Woordenschat H1 woorden Flashcards

1
Q

archaïsch

A

niet hedendaags; verouderd (vooral gezegd van taalgebruik)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

audiovisueel

A

met beeld en geluid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bibliografie

A

beschrijving van gebruikte literatuur; literatuurlijst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

democratie

A

staatsvorm waarbij de macht bij het volk ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

demografie

A

beschrijving van bevolkingsontwikkelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

homogeen

A

gelijksoortig; van dezelfde aard of samenstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

monarchie

A

alleenheerschappij; staatsvorm waarbij de functie van staatshoofd overgaat van ouders op kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

proces-verbaal

A

verslag van een wetsovertreding, opgetekend door een politieambtenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

theocratie

A

staatsvorm waarbij de godsdienst en religieuze regels de wetten voorschrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

telepathie

A

overbrenging van gedachten en gevoelens zonder deze uit te spreken of op te schrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

autobiografie

A

beschrijving van je eigen leven (auto-: zelf, eigen; bio-: leven; -grafie: beschrijving)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

polyfoon

A

meerstemmig (poly-: veel, meer; -foon: geluid, stem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

xenofilie

A

verheerlijking van alles wat vreemd (anders, exotisch) is (xeno-: vreemd; -filie: liefde/interesse voor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

thermotherapie

A

behandelwijze die gebruik maakt van warmte (thermo-: warmte; therapie: behandeling, verzorging)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

telegrafie

A

het overbrengen van berichten via een telegraaf (een elektrisch seintoestel) (tele-: ver; -grafie: beschrijving)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

sympathie

A

genegenheid; gevoel van vriendschap en verbondenheid (sym-: samen; -pathie: pijn, lijden, gevoel)

17
Q

neologisme

A

nieuw gevormd woord (neo-: nieuw; -logie: leer) (het Griekse logos betekent o.a. woord)

18
Q

pseudoniem

A

schuilnaam (pseudo: vals, onwaar; -oniem: naam)

19
Q

orthopedagoog

A

opvoedkundige die zich bezighoudt met probleemkinderen (ortho-: recht; paid-: kind)

20
Q

psychopaat

A

iemand met een ziekelijke karakterafwijking die door zijn gedrag een gevaar is voor de samenleving (psyche: geest, ziel; pathos: pijn, lijden, gevoel)

21
Q

atheïst

A

iemand die het bestaan van God ontkent, ongelovig (a-: niet; theo-: god)

22
Q

contradictie

A

tegenstrijdigheid (contra-: tegen, omgekeerd; dicti-: voorschrijven (ook: zeggen))

23
Q

transcultureel

A

wat overgaat van de ene naar de andere cultuur (trans-: over(heen))

24
Q

antropologie

A

wetenschap die de mens en zijn eigenschappen bestudeert (antropo-: mens; -logie: leer)

25
Q

monoloog

A

alleenspraak; mono-: één, alleen; -loog: spreken