3.3 Flashcards

1
Q

Wat is de afkoring van de partij waar
Adolf Hitler leider van was?

A

NSDAP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt de politieke stroming
genoemd die staat voor een sterke
leider, nationalisme en racisme?

A

Nationaalsocialisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe worden aanhangers van het
nationaalsocialisme genoemd?

A

Nazi’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem zes kenmerken van het
nationaalsocialisme.

A
  1. Sterke leider
  2. Nationalisme
  3. Geweld
  4. Militarisme
  5. Antisemitisme
  6. Rassenleer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem drie overeenkomsten tussen het
fascisme en het nationaalsocialisme.

A
  1. Sterke leider
  2. Nationalisme
  3. Geweld is goed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem twee verschillen tussen het
fascisme en nationaalsocialisme.

A
  1. Rassenleer
  2. Antisemitisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is antisemitisme?

A

Haat tegen joden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt het idee genoemd dat je
mensen kunt indelen in goede en
slechte rassen?

A

Rassenleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werden mensen genoemd die
volgens nationaalsocialisten meer
waard waren dan anderen?

A

Ariërs / Übermenschen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe werden mensen genoemd die
volgens nationaalsocialisten minder
waard waren dan anderen

A

Üntermenschen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem vier voorbeelden van
Üntermenschen.

A
  1. Joden,
  2. zigeuners,
  3. homoseksuelen,
  4. gehandicapten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welk jaar werd Hitler rijkskanselier
van Duitsland?

A

1933

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe noem je een land dat wordt
bestuurd door maar één leider of kleine
groep mensen?

A

Een dictatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe noem je het onder controle brengen
van alle organisaties onder de visie van
de nazi’s?

A

Gelijkschakeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke nazi-organisatie wordt bedoeld:
Bruinhemden, opgericht als knokploeg
om de vergaderingen van de NSDAP te
bewaken.

A

De SA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke nazi-organisatie wordt bedoeld:
Zwarthemden, opgericht als lijfwacht
van Hitler. Later elite-organisatie in het
leger.

17
Q

Welke nazi-organisatie wordt bedoeld:
De geheime politie. Zij spoorden
tegenstanders op en verhoorden hen.

A

De Gestapo

18
Q

Welke nazi-organisatie wordt bedoeld:
Jeugdorganisatie waarvan jongens
vanaf tien jaar lid moesten zijn. Zij
werden voorbereid op een leven als
soldaat.

A

De Hitlerjugend

19
Q

Welke nazi-organisatie wordt bedoeld:
Jeugdorganisatie voor meisjes. Zij
leerden er om een goede Duitse
(huis)vrouw te zijn.

A

De Bund Deutscher Mädel

20
Q

Tegenstanders van nazi’s werden op
speciale plekken opgesloten. Hoe
worden deze plekken genoemd?

A

Concentratiekamp(en)

21
Q

Wanneer werden de Neurenberger
rassenwetten ingevoerd?

22
Q

Hoe worden de maatregelen uit 1935
genoemd die bepaalde welke mensen
echte Duitsers waren en wie
bijvoorbeeld joden waren?

A

De Neurenberger rassenwetten

23
Q

In welk jaar vond de ‘Kristallnacht’
plaats?

24
Q

Wat was de ‘Kristallnacht’?

A

Het kapot maken van Joodse huizen,
winkels en synagogen

25
Geef drie voorbeelden van de discriminatie van joden in Duitsland tijdens het interbellum.
1. Geen burgerrechten 2. Niet trouwen met Duitsers 3. Niet werken voor de overheid
26
Hoe noemen Duitsers de wens om alle Duitsers in één Duits rijk te laten wonen?
Heim ins Reich
27
In welk jaar vond de Anschluss met Oostenrijk plaats?
1938
28
Hoe wordt het samenvoegen van Oostenrijk bij Duitsland in 1938 genoemd?
Der Anschluss
29
Hoe noemen de Duitsers de leefruimte die ze in Oost-Europa wilden krijgen?
Lebensraum
30
Hoe wordt de politiek genoemd waarbij er alles aan gedaan wordt om de vrede te bewaren?
Appeasement
31
In welk jaar was de Conferentie van München?
1938
32
In welk jaar sloten Duitsland en de Sovjet-Unie een niet-aanvalsverdrag?
1939
33
In 1939 verraste Duitsland en de Sovjet-Unie de wereld. Wat deden ze?
Ze sloten een niet-aanvalsverdrag