2B3 BUNDEL Flashcards

(138 cards)

1
Q

Guillain-Barré syndroom
(GBS)

A

acute post-infectieuze polyradiculoneuropathie, gekenmerkt door:

snel progressieve parese van armen/venen en areflexie, gevoelstoornissen, respiratoire insufficientie en autonome dysfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

MillerFishersyndroom
(MFS)

A

Eenvariant van GBS die wordt gekenmerkt door
ophthalmoplegie, ataxie en areflexie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

met wat behandel je SLE?

A

MMF (Immuunsuooressivum) ook Belimumab (tegen B-cellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

andere naam voor GPA?

A

ziekte van Wegener (vasculitis ANCA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom is GBS anders dan normale auto- immuunziektes

A

vaker bij mannen
geen associatie binnen families
geen verbetering na corticosteroiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vell voorkomende oorzaken van mortaliteit binnen 5 jaar bij SLE

A

Orgaanfalen en infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

SLE risico hart en vaatziektes hvl x vergroot?

A

50x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

GPA aangetaste organen

A

longen en nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ANCA pathogenese

A

ANCA-geactiveerde neutrofielen hebben antistoffen tegen antigenen die zich bevinden in het cytoplasma van neutrofiele granulocyten bevinden. Ze gaan dan binden en dan gaat bij activatie die antigenen naar celmembraan presenteren en zo complement activerende factoren vrijmaken. hierdoor ontstaat inflammatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

actieve GPA behandeling (met long en nier betrokkenheid)

A

prednison en rituximab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

meningitis bij neonaat

A

E. Coli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

catheter-gerelateerde bloedbaaninfectie

A

Staphylococcus epidermidis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

AION (acute ischemische opticus neuropathie) meest waarschijnlijke diagnose

A

Arteriitis temporalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vaststellen osteomyelitis

A

probe to bone test
x/voet of MRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het verband tussen HIV-infectie en PJP (pneumocutis Jiroveci Pneumonie)

A

HIV leidt tot stoornis in T- en B-cel-gemedieerde immuniteit en dus tot hogere risico op PJP infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

PJP behandeling HIV patient

A

TMP-SMX en corticosteroiden, patienten met sulfa-allergie kan clindamycine + primaquine gebruikt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

symptomen PJP (bij HIV patient)

A

kortademigheid
droge hoest
vermoeidheid
koorts
nachtzweten
gewichtsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

PJP behandeling NIET HIV patient

A

antibiotica (co-trimoxazol)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

kiemtheorie

A

ziektekiem veroorzaakt ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

miasmatheorie

A

oorzaak epidemieen wordt in slechte lucht gezocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

organen aangetast bij Sarcoidose

A

longen, huid ogen en lymfeklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

belangrijkste behandelindicatie Sarcoidose en bijwerkingen ervan

A

long? corticosteroiden
immunosuppresiva
tnf-a remmers

bijwerkingen: gewichtstoename/diabetes/hypertensie, osteoperose en infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

erythema nodosum + bihilaire lymfadenopathie

A

Löfgren syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

bij tuberculose wordt in tegenstelling tot sarcoidose vaak positieve Auramine kleuring gezien

A

JUIST

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
bij tuberculose worden vooral necrotiserende granulomen gevonden
JUIST
25
genetische onderzoek bij koorts en blauw-rode knobbels scheenbenen en artritis en recidiverende uveitis
NOD2 (want dit gaat om ziekte van Blau)
26
wat is antiphosfolipiden syndroom
teveel antistoffen tegen cardiolipine van het hart
27
behandeling APS
bij zwangerschap: Laagmoleculair heparine normaal: Warfarine (Coumadin)
28
APS symptomen
trombose, miskramen enneurologische verschijnselen
29
wat gaat fout bij CF
terugresorptie van NaCL
30
waarom belangrijk om te sporten bij CF patienten
om sputum te klaren en goede conditie te behouden
31
CFTR-eiwit
chloorkanaal bij mensen met CF verminderd chloortransport. dit leidt tot verstoring van terugresorptie van NaCl en te veel zout in zweet
32
CF behandeling
Orkambi
33
Loodgieter
Legionella Pneumophila
34
vogel
chlamydia psittaci
35
schapen, geiten, runderen
Q koorts
36
welk virus kan een ernstige luchtweginfectie geven bij kinderen?
hMPV
37
op welk enzym van influenzavirus grijpt oseltamivir aan?
neuraminidase
38
PROVOKE
Plaats: hals/nek gebied Rangschikking: diffuus (verdeeld) Omvang: 30% hoofd/hals gebied Vorm: vlekkerig Omtrek: onscherp begrensd kleur: rood Efflorescenties: macula/
39
th1-systeem
virussen en bacterien (intracellulaire pathogenen
40
th2-systeem
parasitaire infecties en allergieen
41
th17
extracellulaire pathogenen zoals bacterien en schimmels
42
waardoor wordt psoriasis veroorzaakt
overactief th1 en th17 systeem
43
ziekte van Behcet gen
HLA-B51
44
ROA (recurrent Oral Aphthous)
pijnlijke aften in de mond
45
hoe behandel je systemische sclerose
Prostacycline analoog, Mycofenolzuur
46
nifedipine
calcium-antagonist die wordt gebruikt bij vasculaire aandoeningen
47
pyodermieen
pusvormende huidinfecties (vaak door grampositieve kokken)
48
SSSS
staphylococcus scalded skin syndrome: loslaten bovenste laag huid
49
erythema migrans
huiduitslag bij ziekte van lyme
50
anatomy huid
Dehuidbestaat uit de: 1. Opperhuid (epidermis); ● Keratinocyten ● Melanocyten ● Langerhanscellen 2. Lederhuid (dermis); ● Collageen; ● Elastine; ● Bloedvaten; ● Zenuwen; ●Haarfollikels/talgklieren/zweetklieren 3. Subcutis.
51
behandeling psoriasis
IL-23-remmer
52
incubatie tijd van 14 dagen
rode hond
52
morbilliform
rode vlekjes en bultjes
53
wat boeit niet bij stellen van diagnose bij exantheem
allergieen van patient
54
systemische sclerose met digitale ulcus behandeling
Prostacycline analoog
55
drie belangrijkste barrieres tegen infecties op de huid
hoornlaag, talg en huidflora
56
risicofactoren ontwikkelen van erysipelas
verstoorde huidbarriere, oedeem, diabetes mellitus
57
kenmerken eczema herpeticum
dodelijke infectie bij patienten met constitutioneel eczeem. branderige pijn in het gezicht, perpetifore blaasjes en erosies
58
medicamenteuze behandeling fenomeen van Raynaud
Calciumantagonisten
59
levensbedreigende huidinfectie bij kinderen. bacterie? welke laag is er blaarvorming? waarom blaarvorming? kan het gekweekt worden uit de blaren?
staphylococcus aureus stratum granulosum toxinen geproduceerd door de bacterie nee
60
welke huidinfectie constitutioneel eczeem levensbedrijgend? ziektebeeld? diagnostiek? wacht je op uitslag of meteen behandelen?
herpes simplex eczema herpeticum PCR meteen starten antivirale therapie
61
Köbner fenomeen bij psoriasis
ontstaan van psoriasis op plaatsen waar huid trauma heeft ondergaan
62
cytokines psoriasis vulgaris
TNF-alpha, IL-17, IL-23
63
psoriasis vulgaris wat voor soort ziekte is het?
een immuun gemedieerde huidaandoening
64
ziekte van Lyme stadia
stadium 1: erythema migrans (lokaal) stadium 2: huidlaesies (gedisseminiseerde infectie) stadium 3: chronische gewrichtsklachten (late gedisseminiseerde infectie)
65
diagnose ziekte van lyme test
serologisch onderzoek van bloed
66
acuut reuma diagnose
recente infectie met Groep A streptokokken
67
acute glomerulonefritis is een infectieuze complicatie van een streptokokkeninfectie na hematogene verspreiding van een invasieve stam
ONJUIST
68
acute glomerulonefritis is een niet-infectieuze complicatie van een streptokokkeninfectie veroorzaakt door het neerslaan van immuuncomplexen van bacteriële antigenen en specifieke antistoffen in de glomeruli
JUIST
69
acute glomerulonefritis treedt op na een streptokokkenfaryngitis met een invasieve stam. Daarom ontstaat dit beeld niet na een streptokokkenimpetigo want de stammen die dit beeld veroorzaken kunnen niet invasief worden
ONJUIST
70
Contact allergische reacties treden meestal op 48-72 uur na blootstelling aan een contactallergeen
JUIST
70
wat zie je op huidbiopt van psoriasis
hyperproliferatie in epidermis
70
koorts, forse keelpijn, grote tonsillen vuurrode keel, gezwollen lymfeklieren. amoxicilline werkt niet wat heeft ze?
EBV-infectie
71
mutaties in flaggrine gen komen voor bij?
<50% van de patienten met constitutioneel eczeem
72
LARISA
LOCATIE: ACTIVITEITEN: REIZIGER: INCUBATIETIJD: SYMPTOMEN: AANVULLEND ONDERZOEK:
73
Acute diarree zonder bloed zonder koorts reiziger
toxine producerende bacterien
74
welke plasmodium soort veroorzaakt malaria tropica?
plasmodium falciparum
75
welke plasmodium soort veroorzaakt malaria tertiana?
plasmodium vivax
76
Welke afwijkende parameter in het bloedbeeld verwacht u zowel bij dengue als bij malaria?
Trombopenie
77
wat zijn mogelijke behandelingen voor bedwantsenbeten
antihistaminica en lage topische steroiden
77
wat is de belangrijkste reden dat malaria tropica hoogste mortaliteit heeft?
sequestratie van geinfecteerde erytrocyten
78
virologisch onderzoek
HCV-RNA
79
diagnose hepatitis A
virusserologie. detecteren IgM en IgG antistoffen tegen hepatitis A. verhoogde geconjugeerde billirubine is ook indicatie
80
redenen opkomende infectieziekten
meer dierhouderij handel klimaatopwarming biodiversiteit uitbuiting natuurgebieden
81
hoe pak je opkomende infectieziekten aan?
goede surveillance goede diagnose berperken van ziekte en dood wegnemen van onderliggende oorzaken
81
ARBO klachten (dengue zika enzo)
rash en gewrichtsklachten
82
stappen vaccin
preklinische fase dan klinischeonderzoeksfase met fase 1 2 en 3 onderzoek waarbij in proefpersonen gekeken wordt naar veiligheid, werking en bescherming
83
Schistosoma haematobium
hematurie, blaascarcinoom, verminderde nierfunctie
84
microcephalie meest beschreven
Zika
85
symptoom ascaris lumbricoides
buikpijn obstructie en ondervoeding
86
enterobius vermicularis (aarsmade) behandeling
mebendazol 100mg
87
cytokine voor eosinofielen en de microorganismen die bestreden worden
IL-5 en parasieten
88
welk cellen voor type 4 overgevoeligheidsreactie
T-cellen
89
acute urticaria symptoom
benauwdheid
90
nevencriteria constitutioneel eczeem
eczeem in de plooien astma of hooikoorts voorgeschiedenis droge huid begin van de aandoening na 2 jaar
91
hoe behandel je eczeem
corticosteroiden emolliens teer wetwrap
92
type 1 overgevoeligheid cytokines
IL-4 IL-5 IL-13
93
Hoogmoleculaire (HMW) allergenen zijn gerelateerd aan persisterende bronchiale hyperreactiviteit
JUIST
94
reactieve airway dysfunction syndrome (RADS)
eenmalige forse expositie aan irritantia
95
PR-10 eiwitten allergene component
Bet v 7
96
priming effect
neusslijmvlies wordt gevoeliger voor dezelfde hoeveelheid allergeen
97
na een bije steek forse lokale reactie maar geen systemische verschijnselen wat doe je met hem?
aanraden preventiemaatregelen en eventueel orale steroiden
98
latex allergie (ballon blazen) welke test doe je?
intracutane test
99
type 1 testen
prick to prick test skin prick test intracutane huidtest
100
type 4 test
patch test
101
sclerodermie
telangiectasien
102
testen fenomeen van raynaud
ANA test en nagelriemmicroscopie
103
Bij de behandeling van Clostridium difficile infectie is de eerste keuze een oraal antibioticum, zodat de spiegel in de darm hoog zal zijn
JUIST
104
Bij de behandeling van een Clostridium difficile infectie is het belangrijk de antibiotica voor de longontsteking te stoppen als dat kan.
JUIST
105
Clostridium difficile infectie wordt veroorzaakt door toxine, daarom moet een antibioticum gegeven worden dat de toxine bindt.
ONJUIST
106
antibioticum water dunne diarree en buikpijn
metronidazol
107
bronisolatie: contact
shorts en handschoenen
108
bronisolatie: druppel
masker
109
bronisolatie: aerogeen
FFP2 masker
110
bronisolatie: Combinatie
handschoenen masker shorts
111
Vanwege het sterke vermoeden op hepatitis A. meld je dit als behandelend arts alvast bij de GGD, voordat de uitslag bekend is
ONJUIST
112
Zowel de behandelend arts als het laboratorium hebben de plicht om een positieve hepatitis A. uitslag bij de GGD. te melden
JUIST
113
welke antibiotica zijn niet meer werkzaam tegen MRSA
Benzylpenicilline en cefazoline
114
waarom toch uitbraak ondanks hoge vaccinatiegraad?
onvoldoende werkende vaccinatie waning effect (na tijd effect verliezen) clustering ongevaccineerden
114
SIR-MODEL
geboorte en sterfte levenslange immuniteit leeftijdsstructuur
115
hoe ontwikkelen patienten Graves
antistoffen tegen TSH receptor, stimulerend
116
hoe ontwikkelen patienten Hashimoto
destructie van schildkliercellen
117
cellen verantwoordelijk voor productie intrinsic factor en ziektebeeld als intrinsic factor niet meer wordt geproduceert
cellen: parietale cellen ziektebeeld: pernicieuze anemie
118
wat wordt veroorzaakt door groep A strep en wat niet?
wel: impetigo fasciitis necroticans roodvonk niet: pseudomembraneuze colitis
118
waarom heeft Plasmodium falciparum infectie een zeer ernstige beloop?
parasitiemie neemt exponentieel toe sekwestratie van geinfecteerde erytrocyten multi-orgaan valen in zeerk korte tijdsbestek
119
hoe ontstaat perniceuze anemie?
Door antistoffen tegen intrinsieke factor en pariëtale cellen, wat leidt tot vitamine B12-tekort.
120
Hoe werkt Rituximab bij GPA
bij GPA zijn antineutrofiele antistoffen pathogeen. Door rituximab worden B cellen opgeruimed, daardoor ook geen productie meer pathogene auto-antistoffen
121
waarvoor zijn mrsa altijd resistent
penicillinen cefalosporinen carbapenems
122
inhalatie allergenen heeft aantal contra-indicaties
cardiovasculaire aandoeningen leeftijd ernstige astma immuun deficienties gebruik beta-blokkers
123
GPA, c-ANCA of p-ANCA?
c-ANCA
124
meningitis bloedkweek
N. meningitidis
125
rode vlekjes efflorescenties gezicht
papels, pustels comodomen
126
behandeling late stadium ziekte van lyme
intraveneus dexamethason
127
amoebenleverabces diagnostiek
serologie bloed
128
beschrijf sensibilisatie fase van tyoe 1 allergie
eerste contact allergeen, APC, B cel stimulatie,: IgE synthese tegen allergeen: sensibilisatie fase IgE op de wand van de mestcel
129
eiwit verantwoordelijk voor kruisreactie dieren
tropomyosine
130
MRSA postief isolatie
strikte isolatie