Griekse en Latijnse woorddelen + voorvoegsels (lastige woorden) Flashcards
1
Q
-arch(ie)
A
Heerser, heersen, regering
2
Q
Chrono-/chroon-
A
Tijd
3
Q
-chtoon
A
Land, grond
4
Q
-cratie
A
Heerschappij, staatsvorm
5
Q
Demo-
A
Volk
6
Q
Dict-
A
Voorschrijven, bevelen
7
Q
Didact
A
Leren
8
Q
-foon/-fonie
A
Geluid, stem
9
Q
Fysio-
A
Lichaam
10
Q
-geen
A
Soort, aard, afstammen
11
Q
-grafie/-graaf
A
Beschrijving/beschrijver
12
Q
-gram
A
Letter, geschrift
13
Q
-gyn, gyn-
A
Vrouw
14
Q
-loog
A
Spreken
15
Q
Omni-
A
Alle
16
Q
Para-
A
Naast, tegen(over)