3K UNIT4 Flashcards
(48 cards)
1
Q
boekentas
A
backpack
2
Q
map
A
binder
3
Q
type-ex
A
correction tape
4
Q
gom
A
eraser
5
Q
wiskunde set
A
geometry set
6
Q
lijm
A
glue
7
Q
markeer stift
A
highlighter pen
8
Q
perforator
A
hole punch
9
Q
notitie boek
A
notebook
10
Q
paperclip
A
paperclip
11
Q
pen
A
pen
12
Q
potlood
A
pencil
13
Q
pennenzak
A
pencil case
14
Q
lat
A
ruler
15
Q
schaar
A
scissors
16
Q
nietjes machine
A
stapler
17
Q
post-its
A
sticky notes
18
Q
plakband
A
tape
19
Q
secretariaat
A
administrative office
20
Q
kunst klas
A
art room
21
Q
klas
A
classroom
22
Q
computer klas
A
computer lab/ IT lab/ IT room
23
Q
turnzaal
A
gym(nasium)
24
Q
gang
A
hallway
25
bib
libary/ media centre
26
lockers
lockers
27
speelplaats
playground
28
refter
lunchroom/ restaurant
29
toiletten
restrooms/ toilets
30
biology klas
science lab
31
schoolhoofd
principal/ headmaster/ headmistress
32
leerlingen
student
33
leerkracht
teacher
34
een boekenworm
a bookworm
35
een fluitje van een cent
a piece of cake
36
het cijfer halen dat je nodig had om te slagen
to make the grade
37
de leerling in de klas die altijd grapjes maakt
the class clown
38
het favorietje van de leraar
the teacher's pet
39
met vlag en wimpel slagen
to pass with flying colours
40
het hoogste mogelijke aantal punten behalen bij een toets
to ace a test
41
een heel slechte toets afleggen
to bomb a test
42
een boek openslaan
to crack a book
43
spijbelen
to cut class
44
niet op een woord/ antwoord/ een ding kunnen komen
to draw a blank
45
heel hard studeren
to hit the books
46
uit het hoofd leren
to learn by heart
47
de hele nacht doorwerken
to pull an allnighter
48
ergens over na denken
to put your thinking cap on
