropica?
Antimalaria medicatie en ondersteunende zorg.
35
Wat zijn de symptomen van de zesde ziekte (exanthema subitum)?
Hoge koorts gevolgd door uitslag van kleine roze of rode vlekjes.
36
Wat is een kenmerkend symptoom van dengue?
Huiduitslag.
37
Wat zijn de symptomen van de ziekte van Behçet?
Oog-, huid-, en gewrichtsontstekingen.
38
Wat zijn de meest voorkomende veroorzakers van bronchiolitis bij kinderen?
Respiratoir syncytieel virus (RSV).
39
Wat zijn de behandelingsopties voor systemische sclerose?
Mycofenolzuur en prostacycline analogen voor long- en ulcusproblemen.
40
Wat zijn symptomen van interstitiële longziekte?
Kortademigheid, droge hoest, en vermoeidheid
41
Wat is de behandeling van antifosfolipiden syndroom (APS)?
LMWH en controle van tromboseklachten.
42
Wat is een effectieve behandeling voor psoriasis?
Biologische medicijnen die cytokines blokkeren
43
Wat is een belangrijk kenmerk van schistosomiasis?
Veel eosinofielen in de acute fase (Katayama syndroom).
44
Wat is het Kobner fenomeen?
Het ontstaan van psoriasis op plaatsen waar de huid trauma heeft ondergaan
45
Wat is de behandeling van eczeem?
Corticosteroïden, emolliens, teer, of wetwrap
46
Wat is het atopisch syndroom?
estaat uit hooikoorts, astma, atopische dermatitis, en voedselallergieën.
47
Wat is reactieve airway dysfunction syndrome (RADS)?
Ontstaat door forse blootstelling aan veel irritantia.
48
Wat is de behandeling van acute urticaria?
Benauwdheidsklachten worden behandeld met antihistaminica en eventueel corticosteroïden.
49
Wat is de behandeling van een bedwantsenbeet?
Antihistaminica en eventueel een lage klasse van topische steroïden.
50
Wat zijn de belangrijkste antilichamen bij antifosfolipidensyndroom (APS)?
Antilichamen tegen cardiolipinen.
51
Wat is de diagnose en behandeling van malaria?
Diagnose met dikke druppel uitstrijk, behandeling afhankelijk van type malaria
52
Wat is de behandeling van Clostridium difficile infectie?
Eerste keus is metronidazol IV bij kritieke patiënten, oraal bij niet-kritieke patiënten
53
Wat is de behandeling voor interstitiële longziekte bij systemische sclerose?
Mycofenolzuur.
54
Wat is de oorzaak van prenicieuze anemie?
B12-tekort door gastritis.