6. Kromming van de embryo Flashcards
Hoe gebeurt de overlangse kromming craniaal?
Het buccopharyngeale membraan roteert 180° naar ventraal en posterior. Het hart, dat lateraal en anterior ontstaat van het BPM, bevindt zich dan in de toekomstige thorax. Het mesoderme septum transversum, eerst anterior van het hart, komt bijgevolg posterior te liggen.
Hoe gebeurt de overlangse kromming caudaal?
Het cloacmembraan roteert 180° naar ventraal en anterior. De hechtsteel, met de allantois en de bloedvaten van en naar de placenta, bevindt zich dan ventraal naast de dooierzak. De dooierzak wordt relatief kleiner en is met de ductus vitellinus verbonden met de endoderm.
Hoe gebeurt de dwarse kromming?
Fusie van de laterale randen van de foetus met opening thv. hechtsteel en dooierzak:
- Ectoderm: epidermis in contact met amnionholte.
- Mesoderm: coeloomholte, mesenterium dorsale en diafragma.
- Endoderm: gastrointestinaal stelsel.
Hoe wordt de coeloomholte en het mesenterium dorsale gevormd?
Op de middellijn gebeurt er een fusie van de laterale randen van de embryo. Het laterale mesoderm bestaat uit een somatopleuraal en splanchnopleuraal blad met een intra-embryonaire coeloomholte. Door de fusie wordt een afgesloten holte gevormd, met een pariëtaal (somato) en visceraal (splanchno) blad.
Hoe wordt het diafragma gevormd?
Het septum transversum verdeelt de coeloomholte in een thoracaal (pericard- en pleuraholte) en abdominaal (peritoneale holte) deel. Aanvankelijk bestaan er nog pericardoperitoneale kanalen dorsaal aan weerszijden van de middellijn. De n. phrenicus zorgt voor een hoog-cervicale bezenuwing.
Wat is een hernia diaphragmatica?
Bij het onvolledig sluiten van de pericardioperitoneale kanalen kunnen de abdominale organen herniëren naar de thorax. De longen hebben onvoldoende plaats om te ontwikkelen (longhypoplasie). Het linker kanaal is groter, waardoor een linkerhernia ook frequenter is.
Welke structuren vormen de navelstreng?
1) Initieel: hechtsteel met allantois en aa./vv. umbilicales + chorionholte met ductus vitellinus omgeven door EEM en aa./vv. vitellinae.
2) Later: aa. umbilicales, v. umbilicalis en rest allantois.
