5.2 Flashcards
begrippen 5.2 (10 cards)
1
Q
aartsbisschop
A
leider van een groep bisschoppen
2
Q
obt
A
hoofd van een klooster
3
Q
geestelijk
A
godsdienstige leider (geestelijkheid: alle geestelijken)
4
Q
heiden
A
iemand waarvan wordt gezegd dat hij niet het goede geloof heeft
5
Q
klooster
A
woonplaats van monniken of nonnen
6
Q
A
7
Q
monnik
A
geestelijkheid die afgescheiden van de samenleving leeft
8
Q
non
A
vrouwelijke monnik
9
Q
pastoor
A
lage geestelijke die de leiding heeft over een groep gelovigen
10
Q
A