Hoofdstuk 10 deel 3

Question 1

Wat stelde Lindquist ivm emotie en hersenen?

Answer 1

Verschillende emoties zouden verschillende gebieden in de hersenen trigeren

Question 2

Welk gebied werd actief bij welke emotie?

Answer 2

boos: orbitofrontaal: voorkant hersenen
angstig: amygdala: limbisch systeem
droef: anterieur cingulaet cortex: voorkant hersenen
walging: insula

Question 3

Wat stelde Hamann ivm de visie van Lindquist?

Answer 3

Na onderzoek bleek het niet te gaan om verschillende gebieden maar om verschillende mate

Question 4

Wat wees nieuw onderzoek ivm emoties uit?

Answer 4

Emoties gebeuren in zes gebieden in de hersenen:
3 limbisch systeem: amygdala, hypocampus en cyrus cingularis
3 corticale gebieden: orbitofrontale cortex, dorsolaterale prefrontale cortex, pariëtale cortex

Question 5

wat houdt bilaterale lesie amygdala in?

Answer 5

• geen verwerking/herkenning van de emotionele stimuli
• geen leren schrikreactie door klassieke conditionering
• problemen met toenaderingsgevoelens dalen, ze vertrouwen vlugger vreemden

Question 6

Waar staat de hippocampus voor in?

Answer 6

Leggen van verbanden tussen emoties en cortex

Question 7

Waar staat de gyrus cinguli voor in?

Answer 7

Tussenschakel cortex (cognitie) en limbisch systeem (emotie)

Question 8

Waar staat de dorsolaterale prefrontale cortex voor in?

Answer 8

Gevoelens integreren binnen nagestreefde doelstellingen

Question 9

Wat houdt lesie aan de doroslaterale profrontale cortex in?

Answer 9

links: depressieve stemming
rechts: manie, ongepaste opgewekheid

Question 10

Waar staat de pariëtale cortex voor in?

Answer 10

Perceptie, het begrijpen en onthiouden van emotioneel belangrijke informatie

Question 11

Wat is het psychologisch immuunsysteem?

Answer 11

We passen ons aan aan de emoties, de geest zorgt ervoor dat we ons opnieuw gelukkig voelen zodat we een gelukkig leven kunnen leiden (synthezizing happiness)

Question 12

Wat zijn oorzaken van affectieve forecasting error?

Answer 12

1. overschatting gemiddelde emotie door herinnering extremen
2. Teveel focus op gebeurtenissen, negeren context
3. Teveel focus op positieve aspecten gebeurtenis
4. Denken alleen aan moment zelf, negeren aanpassingen