5. Ticstoornissen en trichotillomanie Flashcards
(34 cards)
Tic
een plotseling optredende, snelle, herhaalde, niet-ritmische motorische beweging of vocalisatie.
Premonitory urge
- Voorafgaande aandrang om tic te hebben, wordt ervaren als ‘niet te weerstaan’; een tic kan wel gedurende een bepaalde (beperkte) tijd onderdrukt worden.
- Niet aanwezig bij iedereen en niet altijd, minder bij jonge kinderen
Onderscheid eenvoudige en complexe tic
Zowel motorische als vocale tics kunnen beschreven worden als
- ‘eenvoudig of enkelvoudig’ (niet doelgericht, kort van duur, één beweging of één geluid) of
- ‘complex of multipel’ (duurt langer, vaak een combinatie van eenvoudige tics, lijkt meer doelgerichte handelingen in te houden, is niet altijd gemakkelijk te onderscheiden van stereotypieën)
Eenvoudige, motorische tics
Oogknipperen, weg- en terugdraaien van de ogen, mondbewegingen, gelaatsgrimassen, schouderophalen, nekbewegingen
Eenvoudige, vocale tics
kuchen, hoesten, keelschrapen, knorren, grommen, snuiven, gillen, piep- of fluitgeluiden maken, blafgeluiden
Complexe, motorische tics
In de handen klappen; ruiken, likken, aanraken van dingen, huppelpasjes maken, zichzelf bijten
echopraxie,palipraxie, copropraxie
Complexe, vocale tics
zinloze woorden,
echolalie, palilalie, coprolalie,
Echopraxie
verwijst naar het onwillekeurig nadoen of herhalen van bewegingen die men bij een ander waarneemt
palilalie
laatste woord van een zin herhalen
palipraxie
beweging tweemaal uitvoeren
Copropaxie
het onwillekeurig maken van obscene of schokkende gebaren, zoals het uitsteken van de middelvinger
Soorten ticstoornissen
- Stoornis van Gilles de la Tourette
- Persisterende (chronische) motorische of vocale ticstoornis
- Voorlopige ticstoornis
Stoornis van Gilles de la Tourette
A. Zowel multipele motorische als een of meer vocale tics zijn op een bepaald moment tijdens de ziekte aanwezig geweest, hoewel niet noodzakelijkerwijs tegelijkertijd
B. De tics kunnen in frequentie wisselen, maar zijn aanwezig gedurende meer dan een jaar sinds het begin van de tics
C. Begint voor de leeftijd van 18 jaar
D. De stoornis kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel (zoals cocaïne) of een somatische aandoening (zoals Huntington)
Soorten stoornissen van Gilles de la Tourette
- De zuivere Tourette
- Full Blown Tourette
- Tourette Plus
De zuivere Tourette
Enkel motorische en vocale tics (minstens 2 motorische en 1 vocale in een periode van minstens 1 jaar – rond 6à7 jaar, voor 21ste levensjaar). Schuttingstaal hoeft niet aanwezig te zijn.
Full Blown Tourette
het uitgebreide spectrum van Tourettesymptomen waaronder echolalie (onwillekeurig woorden of zinnen nazeggen die men juist gehoord heeft) en echopraxie, palilalie (eigen woorden herhalen) en palipraxie, coprolalie (schuttingtaal) en copropraxie, NOSI – non-obscene socially inappropriate behaviours (vervelende dingen zeggen aan anderen).
Tourette Plus
(TS+), waarbij de TS gepaard gaat met andere stoornissen zoals ADHD, OCD,…
Persisterende (chronische) motorische of vocale ticstoornis
A. Eenvoudige of multipele motorische of vocale tics zijn tijdens de ziekte aanwezig, maar niet motorische en vocale tics tegelijk
B. De tics kunnen in frequentie toe- en afnemen, maar zijn sinds meer dan een jaar aanwezig
C. Begint voor de leeftijd van 18 jaar
D. De stoornis kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel of een somatische aandoening
E. Nooit voldaan aan criteria Gilles de la Tourette
Specificeer: - Alleen met motorische tics
- Alleen met vocale tics
Voorlopige ticstoornis
A. Eenvoudige of multipele motorische en/of vocale tics
B. De tics zijn aanwezig gedurende korter dan een jaar sinds het begin van de tics
C. Begint voor de leeftijd van 18 jaar
D. De stoornis kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel of een somatische aandoening
E. Nooit voldaan aan criteria Gilles de la Tourette of die van persisterende (chronische) motorische of vocale tics
Comorbiditeit ticstoornissen
- OCD (20 a 60% van de kinderen met Gilles de la Tourette)
–> Onderscheid met tics niet altijd makkelijk te maken! Dwang is om angst te verminderen. Tics eerder omschrijven als drangverschijnselen - ADHD (50%)
- angststoornissen en depressie
- slaapstoornissen: veel wakker worden, praten tijdens de slaap, slaapwandelen, nachtmerries…
- Aanvallen van woede of zelfbeschadiging
- ASS & GTS
Differentiaal diagnose
- OCD (Bij OCD belangrijk om te kijken naar de functie van het gestelde gedrag. Angst of geen angst?)
- ASS
- ADHD
- Spraak- en leerstoornissen
Prevalentie ticstoornissen
- Drie tot vier maal meer bij jongens dan bij meisjes (4:1)
- Ongeveer 1 op 10 kinderen heeft wel eens last van tics. Meestal gaat dit vanzelf weer over.
- Epidemiologisch onderzoek:
–> GTS: 0,5 – 0,7% van de kinderen tussen 7 en 18 jaar .
–> chronische motorische ticstoornis: 0,3- 0,8%
–> chronische vocale ticstoornis: bij 0,5% van alle kinderen.
–> bij nog eens 4,8% is tenminste gedurende het afgelopen jaar sprake van niet-chronische tics
Ticstoornissen: neuropsychologie
- Visuo-motorische integratie = t.g.v. ADHD-comorbiditeit ???
- Aandachtsstoornissen
- problemen met responsinhibitie
- problemen met responsorganisatie
- Zwakkere fijn-motorische control
Ticstoornissen: etiologie
- Genetische voorbeschiktheid
–> Erfelijkheid > 50% van variantie
–> Patroon: «dominant met variabele expressie»
–> Mede bepaald wordt door verschillende genen - Aselecte pre en perinatale effecten
- Auto-immuun verschijnsel – uitlokker/oorzaak/rol in opflakkering?
–> streptokok-Infectie PANDAS - Bij ticstoornissen 4 – 5 x vaker sporen (ASLO) van infectie met (groep A) streptokokken
- Bij ticstoornissen 10 x vaker auto-immuun antistoffen tegen basale ganglia in hersenen
- 2 x vaker auto-immuun antistoffen bij ticstoornis patiënten met sporen van streptokokkeninfectie dan bij ticstoornis-patiënten zonder deze sporen