4. Constructie van items en kwantificering van reacties Flashcards
(9 cards)
Wat zijn voorbeelden van theoretische opdrachten?
bv vind de weg door het doolhof, maak met blokken figuur na, maar ook reken- en taalvraagstukken.
Wat is de stam en key/ gesleutelde-response in meerkeuzevragen?
- Stam; de uitspraak/ stelling minus het antwoord.
- Keyed-response; antwoordmogelijkheden.
Polytome items
Items met tenminste 3 antwoordmogelijkheden
Het testconstructieonderzoek kent 2 fases en hoeveel proefpersonen zijn hiervoor nodig? Wat is een gestratificeerde steekproef en advies deelgroepen?
- Vooronderzoek; dient als grove zeef voor items. 20 - 100 proefpersonen.
- Hoofdonderzoek; 500 - 2000 proefpersonen. Zo groot omdat populatie vaak in interessante deelgroepen valt op te splitsen. Enkele 100-en per deelgroep.
- Gestratificeerde steekproef; Aanbevolen wordt om vanuit elke deelpopulatie (strata) een even aantal personen te selecteren, ook als deze in de populatie kleiner is.
Frequenties en relatieve frequenties (p-waarde en a-waarde).
Wanneer heeft een item goed gefunctioneerd? Wanneer grootschalig gegist?
- Frequenties; aantal gekozen antwoordkeuzes op een meerkeuzevraag bv a: 23, b: 18, c: 71
- Relatieve frequenties; aantal gekozen antwoordkeuzes maar dan gedeeld door steekproefgrootte. Het juiste antwoord heet hiervan de p-waarde, de fouten a-waarde.
- Item goed gefunctioneerd wanneer juiste antwoord meest gekozen is en afleiders even vaak gekozen zijn.
- Grootschalig gegist wanner item 0 correleert met andere items .
Positieve en negatieve faalangst
- Positieve; werkt bevorderend op prestatie
- Negatieve; werkt storend op prestatie
- Open vraagvorm
- voor- en nadelen
- gesloten vraagvorm
- Andere benaming?
- voor- en nadelen
- Open vraagvorm:
- Nadelen:
+ tijdrovend
+ verkeerd antwoord geven als vraag niet begrepen wordt.
+ emotioneel betrokken
+ te veel onnodige info (laten zien wat ondervraagde weet).
+ niet goed in staat gedachten op papier te zetten.
+ Subjectiever
2 beoordelaars nodig (in fase van testconstructie) - gesloten vraagvorm
- ook wel bekend als geprecodeerde vraagvorm
- Nadelen:
+ Vereist uitvoerig vooronderzoek
+ Formuleren van onjuiste antwoordmogelijkheden is moeilijk
+ Moeilijk inschatten moeilijkheidsgraad
+ Hogere gokkans
+ Zou slechts eenvoudige cognitieve vaardigheden vragen
Voordelen: \+ Beantwoording gaat snel \+ meer betrouwbaar door grotere hoeveelheid vragen \+ meer valide vanwege betere dekking \+ Kans op verkeerd begrijpen kleiner
- Itemvormen voor prestatieniveautests: Kiezen, verschillende antwoordvorm, complexe antwoordvormen, rangschikking, toeschrijving (nadeel?)
- Itemvormen voor test van gedragswijze: Likert-items, items met meer dan 7 keuzes?
- Itemvormen voor prestatieniveautests
- verschillende antwoordvorm: kiezen van een of meerdere juiste antwoorden.
- Complexe antwoordvorm: kiezen van a, a en b, b, b en c, etc.
- Toeschrijving: matching uit combinaties
Nadeel: er blijven steeds minder onzekere combinaties over, dus dan makkelijker. - Itemvormen voor test van gedragswijze
- Likert-items: 5-puntschaal zodat er geen verleiding ontstaat om kruisje tussen 2 vakjes in te zetten.
- Niet in staat meer dan 7 keuzes te maken
Hoe kwantificeren van kwalitatieve reacties bij studietoetsitems en attitudes? wegen items?
- studietoetsitems: ordening naar oplopend kennisniveau
- attitudes: op continiuüm dat niveau van attitude representeert.
- Dringend advies om alle items zelfde waarden toe te kennen. Ook voor statistisch wegen van items ontbreekt vaak ondersteunende theorie.