3k frans huis Flashcards
(107 cards)
1
Q
de buitenwijken
A
la banlieu
2
Q
het platteland
A
la campagne
3
Q
de gemeente
A
la commune
4
Q
het land
A
le pays
5
Q
de streek, de regio
A
la région
6
Q
wit
A
blanc, blanche
7
Q
blauw
A
bleu(e)
8
Q
bruin
A
brun(e)
9
Q
grijs
A
gris(e)
10
Q
geel
A
jaune
11
Q
paars
A
mauve
12
Q
zwart
A
noir(e)
13
Q
oranje
A
orange
14
Q
roze
A
rose
15
Q
rood
A
rouge
16
Q
groen
A
vert(e)
17
Q
bouwen
A
construire
18
Q
verhuizen
A
déménager
19
Q
onderhouden
A
entretenir
20
Q
poetsen
A
nettoyer
21
Q
zich douchen
A
prendre une douche
22
Q
herstellen
A
réparer
23
Q
opruimen
A
ranger
24
Q
zich omkleden
A
se changer
25
zich uitkleden
se déshabiller
26
wakker worden
se réveiller
27
wonen, leven
vivre
28
de loft
le loft
29
de woonst, slaapgelegenheid
le logement
30
de rijwoning
la maison de rangée
31
de microwoning (kleine woning)
la micro-maison
32
de studio
le studio
33
het tiny house
la Tiny
34
de villa
la villa
35
betaalbaar
abordable
36
aangenaam, gezellig
agréable
37
duur
cher, chère
38
afgesloten
clos(e)
39
comfortabel
confortable
40
ecologisch
écologique
41
voorzien (van)
équipé(e) (de)
42
smal
étroit(e)
43
prachtig
magnifique
44
praktisch
pratique
45
ruim
spacieux, spacieuse
46
de lift
l'ascenseur (m)
47
de kast
l'armoire (f)
48
het bad
la baignoire
49
de bezem
le balai
50
de barbecue
le barbecue
51
de lijst van een foto(kader)
le carde
52
het koffiezetapparaat
la cafetière
53
de kookpan
la casserole
54
de stoel
la chaise
55
de diepvriezer
le congélateur
56
de douche
la douche
57
het laken
le drap
58
het rek
l'étagère (f)
59
de gootsteen
l'évier (m)
60
de zetel
le fauteuil
61
het raam
la fenêtre
62
de kleerkast
la garde-robe
63
de broodrooster
le grille-pain
64
de luidspreker, de box
le haut-parleur
65
het bureau
le bureau
66
het tuinhuis
la cabane de jardin
67
de kelder
la cave
68
de slaapkamer
la chambre à coucher
69
de gang
le couloir
70
de keuken
la cuisine
71
de berging
le débarras
72
de garage
le garage
73
de zolder
le grenier
74
de (inkom)hal
le hall (d'entrée)
75
de tuin
le jardin
76
de woonkamer
le living
77
de lamp
la lampe
78
de wastafel
le lavabo
79
de vaatwasser
le lave-vaisselle
80
het bed
le lit
81
de spiegel
le miroir
82
de computer
l'ordinateur(m)
83
het hoofdkussen
l'oreiller (m)
84
de linnemand
le panier à linge
85
de poster
le poster
86
de vuilnisbak
la poubelle
87
het scheerapparaat
le rasoir
88
de wekker
le réveil
89
het gordijn
le rideau
90
de kraan
le robinet
91
het schilderij
le tableau
92
het nachtkastje
la table de nuit
93
het tapijt
le tapis
94
de televisie
la télé
95
de afstandsbesiening
la télécommande
96
de grasmaaier
la tondeuse à gazon
97
de tussenverdieping
la mezzanine
98
de kamer (een stuk van een kamer)
la pièce
99
de eerste verdieping
le premier étage
100
het zwembad
la piscine
101
gelijksvloer
le rez-de-chaussée
102
de eetkamer
la salle à manger
103
de badkamer
la salle de bains
104
de woonkamer
la salle de séjour
105
het salon
le salon
106
het terras
la terrasse
107
het toilet
les toilettes (f)
