3.2 macht Flashcards
(7 cards)
kernconcept macht
een actor kan 1. hulpbronnen inzetten om een 2. doel te bereiken en vervolgens 3. de handelingsmogelijkheden van een ander beperken
vier machtsbronnen
1.affectief- op invloed van gevoel of emoties
2. cognitief- invloed op basis van kennis
3. economisch- invloed op basis van geld of bezit van schaarse ( waar maar een beperkt aantal van is) goederen.
4.politiek- invloed van de overheid of politieke machtsdragers
formele macht
vastgelegd in regels of wetten
informele macht
niet officieel vastgelegd
het dilemma van de collectieve actie
de gevolgen van het kiezen voor eigen doelen wordt meegewogen bij het wel of niet meedoen aan samenwerking (niet meewerken)
free riders
wel profiteren van het collectieve goed maar niks bijdragen
oplossing voor het dillemma van collectieve actie
dwang