3.4 Flashcards

(14 cards)

1
Q

Regering

A

Koning en Ministers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Koning

A

De koning beslist niet mee over de wetten en regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ministers en staatsecretaris

A

beslissen wel over regels en wetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kabinet

A

Dagelijks bestuur van ons land, word gevormd na de verkiezingen (meerderheid tweede kamer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Regeringspartijen

A

Grootste partijen met 2 & 3 anderen, ( hun bepalen wie de nieuwe ministers, staatsecretarissen worden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Regeringsakkoord

A

Plannen van de regering voor komende jaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Regeringsakkoord eens?

A

Als regeringspartijen met elkaar eens zijn dan word het regeringsakkoord getekent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Minister

A

Hebben eigen taak (ook hulp van ambtenaren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Staatsecretaris

A

Assistent - minister (verantwoordelijk van een deel taken van minister)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Minister- President

A

Leider kabinet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe verloopt wedsvoorstel

A

ministers idee -> gaat naar 1 & 2de kamer (als meerderheid mee stemt) -> kan de wet uitgevoerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

details koning

A

Is staatshoofd, heeft geen macht doordat NL een democratie is waar volksvertegenwoordiging het besluit neemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Taken Koning

A

• handtekening onder wetten
• troonrede voorlezen op prinsjesdag
• overleg minister-president
• land vertegenwoordigen in het buiten land
• ministers & staatsecretaris beëdigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Prinsjesdag

A

• Troonrede voorgelezen
• Miljoenennota = plannen aankomend jaar van kabinet
• Rijksbegroting = inkomsten & uitgave kabinet dat jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly