3.1 Flashcards

(10 cards)

1
Q

positietoewijzing

A

maatschappelijke oorzaken waardoor een persoon of groep in een bepaalde positie terechtkomt. de mens heeft er geen invloed op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

positieverwerving

A

mensen krijgen een maatschappelijke positie door eigen bijdrage (cursus, scholing)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gesloten samenleving

A

bijna geen sprake van sociale mobiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

open samenleving

A

als mens de kans krijgen voor sociale mobiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

sociale mobiliteit

A

stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

drie soorten kapitaal

A

economisch- bezit of hoog inkomen

sociaal- connecties, netwerk, respect

cultureel- kennis, houdingen, opvattingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

solidariteit

A

bereidheid om voor elkaars welzijn te zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

collectieve goederen

A

non-exclusief: iedereen heeft er evenveel recht op (Bijv schoon drinkwater)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

private goederen

A

goederen waar mensen voor moeten betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

collectieve actie

A

als een groep mensen collectieve goederen tot stand wil brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly