5A. Jeugdcriminaliteit

Question 1

Age crime curve

Answer 1

• Vanaf 12 jaar zien we een toename in verdenkingen en aanraking met de politie. Rond het 80ste levensjaar stop dit.
• Er is een piek rond de 17/18 en tussen de 20 en de 30 jaar stoppen de meeste jongeren vanzelf.

Question 2

Conclusies age crime curve

Answer 2

• Er is niet één age crime curve
• Variatie naar type delict, achtergrondkenmerken daders en variatie op individueel niveau
• Een afname in criminaliteit naarmate individuen ouder worden, ongeacht type delict.

Question 3

Biopsychosociale ecologisch model (verklaring piek)

Answer 3

Je moet naar verschillende leefdomeinen kijken. In alle domeinen kunnen mensen aan verschillende mechanismen worden blootgesteld aan risicofactoren. Echter in alle domeinen zitten ook beschermende factoren.

Question 4

Individuele ontwikkeling (verklaring piek)

Answer 4

• Disbalans model: ontwikkelingen van sociaal-emotionele systemen loopt sneller dan cognitieve systemen.
• Onvoldoende zelfregulering
• Moeite overzien van lange termijngevolgen
• Gevoelig voor prikkels van vrienden en kick van directe beloning

Question 5

Verandering bindingen (verklaring piek)

Answer 5

• Conventionele bindingen minder belangrijk

- Omgang vrienden belangrijker

Question 6

Individuele verschillen curve

Answer 6

Individuele verschillen blijven door e.g:

• Vrouwen ontwikkelen sneller
• Verschillen in ontwikkeling hersenen
• Situationele context en vriendenkring

Question 7

Waarom daalt de jeugdcriminaliteit?

Answer 7

• Verandering in prioriteit, werkwijze en registratie
• Toegenomen beveiliging en beperking instapdelict
• Veranderde sociaal-culturele houding ten aanzien van risicogedrag: gevoeligheid niet veranderd. Blootstelling wel veranderd. Meer beschermende factoren (ouders en school)
• Digitalisering en social media: smartphone.

Question 8

Zichtbare trends

Answer 8

• Algemene daling
• Toename WWII en lichte toename (drugs)
• Ernstige jeugdcriminaliteit lichte toename
• Jeugdcriminaliteit sterk geconcentreerd in buurten
• Ook internationaal een daling

Question 9

Cybercriminaliteit

Answer 9

• Voornamelijk man en jong
• Jongeren met autisme en PDDNOS, hoogopgeleid en introvert.
• Jongeren die veel vrienden hebben in de cyberwereld komen sneller in aanmerking met cybercriminaliteit
• IT-opleiding