WK3 H9 Aandachtstekort/ Hyperactiviteitstoornis (ADHD)

Question 1

3 kenmerken ADHD

Answer 1

• impulsiviteit
• rusteloosheid
• onoplettendheid

Question 2

Zelfregulatie (self-regulation) volgens Cole en Deater Deckard

Answer 2

Omvat iemands eigen controle over emotie, cognitie en gedrag (zowel automatisch al gecontroleerd).

Cole en Deater Deckard
Zelfregulatie = een kind vindt balans tussen zelfbescherming en het ervaren van positieve, nieuwe situaties.

Question 3

Inspannende controle (effortful control)
- VB en correlatie

Answer 3

Onderdeel van zelfregulatie.
> marshmellow test

Correlatie: Lage inspannende controle hoog met hoge impulsiviteit en afgeleid zijn.

Question 4

Uitvoerende functie (executive function) volgens Best en Miller uitleggen.
- 3 componenten 'benoemen'

Answer 4

De cognitieve processen die doelgericht gedrag aansturen.

• inhibitie
• werkgeheugen
• verschuiving

Question 5

3 componenten van Executive Function (uitvoerende functie) uitleggen.

• inhibitie
• werkgeheugen
• verschuiving

Answer 5

De cognitieve processen die doelgericht gedrag aansturen.

1- inhibitie
= remming van impuls (je inhouden)

2- werkgeheugen
= informatie onthouden en bewerken

3 - verschuiving
= verandering in aandacht en mentale staat

Question 6

Two-factor model of ADHD

Answer 6

De aanname dat er geen verschillende subtypes zijn van ADHD

Question 7

Prevalentie jongens/meisjes ADHD
En waarom?
> comorbiditeit met 3 andere stoornissen

Answer 7

Jongens worden 4 tot 5 keer vaker gediagnosticeerd dan meisjes!

> Jongens hoger energieniveau

Comorbiditeit (even vaak bij J als bij M)

• angststoornissen
• leerstoornissen
• taalstoornissen

Question 8

Ontwikkeling

• 3 soorten moeilijkheden bij de ontwikkeling van jonge kinderen
• wat gebeurt er al volwassen?

Answer 8

1. vertraging in ontwikkeling
2. gebrekkige pre-academische vaardigheden
3. problemen met sociale vaardigheden en relaties

Volwassenen:
Meestal gedurende adolescentie verdwijnt hyperheid.
1/3 tot 2/3 heeft nog maar last van ADHD als volwassen

Question 9

Oorzaken ADHD

• Genen en erfelijkheid
• Fysiologische factoren
• Psychologische factoren
• Familie- en milieu factoren

Answer 9

ADHD
- Genen en erfelijkheid
= 40 tot 60 procent kind-ouders kans
> dominante genetische effecten zijn groter voor onoplettendheid dan voor hyperactiviteit en impulsiviteit

• Fysiologische factoren
  = vertraagde ontwikkeling in de cortex, met name prefrontaal (beslissingen en impulsbeheersing).
  > ook aantasting werking neurotransmitters
• Psychologische factoren
  = Temperament, persoonlijkheid en leeftijd hebben invloed op de ontwikkeling van ADHD.
• Familie- en milieu factoren
  = Geen invloed op de ontwikkeling maar wel op de omgang.

Question 10

Gedragscalamiteitenorganisatie

behavior contingency management

Answer 10

Interventie ADHD op school.

• beloningen adhv puntensysteem
• time-outs
• weinig afleiding